zondag 16 februari 2025

Je wordt nooit meer de oude


Inmiddels
zijn er bijna 3 maanden verstreken na de operatie aan mijn prostaat. Ik voel me over het algemeen best goed, maar merk ook dat er iets veranderd is in mijn lichaam. Na de operatie aan mijn galblaas, bijna 30 jaar geleden, kwam ik, net uit het ziekenhuis, onze benedenbuurvrouw tegen op de trap. Zij had van mijn operatie gehoord en vertelde dat zij het zelf ook mee had gemaakt. Met een stralende lach zei ze: 'Je wordt nooit meer helemaal de oude, hoor !'

Ik vond dat toen een nogal komische opmerking, maar ze had wel gelijk. Een operatie laat littekens na, in mijn geval 6, aan de buitenkant. Maar van binnen is er ook wat veranderd en dat merk je. Er zijn momenten dat ik nog wat pijn voel, maar dat is telkens maar even. Het is als spierpijn, na een ongebruikelijke activiteit. En vreemd is dat niet, op die 6 plekken is men wel, door huid, spieren en zenuwen heen, mijn buik binnen gegaan. Dat ik daar, af en toe, nog iets van voel is logisch. Het lichaam moet herstellen en dat heeft tijd nodig.

Op internet las ik dat littekens na maanden nog kunnen jeuken of wat pijn kunnen geven. Dat komt vooral doordat zenuwbanen zich maar langzaam herstellen. Het kan ook zijn dat die plekken juist wat gevoelloos zijn en aanvoelen alsof ze slapen. Allemaal heel normaal. Er is pas iets mis als er langdurige hevige pijn is. Dat is bij mij zeker niet zo.

Het belangrijkste is dat ik weer goed kan plassen. Ik was bijna vergeten hoe dat is. Na jaren met langzaam toenemende plasklachten – mictieklachten noemen de medici dat – en een paar maanden met een katheter, daarna de operatie en de totale verstopping als complicatie, is het gewoon wennen aan 'normaal' plassen.

Omdat er van binnen iets weggenomen is voelt het anders, niet zoals ik het me van vroeger herinner. Er zijn momenten dat ik aandrang heb, maar weet dat er weinig urine in mijn blaas zal zitten. Dan weet ik inmiddels dat ik het beter even uit kan stellen. Het fijnst gaat het als de blaas goed vol zit. Overdag is dat zo eens in de 3 uur.

Een grote verandering zijn de nachten. Ik ben nog niet terug naar de situatie uit een ver verleden, waarin ik 8 uur, of wel langer, aan 1 stuk kon slapen. Maar een uur of 5, soms zelfs 6, is geen probleem meer. Dat heb ik lang niet meegemaakt.

Bij het laatste gesprek met de uroloog vertelde hij dat het weefsel, dat bij de operatie weggenomen is, ook onderzocht is op kwaadaardige cellen. Ik had daar helemaal niet bij stilgestaan. Na alle echo's, scans en biopten was ik er van uit gegaan dat alles wel in orde zou zijn. Dat was het ook, verzekerde hij me, er was niets kwalijks gevonden.

Maar, bij de laatste controle van mijn bloed – afgenomen bij mijn 2e opname – was er wel weer een verhoogde PSA-waarde geconstateerd. Dat kon veroorzaakt zijn door de katheter, die ik toen weer in mijn lijf had. Maar mijn prostaat is niet helemaal verwijderd en het deel dat er nog zit moet in de gaten worden gehouden. Hij stelde voor om over 4 maanden nog eens de PSA te meten.

Wat dat betreft zijn we weer terug bij af. Hoge PSA-waarde, maar geen oorzaak gevonden. Het kan zijn dat er zich toch nog ergens een klein, kwaadaardig, stukje weefsel verstopt, dat tot nu toe ontsnapt is aan alle onderzoeken. Het kan zijn dat de toestand zich nog moet herstellen en dat de waarden vanzelf terug zullen lopen. Het kan ook zijn dat er geen aanwijsbare oorzaak is voor de hoge waarden. We zullen zien.

Dat er doorgezocht wordt naar eventuele kwaadaardige cellen is op zich niet vreemd. Prostaatkanker is momenteel de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen. In sommige landen is het zelfs de meest voorkomende vorm van kanker in de hele bevolking. Dat komt omdat mensen, en dus ook mannen, steeds ouder worden. Een flink deel van de oudere mannen – als ik het google vind ik zelfs 70% – krijgt op latere leeftijd prostaatklachten.

Volgens de website van het UMC krijgen, in ons land, bijna 12.000 mannen per jaar prostaatkanker. Daarvan overlijden er 3000. Dat zijn geen kleine aantallen. Maar dat zijn alleen de mannen die zich bij de arts melden met klachten. Er zullen er nog veel meer zijn die er mee rondlopen zonder het te weten.

Het UMC schat dat van alle mannen, die op hoge leeftijd overlijden, zo'n 80% prostaatkanker had. Maar het aantal mannen dat dóór prostaatkanker overlijdt, ligt veel lager: rond de 5 procent. 'Dat weten we dankzij onderzoek dat pathologen soms na het overlijden uitvoeren. Zij vinden bij het grootste deel van de oudere mannen prostaatkanker. Die prostaatkanker is dan alleen niet de doodsoorzaak. Een groot deel van de mannen heeft het dus nooit opgemerkt en er dus helemaal geen last van gehad.' (umcutrecht.nl)

Je zou kunnen zeggen: Als ik nu nog geen prostaatkanker heb, dan krijg ik het later waarschijnlijk wel. Al heb ik inmiddels wel veel minder prostaatweefsel, dus je zou denken dat de kans kleiner is geworden. Het is iets waar ik me nu niet teveel zorgen over maak. Maar misschien krijgt dit verhaal toch weer een vervolg.


Ps: Het hardnekkige idee, dat prostaatklachten verband zouden houden met de hoeveelheid seks die een man heeft, is een fabeltje. Waarom iemand prostaatklachten krijgt is niet precies bekend, maar leeftijd en erfelijkheid spelen vast een rol. Seks heeft er niets mee te maken.

Dat is net zoiets als de bewering dat rode wijn goed zou zijn voor hart en bloedvaten. Dat is niet zo, al zouden veel mensen willen dat het wel zo was.


 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 en deel 9 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige (gezamenlijke) verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 9 februari 2025

De ark van Johan


Er was een tijd,
beste lezers, dat God zich nog actief met de mensheid bemoeide. Ik ben niet gelovig opgevoed, maar ik begrijp dat veel verhalen uit die tijd in de Bijbel opgetekend staan. In die verhalen gebeuren wonderlijke dingen. Er wordt over water gelopen, water verandert in wijn, het water van de zee wordt opzij geschoven. Het gaat klaarblijkelijk veel over water, maar er zijn ook struiken die spontaan in brand vliegen en andere wonderen.

Ik weet het allemaal niet zo precies, ik heb het maar van horen zeggen. Voor mij is de Bijbel een sprookjesboek, waar ik ooit eens in geprobeerd heb te lezen. Ver ben ik niet gekomen. Maar ik weet dat er mensen zijn die de verhalen letterlijk nemen en zelfs geloven dat God ze eigenhandig opgeschreven heeft.

Ik zag ooit een programma op TV, waarin geprobeerd werd om aan te tonen, dat de Bijbelverhalen precies zo gebeurd konden zijn als ze opgeschreven waren. Dat mislukte jammerlijk. Wat me voor de gelovigen helemaal geen bezwaar lijkt. Iets waar je in gelooft hoef je toch niet te bewijzen ? Het is eerder andersom, als je het kunt bewijzen hoef je er niet meer in te geloven.

Het geeft ook niet, sommige Bijbelverhalen zijn gewoon erg leuk. Bijvoorbeeld dat over Noach en zijn Ark. Zoals gezegd bemoeide God zich toen nog actief met de mensheid. Daar hebben we hem de laatste tijd niet meer op kunnen betrappen. 

Toen dus nog wel en hij was boos, want de mensen hadden iets verkeerds gedaan. Om ze te straffen zou hij de hele wereld, met een grote overstroming, een zondvloed, onder water zetten en iedereen zou verdrinken.

Omdat dat God toch een beetje te ver ging waarschuwde hij Noach. Die moest een grote boot bouwen, de maten staan precies in de Bijbel. In die boot moest hij twee exemplaren van alle dieren op Aarde verzamelen en die, met zijn eigen gezin, in veiligheid brengen als de zondvloed kwam.

Geweldig verhaal, maar absoluut onmogelijk. Waar haal je, om te beginnen, dat water vandaan ? En waar laat je het naderhand ? Want het ging ook weer weg en Noach kon de dieren vrijlaten en hij leefde nog lang en gelukkig. Het verzamelen van alle dieren op Aarde is ook nogal een klus en hoe weten die dieren, later, weer waar ze naar toe moeten ? De bizons naar Noord-Amerika, de olifanten naar Afrika en Azië en de kangoeroes naar Australië ? Hoe komen die daar ?

Het kan natuurlijk allemaal niet. De maten, die de Bijbel opgeeft voor de Ark, zijn bovendien zo immens, dat het schip onmogelijk gebouwd zou kunnen worden. Hout was het bouwmateriaal en dat is niet sterk genoeg voor zo'n grote boot. Het is niet voor niets dat moderne schepen van staal zijn.

Toch is er een Nederlander die in de Ark geloofde en die hem wilde nabouwen. Johan Huibers heet hij en ik schreef lang geleden, voor het inmiddels verdwenen Volkskrantblog, een verhaal over hem. Johan bouwde een hele grote boot, maar niet zo groot als de Bijbel voorschrijft. Bovendien zette hij zijn Ark op een stalen ponton. Johan geloofde wel, maar binnen bepaalde grenzen.

Zo was het toen ik voor het eerst over Johan en zijn Ark hoorde. Op Wikipedia lees ik dat hij later een nog grotere Ark bouwde, met nog meer staal erin verwerkt. Deze tweede versie is een enorm ding, hij heeft een lengte van 122 meter, een breedte van 29 meter en een hoogte van 27 meter.

Met de eerste Ark, die toch ook al 70 meter lang was, maakte Johan een tournee door Nederland. In de boot beeldde hij het verhaal van Noach uit en gaf hij lezingen over het geloof. De eerste Ark werd al in 2010 verkocht. Dat had ik gemist. Daarna bouwde Johan zijn tweede, nog grotere Ark. Die lag aanvankelijk in Dordrecht en later in Krimpen aan de IJssel.

In december van vorig jaar las ik een bericht in de Volkskrant. Ook de tweede Ark van Johan ging verkocht worden. De boot was al sinds 2016 niet meer open voor publiek, hoewel er allerlei plannen waren gemaakt om dat te veranderen. Het gevaarte zou naar Rio de Janeiro gesleept worden, voor de Olympische zomerspelen en daarna verhuizen naar Israël. Het ging allemaal niet door.

Eind 2024 werd de Ark dus te koop aangeboden, via veilinghuis Troostwijk. Op de website zie ik dat er een koper was die er 465.000 euro voor wilde betalen, maar dat daarmee de minimumprijs niet gehaald werd. De bouwkosten waren ruim 4 miljoen, dus dat is wel begrijpelijk.

Maar voorlopig blijft Johan met zijn Ark zitten. Die ligt er nu leeg en ongebruikt bij. Het bouwen was duur en het onderhoud zal ook wel wat kosten. Op de website arkvannoach.com staat dat er nog steeds naar een koper wordt gezocht. Johan Huibers schrijft: '

Mijn hoop is dat een nieuwe eigenaar de Ark niet alleen onderhoudt, maar haar opnieuw laat schitteren. Dat ze opnieuw een plek wordt waar de boodschap van geloof, hoop, liefde en doorzettingsvermogen gehoord kan worden.'

Wat kunnen we hier nu van leren ? Dat je Bijbelverhalen niet letterlijk moet nemen ? Zelfs met 4 miljoen kon Johan geen Ark bouwen zoals in de Bijbel staat. Dat er grenzen zijn aan dromen ? Veel van de plannen rond de Ark konden, om praktische en financiële redenen, niet doorgaan. Dat er niet genoeg water op Aarde is om de hele planeet onder water te zetten ? Dat is zo, maar we zijn wel op weg naar grote problemen, als de ijskappen verder smelten en de zeespiegel stijgt.

Misschien is de belangrijkste les dat geloven niet genoeg is. We moeten als mensheid ook ons verstand gaan gebruiken en inzien dat er meer nodig is dan één hele grote boot. 

 

 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 en deel 8 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige (gezamenlijke) verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 2 februari 2025

Twee dromen

1 – Een paar vierkante meters kunstgras


Ik droomde dat ik wakker werd, maar niet thuis. Het leek meer op een ziekenhuis. Ik wilde onder de douche en zocht schone kleren bij elkaar en toiletspullen. Sommige van de shirts en onderbroeken, die ik bij me had, waren veel te groot, maar ik vond een passend setje, stopte alles in een tas en liep de gang op.

De gang was leeg en kaal, hier en daar versterkt met metaal, om beschadiging van het pleisterwerk te voorkomen. Er liep verder niemand. Na een aantal afslagen belandde ik in een heel andere omgeving. De kale ziekenhuisgangen waren veranderd in een winkelcentrum. Eerst liep ik langs schappen gevuld met lampen, daarna zag ik een toonbank, meer een eiland, waar kunstgras verkocht werd. Een vrouw stond er, met veel misbaar, een bestelling af te handelen.

Ik wachtte mijn beurt af en kocht een paar vierkante meter van het groene spul. Ik denk dat ik het thuis in de keuken wilde leggen. Maar ondertussen had ik ook die tas met kleren en toiletartikelen nog bij me. Het werd een heel gesjouw.

Na het winkelcentrum kwam ik op een beurs, waar allerlei landen hun planten en dieren tentoonstelden. Ik dwaalde wat tussen grote foto's van oerwouden en bakken met tropische vissen. Uiteindelijk raakte ik aan de praat met een jongeman. Ik vroeg hem waar de uitgang was en vertelde dat ik eigenlijk op zoek was naar een toilet- of doucheruimte.

Hij nam me mee naar een hoek van de hal, waar een metalen schuif was, met daarachter een glijbaan. Het leek op een stortkoker, waar je je vuilniszakken in moet doen, maar hij deed de schuif open en zei dat ik er maar in moest klimmen, met mijn voeten naar voren. Maar wel oppassen voor het plafond, want dat bewoog en ik zou me er eraan kunnen bezeren.

Ik deed wat me aangeraden was en zoefde even later naar beneden. Na een tijdje kwam ik tot stilstand, maar ik was nog niet aan het einde van de glijbaan. Er bleek een opstopping te zijn en ik moest wachten, tot de mensen voor me uitgestapt waren. Ondertussen maakte ik me een beetje zorgen over de persoon die na mij zou komen en of ik niet, door hem of haar, in mijn nek geraakt zou worden.

Gelukkig werd ik op tijd wakker en deze keer wel in mijn eigen bed.


2 – Mijn oude jas

Van mijn vrouw kreeg ik, lang geleden, zeker 25 jaar, een jas cadeau voor mijn verjaardag. Het was en is – ik draag hem nog steeds wel eens – een dure jas, van het merk Tenson. Van buiten is hij gebroken wit, van binnen mosgroen en hij is voorzien van allerlei zakken, vakjes en ritsen. De capuchon kun je oprollen en in de kraag verstoppen. Heel handig.

De jas lijkt veel op de jassen die inspecteur Schimanski droeg, in de oude afleveringen van Tatort, uit de jaren '70. Mijn vrouw was, in haar jonge jaren, een fan van Schimanski, vandaar. Voor mij is het een halflange jas. Maar ik werkte ooit samen met een jongeman, die twee koppen groter was dan ik en die net zo'n jas had. Voor hem was het een jack.

Vannacht droomde ik over die jas. Ik had ontdekt dat de jas oorspronkelijk bedoeld was voor een robot en van het bedrijf waar ik voor werkte, had ik de opdracht gekregen om uit te zoeken hoe dat precies zat.

Ik had inmiddels 4 gelijksoortige jassen gevonden en dacht dat er in de kraag een label moest zitten, dat verwees naar de robot waar de jas bij hoorde. Ik was met 2 jassen op weg naar het bedrijf, dat gevestigd was in een glazen gebouw, op een tamelijk kaal industrieterrein. Voor het bedrijfspand was een weg, met in de middenberm een bushalte en een paar schriele boompjes.

Daar had ik de jassen even aan een paaltje gehangen. Toen ik ze op wilde gaan halen stak er een enorme windvlaag op. Er kwam een man voorbij gerend, helemaal in het zwart gekleed, met een dun snorretje, een masker en een zwarte sombrero. Een beetje als Zorro, maar dan wat corpulenter. Hij werd door de wind voorbij de bushalte geblazen. Daar kwam hij, met een ontstelde uitdrukking op het gelaat, netjes op zijn voeten terecht.

Toen het wat rustiger was wilde ik mijn jassen gaan pakken, maar die waren weg. Had de wind ze weggeblazen ? Nee, wat verderop was, langs de weg, een modderige plas waar ik een man in de weer zag, met 1 van de jassen. Hij stampte erop, tilde hem op en hield hem in de lucht, om hem dan weer in de modder te smijten en er op te stampen.

Ik liep er naar toe om mijn jas terug te vragen en verwachtte wel enige tegenstand. Maar toen ik dichterbij kwam zag ik dat het geen man was, maar een slordig geklede vrouw. Ze gaf me, zonder morren, de jas en bleek ook de 2e te hebben, die ze heel klein had opgevouwen.

Daarna werd ik wakker.

Voor wie dacht dat ik het over het liedje van Dorus ging hebben (en meneer Cor Steyn, de beroemde organist) hier een link naar YouTube, met bewegende beelden. 

Voor wie niet weet wie Dorus en Cor Steyn waren, of Schimanski, is er altijd Wikipedia.


 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 en deel 7 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige (gezamenlijke) verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 26 januari 2025

Natuurlijk doe ik mee aan de Tuinvogeltelling


Ja, wat een vraag!
Ik doe al mee sinds mensenheugenis. Nou ja, in ieder geval zolang als ik me herinneren kan. Het oudste bericht erover, op ons Stripblog, is van januari 2011 en toen schreef ik dat ik al jaren meedeed:

'Ik heb geen notitieblok op de vensterbank liggen. Maar ik kijk wel graag naar de vogels als die op mijn balkonnetje van het vogelvoer komen eten, dat is geen geheim. En om dan eens per jaar te turven hoeveel er van de verschillende soorten, in een half uur, langs komen, dat vind ik wel leuk.'

Ik schreef ook dat er in 2010 37.000 vogelliefhebbers een telling ingeleverd hadden. Dat vonden we toen heel wat. Zij telden toen ruim een miljoen vogels. Vorig jaar deden er bijna 114.000 mensen mee, die samen 1,7 miljoen vogels telden. Drie keer zoveel deelnemers, maar niet drie keer zoveel vogels. Daar moeten we misschien geen conclusies aan verbinden, maar dat het met de natuur in ons land niet goed gaat, is een feit.

Maar kom, vandaag zijn we optimistisch ! Dat ben ik ook elke keer weer als ik de tuinvogels ga tellen. Op het balkon dus, want een tuin hebben we niet. Meestal vallen de resultaten wat tegen, een vogeltje of 4 – 5, meer niet. Maar het is geen wedstrijd !

Om de situatie even te schetsen, voor de mensen die mijn blogs niet wekelijks volgen: Ik woon op drie hoog, tegenover een rij hoge eiken en beuken, met daarachter een vijver en een verzorgingsflat. Rechts daarvan heb ik uitzicht op een park, met nog meer hoge bomen en vijvers.

Mooi vogelterrein, ook als je weet dat een boogscheut, of een steenworp, in ieder geval niet ver weg, ook nog het Baarnse bos is en de bossen rond Paleis Soestdijk. Ietsje verder weg zijn de Eempolders. Allemaal binnen een afstand waar de gemiddelde vogel zijn vleugel niet voor omdraait. Ik zie hier dus van alles overvliegen, van reigers en ooievaars, tot buizerds, ganzen en aalscholvers.

Dat soort vogels komt natuurlijk nooit op ons balkon. Ik moet het doen met tuinvogels als houtduiven, kauwtjes, koolmezen, pimpelmezen, merels en roodborsten. Niks mis mee, ik geef ze allemaal, met veel plezier, het hele jaar te eten. Er komen ook typische bosvogels, zoals de boomklever en de grote bonte specht. De huismus, die elk jaar het meest geteld wordt, is ook aanwezig in onze buurt, maar die blijft doorgaans aan de andere kant van het flatblok, bij de laagbouw, zitten.

De bescheiden aantallen die ik tel zijn een terugkerend thema in mijn verhaaltjes over de Tuinvogeltelling. In 2013 schreef ik:

'De afgelopen jaren vielen de aantallen, bij mij, een beetje tegen. Ik kwam niet verder dan 4 vogeltjes, terwijl het landelijk gemiddelde op 18 exemplaren lag. Nu is het bij mij 's winters ook minder druk dan 's zomers. Maar dit jaar is de aanloop, of liever aanvlucht, heel aardig. Ik denk dat ik toch zeker op 5 moet kunnen komen.

Als ik nou net als de vorige keren wacht met tellen tot er minstens 1 vogel op het balkon zit, dan zal het wel goed gaan. Misschien lukt het me zelfs om een paar getelde vogels te fotograferen...!'

Toen plaatste ik mijn foto's op Twitter, maar dat account heb ik opgezegd toen Elon Musk er de baas werd. Nu zul je de foto's moeten zoeken op Facebook , of Bluesky (53 volgers inmiddels !).

We zijn misschien een beetje somber, momenteel, vanwege Musk, Trump, Wilders en Schoof, maar ook dat is niets nieuws. In 2021 was het land in crisis, schreef ik, want er was een pandemie. Niet dat er echt problemen waren want:

'Laten we eerlijk zijn: de supermarkt ligt vol levensmiddelen, er komt warm en koud water uit de kraan, de elektriciteit doet het, we hebben breedband internet en de pakjesbezorger legt de bestellingen veilig op de trap. Kortom, er staat ons weinig in de weg om ons met de belangrijke zaken van het leven bezig te houden.'

De Tuinvogeltelling dus:

'Virusveilig, want gewoon vanuit huis. Ieder voor zich, maar toch samen en gezellig, voor één doel. Het Tuinvogeltellen is ook een soort demonstratie, we laten zien dat we nog niet helemaal de weg kwijt zijn. We laten ons het hoofd niet op hol brengen door virussen, maatregelen en protesten. We houden oog voor de natuur en vogels om ons heen.'

En zo is het ook nu. Rechtse wereldverslechteraars mogen dreigen de hele wereld in de soep te laten lopen, wij trekken ons daar niets van aan en tellen, gewoon, heel gezellig, de vogels in onze tuin. Dat zal ze leren !

En we zijn de enige niet. In België houden ze het Grote Vogel Weekend , in Groot-Brittannië doen ze de Big Garden Birdwatch , In Duitsland is er ook een Tuinvogeltelling, maar dan pas in mei, de Stunde der Gartenvögel . In de winter doen ze een Stunde der Wintervögel , maar die is net geweest.

Kortom, het is heel normaal, leuk en gezellig. Tellen kan nog de hele dag. Alle informatie vind je op https://www.vogelbescherming.nl/tuinvogeltelling

Ps: Ik heb mijn telling gisteren al ingeleverd. Het resultaat was 2 spreeuwen, 2 koolmezen, 1 pimpelmees, 1 merel en 3 kauwtjes. Voor mijn doen een heel mooie score. 


 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 en deel 6 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige (gezamenlijke) verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 19 januari 2025

Blue skies smiling at me


'Blauwe luchten
lachen me toe...'. Het is een bekend liedje, voor wie van wat oudere jazzmuziek houdt. Bluesky is ook de naam van een nieuw sociaal medium, een soort van Twitter, zonder alle negatieve haatberichten en valse informatie.

Maar, omdat ik van oude jazzmuziek hou, doet het mij vooral denken aan de tijd dat ik in een jazzbandje zong en aan Geert-Jan, onze saxofonist en mijn oude makker van toen. Geert-Jan is eind vorig jaar overleden. We zagen elkaar niet veel meer, in de afgelopen 25 jaar, maar hij is met zijn vrouw nog bij ons op bezoek geweest, een half jaar geleden.

Je zou kunnen zeggen dat hij een afscheidstournee deed, want hij wist toen al dat hij terminaal ziek was. We hebben heel gezellig bijgepraat en daarna nog 2 of 3 e-mails gewisseld. Daarna kreeg ik zelf gezondheidsproblemen en moest ik het ziekenhuis in. Toen zijn vrouw ons belde, vlak na de jaarwisseling, vreesde ik al wat de boodschap zou zijn.

Geert en ik kenden elkaar van onze culturele dorpsvereniging. Hij en zijn vrouw hebben daar in het bestuur gezeten, maar hun actieve periode was al voorbij toen de mijne daar begon. Hij trad er een paar keer op met het jazzbandje en ik moet op een zeker moment de stoute schoenen aangetrokken hebben en op ze af zijn gestapt, met de mededeling dat ik wel wilde zingen. Ik herinner me daar niets van, dus zal er wel drank in het spel zijn geweest.

Hoe dan ook, ik heb een paar jaar met ze in het 'schnabbel circuit' gezeten. Bruiloften en partijen, van Alkmaar tot Wijk bij Duurstede. Dat was soms leuk, soms vreselijk, maar vooral een heel aardige bijverdienste. De optredens bij onze eigen vereniging, die we voor een paar consumptiebonnen deden, waren nog het leukst.

Geert was een prima saxofonist, die lekker uit kon pakken in mooie ballades en flink kon swingen in de snellere liedjes. In de pauzes was hij rustig en kon hij, met een glimlach, de wereld om zich heen observeren. Ik heb hem nooit boos of geïrriteerd gezien.

We zijn een paar keer bij hem thuis geweest. Aanvankelijk was dat een groot, vrijstaand huis in Baarn. Het is opvallend dat een aantal van de vroege leden, van onze dorpsvereniging, later in heel grote huizen bleek te wonen. Jeugdig idealisme kan dus nog best een mooie loopbaan opleveren. Je hoeft niet allemaal in een huurflatje te eindigen. Hoewel dat ook voorkomt, kan ik uit eigen ervaring melden.

We maakten kennis met zijn kinderen, een dochter en een zoon. Toen die de deur uit waren verhuisden Geert en zijn vrouw naar een behoorlijk luxe appartement, vlak bij het station in Baarn. Daar zijn we ook een keer op bezoek geweest. We waren ook op zijn afscheidsreceptie, toen hij met pensioen ging. Hij bleek gewerkt te hebben bij de gemeente Amsterdam, dat had ik nooit geweten.

Dat hij naast saxofoonspelen ook schilderde wist ik aanvankelijk ook niet. Volgens zijn dochter schilderde hij alleen maar foto's na, maar de resultaten waren best leuk. In zijn laatste jaren restaureerde hij ook schilderijen. Hij gaf ons tips hoe we de kunstwerkjes, bij ons thuis, schoon konden maken. Oude olieverfschilderijtjes knappen ervan op als je ze voorzichtig afneemt met een sopje, naar het schijnt. Ik heb het nog niet durven proberen.

Het is jammer dat we, door mijn eigen gezondheidsproblemen, geen contact meer hadden, in de laatste maanden. Maar we hebben in ieder geval goede herinneringen.


En nu zou ik nog iets kunnen schrijven over Bluesky. Ik geloof niet dat Geert zich bezighield met de sociale media, maar misschien is er toch een overeenkomst. Ik kende hem misschien niet goed genoeg, maar hij leek tamelijk onaangedaan door het leven te gaan. Iemand die de problemen niet opzocht en het leven relativeren kon.

Mijn ervaring met Facebook, Twitter en Instagram, zijn over het algemeen positief. Natuurlijk is er veel negativiteit, maar als je die niet opzoekt krijg je er ook niet veel van te zien. Als je, zoals ik, vooral foto's plaatst van zonsopkomsten en vogels, dan krijg je voornamelijk reacties en berichten over zonsopkomsten en vogels. Niet over extreem rechtse politiek en haat tegen buitenlanders.

Ik heb mijn Twitter-account opgezegd toen Elon Musk de boel overnam. Nu ben ik overgestapt van Instagram naar Bluesky. Niet vanwege slechte ervaringen, maar meer uit principe. Mijn Facebook-account hou ik nog wel aan. Waarom zouden we de sociale media helemaal over moeten laten aan de herrieschoppers ? Ondertussen heb ik dus ook een nieuw account aangemaakt op Bluesky, dat vriendelijker en positiever belooft te zijn.

Mocht je mij willen vinden op het 'nieuwe' Bluesky dan moet je een account aanmaken (het is gratis) en zoeken naar jandestripman.bsky.social. Het ziet er daar best gezellig uit en zelf zeggen ze dat het een sociaal medium is dat echt sociaal is. Zoals het zou moeten zijn. Dat lijkt me best prettig.

Ps: Bluesky bestaat sinds 2021 en wordt omschreven als een microblog, vergelijkbaar met X (voorheen Twitter). Aanvankelijk kon je alleen op uitnodiging een account openen, maar in 2024 is dat losgelaten. Sindsdien is het aantal gebruikers gestegen tot ruim 15 miljoen. Er is geen reclame op Bluesky. Gebruikers kunnen zelf ingrijpen in het algoritme dat berichten aanlevert.

Ik ben nu ruim een week aan het rondkijken op Bluesky en heb inmiddels 27 volgers. Ter vergelijking: op Facebook, waar ik 14 jaar actief ben en dat 2,2 miljard gebruikers heeft, heb ik 247 vrienden.

Ps 2: Het liedje Blue Skies is geschreven door Irving Berlin voor de muzikale komedie 'Betsy', uit 1926. De eerste opname werd gemaakt door het Imperial Dance Orchestra  , in 1926. De website Secondhandsongs.com heeft een lijst van 629 verschillende uitvoeringen. Van Josephine Baker , via Frank Sinatra en Tommy Dorsey , tot bijna 100 jaar na de eerste opname, Norah Jones en Seth MacFarlane

 

 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige (gezamenlijke) verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 12 januari 2025

Het Land Van Rembrand


Ja, ik geef toe,
het loopt soms een beetje uit de hand. Ik ben momenteel vijf boeken tegelijk aan het lezen. Of eigenlijk om de beurt. Maar twee van de vijf zijn verhalenbundels, of iets dat daarop lijkt, zoals de brieven van Vincent van Gogh. Daar lees ik af en toe eens een stukje in. Het geeft niet als je zo'n boek niet in één ruk uitleest. Dat was ook niet de bedoeling van de schrijver.

Daarbij, vier van de vijf zijn e-boeken, die liggen dus niet in de weg op mijn nachtkastje, of de salontafel. En dat het vijfde boek, een ouderwets papieren exemplaar is, komt alleen omdat het niet als e-boek verkrijgbaar was. Dan had ik het waarschijnlijk nog niet gekocht, maar per abuis kreeg mijn vader twee exemplaren toegezonden, toen ik het aan hem cadeau deed voor zijn verjaardag. En om er nou één terug te sturen, dat ging ons te ver.

Blijven er twee boeken over. Het ene een Engelstalig detective verhaal van S.J.Bennett, waarin koningin Elizabeth, heel bescheiden en amusant, een misdaad oplost en 'Het Land Van Rembrand' van Conrad Busken Huet. Dat laatste is een dikke pil, als e-boek meer dan duizend pagina's en bovendien geschreven aan het eind van de 19e eeuw. Geen boek dat je in één ruk uitleest.

Het verscheen tussen 1880 en '84, in afleveringen, dus om het in gedeeltes door te nemen is eigenlijk wel passend. Daarnaast is 19e eeuws Nederlands net iets moeilijker leesbaar dan onze huidige schrijftaal. Dan wil je tussendoor wel even iets makkelijkers lezen. Maar ter verdediging van de schrijver: het is absoluut geen vervelend of saai boek.

Het begint al heel leuk, in de inleiding, als Busken Huet uitlegt dat er vóór de Gouden Eeuw, die hij laat beginnen in 1550, eigenlijk geen belangrijke personen voortgebracht zijn door ons land. Geen staatsman, geen kunstenaar, geen legeraanvoerder, geen vorst.

Ons land werd overheerst door buitenlandse mogendheden, de literatuur stelde niets voor, de beeldende kunst bestond uit na-aperij, er was geen nationale architectuur, de godsdienst was geïmporteerd en zelfs de man die de aanzet gaf tot de zelfstandigheid van Nederland, Willem van Oranje, was een buitenlander.

Dat zet de vaderlandslievende lezer wel even op zijn plaats. De schrijver gaat vervolgens door met te verklaren dat de Gouden Eeuw wel van belang was, maar dat het daarna alleen maar bergafwaarts is gegaan. En dan heeft hij nog niet eens meegemaakt dat ons land zijn koloniën verloor.

Jullie begrijpen dat ik benieuwd was naar de eerste hoofdstukken. Daarin gaat Busken Huet een flink stuk terug in de tijd. Namelijk naar de kruistochten van de 12e en 13e eeuw. Dat is een periode waar we nu misschien met een zeker gevoel van romantiek, en misschien zelfs trots, op terugkijken. De dappere, christelijke ridders gingen het heilige land bevrijden uit de handen van de moslims. Geweldig toch ?

Nou, dat beeld wordt in het boek hardhandig gecorrigeerd. De kruisvaarders waren niets ontziende moordenaars, verkrachters en plunderaars. De schrijver vergelijkt ze met kwaadaardige poliepen en van eventuele religieuze idealen blijft in zijn beschrijving weinig over. Dat kwam voor mij niet helemaal als een verrassing, ik had al eerder boeken gelezen waarin de kruistochten er niet zo best vanaf kwamen.

Toevallig zag ik laatst, op een van de Discovery TV-kanalen, een stukje over de recente verwoestingen, die IS-strijders aangericht hebben, in het antieke Ninive, in Irak. Historische overblijfselen van deze, meer dan 2500 jaar oude, stad zijn door de extremistische moslims vernield. Archeologen zijn momenteel bezig om de boel weer een beetje te herstellen.

Bij zo'n reportage vraag je je af hoe die fanatici er nou bij komen om zoiets te doen. Maar het deed me ook direct denken aan een passage in Het Land Van Rembrand, over de verovering van de Spaanse stad Cadiz, door de kruisvaarders, in 1260.

Cadiz is een stad in het zuiden van Spanje, aan de kust van de Atlantische Oceaan, niet al te ver van de Straat van Gibraltar. In de 13e eeuw was dat deel van Spanje in handen van moslims. De Moren worden ze ook wel genoemd. Zij hadden paleizen en moskeeën gebouwd en prachtige tuinen aangelegd met citrus- en amandelbomen.

De kruisvaarders kwamen voorbij gevaren, op weg naar het beloofde land, en dachten: dat Cadiz pikken we even mee. De stad werd ingenomen, de bewoners vermoord, of op de vlucht gejaagd. Alles wat draagbaar was werd afgevoerd. Vervolgens werden de paleizen en moskeeën vernield en alle vrucht- en notenbomen omgehakt. Wat er daarna nog overeind stond werd in brand gestoken.

Op Wikipedia wordt de verovering van Cadiz genoemd als onderdeel van de 'reconquista', het terugveroveren van het Iberische schiereiland op de moslims. Maar het was vooral plunderen, moorden en zinloos vernielen.

Busken Huet citeert uit verslagen van moslims, uit die tijd, en daarin worden de kruisvaarders omschreven als barbaren die geen enkele waardering voor kunst en schoonheid hadden. Je kunt het er alleen maar mee eens zijn. Maar het waren wel onze voorvaderen.

De Gouden Eeuw moet dan natuurlijk nog komen. Misschien wordt daarin weer iets hersteld van onze nationale trots ?

Het Land Van Rembrand werd indertijd positief ontvangen en wordt nog steeds beschouwd als een belangrijke studie over de 17e eeuw. Maar Busken Huet heeft nauwelijks van dat succes kunnen genieten. Hij overleed in 1886 en had toen minder aan het boek verdiend, dan hij uit had gegeven aan de naslagwerken die nodig waren om het te schrijven. Dat is ook wel een les, voor alle ambitieuze schrijvers. Boeken maken kost geld en er zijn maar weinig auteurs die er iets aan verdienen.

Ps: We zijn gewend om de naam Rembrandt met 'dt' te schrijven, maar Busken Huet deed dat niet. Hij schreef Rembrand, zonder 't'. Dus heb ik me daar, hierboven, aan gehouden.


 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 en deel 4 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige (gezamenlijke) verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 5 januari 2025

2025, het jaar nul en appels en peren


Het is een discussie
die ik me nog herinner, van de jaarwisseling van 1999, naar het jaar 2000. Er waren nogal wat mensen, kranten en andere media, die terug gingen blikken op de 'afgelopen eeuw'. Maar die eeuw was nog helemaal niet afgelopen. Dat zou hij pas zijn als het jaar 2000 voorbij was, bij het begin van 2001. Je telt immers van 1 tot en met 100, om een eeuw vol te maken. In dit geval dus van 1901 tot en met 2000. De 21ste eeuw begon dus niet in 2000, maar in 2001.

Nu is het ook weer zover. Men wil terugblikken op de eerste 25 jaar van deze eeuw. Maar dat zou een terugblik in de toekomst zijn, want het 25ste jaar van de eeuw is nog maar net begonnen. Daar is het misverstand weer, dat een eeuw, een decade, of de hele jaartelling zou beginnen bij een jaar nul.

Als je begint met 10 appels te tellen, dan zeg je niet bij de eerste appel: dat is appel nul. Neen, beste lezers, de eerste is appel 1. Het eerste jaar van de eeuw, decade en ook jaartelling is dus niet een jaar 0, 2000, of 2010. Het juiste beginjaar is 1, 2001 en 2011. Dus: de eerste 25 jaar van deze eeuw vingen aan in 2001 en zijn pas afgelopen als het jaar 2026 begint. We moeten nog iets minder dan een jaar wachten voor we kunnen terugblikken.

Ik gooide dat in een vriendenclub en kreeg een reactie terug van een vriend die dacht dat het toch anders zat: '...als ik de eerste 25 jaar van mijn leven herdenk, vervalt jaar 0 dan (van geboorte tot 1e levensjaar....) ? Volgens mij begint je eerste jaar bij 0 en eindigt dit bij 1, je 25e jaar begint dan bij 24 en eindigt dan met je 25e verjaardag...'

Ja, het is een beetje verwarrend, dat geef ik toe. Je begint je leven bij 0. (Eigenlijk was je er toen al een maand of 9, maar dat even terzijde, in onze cultuur tellen we dat niet mee.) Je begint dus bij 0, maar je bent nooit 0.

Als je eenmaal de moederschoot succesvol verlaten hebt ben je 1 seconde, 2 minuten, 3 uur, 4 dagen, 5 weken, of 6 maanden oud. Tot je, na een jaar, 1 jaar oud bent. Maar dat eerste levensjaar is niet je 0ste jaar, maar je 1e (de naam eerste levensjaar verraad dat eigenlijk al, zoals de oplettende lezers opgemerkt zullen hebben).

Zo zit het ook met jaartellingen. Even afgezien van het feit dat we de onze pas eeuwen na het jaar 1 hebben ingesteld, begin je wellicht bij 0, maar 0 is geen jaar. Nul is niets ! Nul is een denkbeeldig moment, tussen twee dingen in. In dit geval passeerden we het moment 0, tussen het eerste jaar voor en het eerste jaar na het begin van de jaartelling. Daarom is er dus geen jaar 0, geen dag 0, zelfs geen uur, minuut , of seconde 0. Nul was voorbij voor iemand het in de gaten had.

Het is misschien moeilijk te vatten, maar het werkt net zoals met de namen die we aan eeuwen geven. We leven nu in de 21ste eeuw, maar er zit helemaal geen 21 in het jaar waarin we leven ! We zitten nu in 2025 !! Maar toch is het de 21ste eeuw en was de vorige de 20ste. Dat komt omdat de eerste eeuw ging van 1 t/m 100, de tweede van 101 t/m 200 enzovoort tot aan nu.

Even terug naar de appels en peren. De meeste mensen begrijpen wel dat je, als je nog geen appels en peren hebt, je niets, dus nul, hebt. Je hebt pas wat als je het eerste stuk fruit hebt geteld. En daar zit hem misschien ook de verwarring, als je van appels en peren overstapt op jaren. Je hebt pas een jaar als het voorbij is, maar wat heb je dan in de tijd daarvoor ? Dan heb je toch nul jaren, dan is dat toch het jaar nul ?

Ja, dat zou je kunnen denken. Maar het eerste jaar, de naam zegt het al, is het jaar 1. Het wordt misschien begrijpelijker als je het opdeelt in uren, dagen en maanden. Je hebt aanvankelijk misschien nog geen jaar, maar je hebt wel stukjes daarvan. Je hebt nooit nul.

Voor de appels en peren denkers: stel je voor dat je die appels en peren aan het opeten bent. Dan heb je pas 1 appel, of peer, gegeten als hij helemaal op is. Maar daarvoor heb je niet niks. Je hebt, vanaf het moment dat het eten begint, wel al stukjes, hapjes, appel en/of peer weggekauwd en doorgeslikt. Je hebt noooooooit nul.

Tenzij je niet telt, of eet. Dan staat de tijd dus stil en blijf je zitten met een lege maag. Maar laat ik jullie niet in verwarring brengen. Eten en tellen doen we natuurlijk altijd.

Wedden dat we het hier over 25 jaar weer over gaan hebben, als iedereen terug wil blikken op de 1e helft van de 21ste eeuw. In januari 2050... Dat zul je altijd zien. Terwijl wij nu allemaal weten (en hopelijk ook begrijpen) dat dat pas kan in januar 2051. Want dan zijn die eerste 50 jaar pas echt voorbij en je kunt niet terugblikken op iets dat nog niet voorbij is. Een appel die je nog niet opgegeten hebt zit nog niet in je buik. Snap je...?

Ps: Onze verre voorouders voelden al aan dat het cijfer nul verwarring schept en gebruikten het daarom niet. Het concept van een niets, een nul in de rekenkunde, werd bedacht in India, zo'n 1800 jaar geleden. Ik lees dat op de website npokennis.nl , waar een heel artikel staat over de oorsprong van het cijfer nul. Misschien wordt 'het jaar nul', voor sommige mensen, onaantrekkelijker als je weet dat het cijfer 0 in de westerse wereld werd geïntroduceerd, vanuit de Arabische rekenkunde. Samen met de rest van de cijfers die we nu gebruiken. 

 

 
Deze Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 en deel 3 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige (gezamenlijke) verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave.