zondag 23 september 2018

Was Monus eerder op de Maan dan Kuifje ?


Kuifje kennen we allemaal wel, toch ? Het stripfiguurtje, getekend door de Belgische grootmeester Hergé, dat vergezeld door zijn hondje Bobby en geholpen door een aantal schilderachtige bijfiguren, spannende avonturen beleeft. Of eigenlijk beleefde, want het laatste Kuifje-verhaal verscheen halverwege de jaren '70.

In de albums 'Raket Naar De Maan' en 'Mannen Op De Maan' reist Kuifje, met in zijn kielzog, Bobby, Kapitein Haddock en de onhandige detectives Jansen en Jansens, in een door professor Zonnebloem ontworpen raket, naar de Maan. De verhalen verschenen van 1950 tot '53, als vervolgverhaal, in Kuifje weekblad, lang voordat de eerste mens in werkelijkheid voet op de maan zette.

Maar toen Kuifje en zijn vrienden op de Maan landden hadden ze daar eigenlijk Monus tegen moeten komen, de man van de Maan. De echte senioren onder ons zullen zich Monus misschien herinneren, als hoorspel dat vanaf 1951 op de radio te horen was, of van de boeken die een paar jaar later verschenen.

Monus is een creatie van A.D. Hildebrand, die als schrijver vooral bekend is door zijn boeken over Bolke de Beer. Met Monus mikt hij op een wat ouder publiek en sluit hij aan bij het heersende optimisme over de ontwikkelingen van de ruimtevaart.

Hij beschrijft hoe professor Andree, met zijn assistent Harm Peters, in hun ruimtevaartuig naar de maan reizen en daar tot hun verrassing opgewacht worden door Monus. Deze is maanwachter en blijkt al geruime tijd de Aarde in de gaten te houden, om zijn volk, de maanmensen, te behoeden voor een vijandelijke overname.

Waar Hergé bijna een heel album vult met voorbereidende handelingen, komen we bij Hildebrand het verhaal binnen vlak voor de afvaart van het toestel, dat meer op een vliegtuig lijkt dan op een raket. Professor Andree blijkt daarmee vooruit te lopen op de space shuttle.

Bij Kuifje word het verhaal verteld door middel van flinke lappen tekst, die onderbroken worden door allerlei slapstick-momenten. Kapitein Haddock wordt verschillende keren dronken en tuimelt van de ene valpartij in de andere, de detectives Jansen en Jansens veroorzaken menig kolderiek moment en zelfs professor Zonnebloem, toch een man van de wetenschap, zorgt met zijn hardhorendheid voor allerlei grappig bedoelde misverstanden.

Je moet er een beetje tegen kunnen, al die jaren '50 lolligheid. In vergelijking daarmee verloopt het verhaal van Monus rustig en kalm. Slechts zo nu en dan is er sprake van milde humor en voorvallen die bij de moderne lezer de wenkbrauwen doen fronsen. Bijvoorbeeld als er vlak voor vertrek nog snel 2 dozen lucifers het ruimtevaartuig binnen gebracht worden, want de heren moeten onderweg wel een sigaretje op kunnen steken.

Hildebrand uit bovendien, via maanwachter Monus, nogal wat kritiek op het gedrag van de mens. Al dat geweld, al die oorlogen, al die hebzucht, dat hebben ze op de Maan ver achter zich gelaten. Het idee ook dat een vertegenwoordiger van de Aarde de Maan voor zichzelf op zou kunnen eisen. Waanzin...!

Het zou de twee schrijvers vast verbazen als ze nu zouden kunnen zien dat we, na de eerste maanmissies van de jaren '60, nauwelijks verder gekomen zijn. Achterin het eerste Monusboek zit, heel optimistisch, een aanmeldingsformulier waarmee de lezer zich in kan schrijven voor een ruimtereis. Bestemming naar keuze aan te kruisen: Maan, Mars, Jupiter of Saturnus. Dat is, meer dan een halve eeuw later, nog steeds toekomstmuziek.

Beide auteurs voegen een vleugje spionage toe om hun verhaal van wat extra spanning te voorzien. En Hergé heeft het voordeel dat hij er fantastische tekeningen bij kan maken. De eerste blik die de lezer op de rood-wit geblokte maanraket voorgeschoteld krijgt is adembenemend. Voor dat ene beeld trekt hij dan ook, voor maximale impact, een complete pagina uit.

Het kan haast niet anders dan dat daardoor Kuifje nog steeds bekend is, terwijl Monus een vergeten bestaan leidt in tweedehands boekwinkeltjes. Toch is het de moeite waard om naar hem uit te kijken. Zijn maatschappijkritiek is nog steeds actueel.


Op de website hoorspelen.eu is een fragment van Monus te horen. 




De Strip: De Strip van deze keer is gemaakt door de Stripman zelf. Klik hier voor deel 1 en deel 2 van dit verhaal. 

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 - deel 9 - deel 10 - deel 11 en deel 12 van het vorige verhaal.

Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men

4 opmerkingen:

Zelfstandig journalist Antwerpen zei

Wij gaan het bij leven nog wel meemaken dat er mensen op Mars landen.

Jan de Stripman zei

@zelfstandigjournalist - Ik moet het nog zien. Met de huidige middelen wordt dat een zelfmoordactie...

martin zei

Je mikt op een oud publiek. Bolke ken ik nog wel. Het heeft me niet geboeid, maar ik had het wel. Monus? Nooit van gehoord.

We kunnen als mens best naar Mars, maar dat duurt een jaar of wat. Landen zal ook nog lukken, maar opstijgen is niet mogelijk. Voorgoed op 'n plek waar niets is; het lijkt mij niets.

De ruimtevaart is wel een flink stuk verder gekomen, maar dan gaat het vooral om onbemande expedities: landen op een komeet; eindeloos onderweg en nog steeds in staat zijn foto's te sturen; en veel meer weten van allerlei ruimteverschijselen.

Jan de Stripman zei

@martin - Het is een oud verhaal dat nog heel actueel is...;o)