zondag 31 mei 2020

Pieter en de goeie ouwe tijd


Toen ik, halverwege de jaren '80, lid werd van onze culturele dorpsvereniging stortte ik me er ook meteen goed in. Ik ging naar de soosavond op vrijdag, naar de filmvoorstelling op donderdag, ik was bij iedere tentoonstelling die geopend werd en werd lid van de muziekwerkgroep, zodat ik bij elk concert aanwezig was.

Ik maakte snel vrienden, maar Pieter was daar aanvankelijk niet bij. Hij was coördinator van de film-werkgroep, maar ook bezig met een opleiding. Daardoor kwam hij soms, na afloop van de film, even binnen vallen, maar was hij verder niet zo erg aanwezig.

Dat veranderde toen hij klaar was met zijn studie. Er was een periode waarin hij werkeloos was – of tussen twee banen in – en ik problemen op mijn werk had. Om te voorkomen dat ik thuis met mijn kop tegen de muur ging zitten bonken ging ik vrijwel dagelijks naar het verenigingsgebouw, een 19e eeuws klooster, om Pieter te helpen met allerlei klussen.

Pieter was twintig jaar ouder dan ik, op de meeste vlakken veel meer ervaren, dus ik had er geen probleem mee dat hij de leiding nam. Ik gaf welgemoed het gereedschap aan, hield planken vast, terwijl hij stond te zagen of te boren en zette koffie, of haalde krentenbollen bij bakkerij van Senten, om de hoek.

Ik was erbij toen Pieter zijn 50ste verjaardag vierde. In het piepkleine huisje aan de Parklaan, vlakbij station Soest-Zuid. Een handige locatie want je kon je fiets in zijn tuin stallen, als je met de trein mee moest. Hij was op dat moment een gescheiden vader van drie dochters. Meestal vrijgezel, hoewel er wel eens een blonde vrouw om hem heen hing, die de hele dag met een hoedje op rondliep.

Pieter's woninkje bestond uit één kamer, met een puntdak erop. Onder dat dak, op zolder, was het slaapvertrek. De woonkamer had een houtkachel in de hoek. Aan één kant, met uitzicht op de helemaal dichtgegroeide tuin, was een serre aangebouwd, die hij als kantoortje gebruikte.

Aan de andere kant was een keukentje, ook in een aanbouw. Oorspronkelijk was er geen badkamer, Pieter had zelf een douche aangelegd. Hij had daarvoor de voordeur dichtgetimmerd, maar dat gaf niet, iedereen kwam toch binnen via de keuken.

Van zijn verjaardagsfeest herinner ik me niet heel veel, behalve dat het huis uitpuilde van de vrienden en familie en ik ergens in een hoekje op de grond zat, bij gebrek aan een stoel. Het hoogtepunt van het feest was de uitreiking van een wisseltrofee, die de mannelijke verenigingsleden aan elkaar doorgaven, als ze 50 jaar werden.

Omdat er meer van dat soort gezellige bijeenkomsten waren, waar wel eens wat meer gedronken werd dan verstandig was, bouwde Pieter een uitschuifbare slaapplaats, achterin zijn blauwe besteleend. 'Het was een Acadiane, Jan', hoor ik hem zeggen. Hoe dan ook, als hij er in wilde overnachten moest hij de deurtjes open laten, maar dat was goed voor de ventilatie.

Het zal rond 1990 zijn geweest dat Pieter besloot dat de filmzaal verbouwd moest worden. De rest van zijn werkgroep was daar niet ten volle van overtuigd, dus op een zeker moment ontdekte ik dat hij zo ongeveer in zijn eentje bezig was. Ik ging helpen en later kwamen er nog wat andere leden een handje toesteken.

Het was echt niet alleen zagen en timmeren en schilderen, er was ook tijd voor gezelligheid. Er werd eten gekookt, er was een glas wijn, een biertje, of voor Pieter een jonge klare – Ketel 1 – op zijn tijd, of we gingen eten bij de Griek aan de overkant. En er was ook zo nu en dan een serieus gesprek. Pieter rookte daar dan filtersigaretten bij die hij zelf maakte, door hulzen te vullen met een handig schuifapparaatje, uit een groot blik shagtabak.

En er waren uitstapjes. Weekenden in Gent, op de Veluwe en Goeree-Overflakkee, met andere leden van het filmhuis en de sooswerkgroep. En allerlei feestjes, verjaardagen en barbecues. Pieter was niet altijd overal aanwezig, maar als hij er was was hij een gezellige gast. Waar anderen nog wel eens uit de bocht vlogen, teveel dronken, of ruzie maakten, kan ik me van hem geen incident herinneren.

Het enige voorval dat me bijstaat was toen we, tegen het eind van de zomerstop, de soos in orde wilden maken en constateerden dat een deel van het meubilair, een aantal lage stoeltjes, verdwenen was. Pieter herinnerde zich dat C., één van de verenigingsleden, ze geleend had voor een kinderfeestje en vroeg mij om hem op te bellen.

Er ontstond een hilarisch telefoongesprek waarbij Pieter mij voorzei wat ik tegen C. moest zeggen. Ik gaf trouwhartig Pieters opmerkingen door, die steeds stekeliger werden, terwijl C., aan de andere kant, zich meer en meer beledigd voelde. Maar de stoeltjes kwamen niet meer terug, die hadden de hele zomer buiten in de regen gestaan.

Toen de filmzaal af was vormden Pieter en ikzelf, met Elly – die later mijn vrouw zou worden – en de inmiddels overleden Fred Schilder, de nieuwe filmhuis-werkgroep. Pieter leerde me hoe ik films moest projecteren en later ook monteren. Want bij een vernieuwde zaal hoorde ook een nieuwe projector, waarvoor hij een 'long player' bouwde.

Zo sleepten we het filmhuis door een moeilijke periode heen, want niet alleen de oude werkgroepleden gaven er de brui aan, het publiek bleef ook weg. Ik hoorde dat er nu, vanwege het coronavirus, 'maar 20 bezoekers' tot de filmvoorstellingen toegelaten worden. 20 man publiek ! Daar zouden we toen dolblij mee zijn geweest.


Wordt vervolgd...



De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 en deel 9 van dit verhaal. 

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 - deel 9 - deel 10 - deel 11 en deel 12 van het vorige verhaal.

Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men


zondag 24 mei 2020

De pimpelmezen zijn uitgevlogen !


Ja, die jonge pimpelmees zat echt op mijn hand. Hij of zij had ook helemaal geen haast om te vertrekken. Jonge vogels zijn niet zo schuw, die weten nog niet dat de mensheid niet te vertrouwen is. Nou ja, sommige leden van de mensheid dan, want ik denk dat heel veel mensen hetzelfde zouden hebben gedaan als ik.

Maar laat ik bij het begin beginnen en dat was het nieuwe nestkastje, van houtbeton, dat ik vorig jaar op het balkon hing. Het oude houten kastje begon uit elkaar te vallen en dit, zeer stevige, nieuwe exemplaar zou weer jaren mee moeten gaan.

Het eerste seizoen keek er geen vogel naar om. Dat was op zich niets bijzonders, want de afgelopen tien jaar was het maar een paar keer raak op ons balkon. Het ging daarnaast ook nog een paar keer mis. Dode mezen in het nestkastje, of een nestje met alleen een niet uitgebroed eitje.

In het vroege voorjaar van dit jaar zag ik regelmatig drie pimpelmezen rondvliegen, in de bomen aan de overkant van de straat. Eén van de drie kwam zo nu en dan naar het balkon om de nestkast te inspecteren. Hij of zij vloog zelfs vrij regelmatig heen en weer. Maar ik dacht: met één vogel zal het wel niks worden.

Toen zag ik er ineens twee op het balkon. Zou het dan toch ? Enige tijd later was het er toch weer één. Maar die begon wel steeds regelmatiger heen en weer te vliegen. Tot ik een paar weken geleden vrij zeker was: er zaten jonge mezen in het kastje. Vader of moeder bracht voedsel aan.

Ik bleef het natuurlijk nauwgezet volgen, maar durfde nog niet te juichen. Als er maar één pimpelmees aan het voeren was, zou het dan wel goed gaan ?

Ik probeerde in te schatten wanneer de jongen uit zouden kunnen gaan vliegen en berekende dat dat misschien vorig weekeinde zou kunnen zijn. Uiteindelijk werd het de donderdagmiddag daarna. De blijde gebeurtenis werd aangekondigd door kuikens die met hun kopje uit het nestkastje hingen, terwijl moeder nog met de laatste rupsen aan kwam vliegen.

Hoeveel er precies in het nest zaten weet ik niet. Ik heb er vier zien vertrekken. Eén van de laatsten landde in het voederhuisje, op de hoek van het balkon. Dat werd door de kauwtjes gebruikt om afval uit hun nest te dumpen, dus erg fijn was het daar niet. Ik besloot de jonge mees maar even op weg te helpen, voor er een ekster of kauw langs zou komen.

Eigenlijk verwachtte ik dat mijn verschijning wel genoeg zou zijn, om het mezenkuiken aan te sporen, om naar de bomen aan de overkant te vliegen. Maar het diertje bleef rustig zitten tussen het kauwtjesafval. Ik pakte het voorzichtig op en kon het op mijn gemak fotograferen terwijl het op mijn hand zat.

Uiteindelijk zette ik het in het blauwebessenstruikje aan de balkonrand. Ik moest het vogeltje van mijn hand afduwen. Het bleef een poosje op een takje zitten en vloog daarna toch maar naar de overkant, naar de rest van de mezenfamilie.

Ik heb ze sindsdien niet meer teruggezien.

Het uitvliegen van één van de meesjes heb ik kunnen filmen. 

Foto's van de mezen staan hier en hier op twitter en ook op facebook



De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 en deel 8 van dit verhaal. 

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 - deel 9 - deel 10 - deel 11 en deel 12 van het vorige verhaal.

Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men


zondag 17 mei 2020

Wie was de Screaming Nighthawk ?


De pimpelmezen, in het nestkastje op het balkon, zijn nog niet uitgevlogen. Dus ga ik het over een vreemde vogel hebben, de Screaming Nighthawk.

Laat ik maar meteen zeggen dat Theodore Roosevelt 'Screaming Nighthawk' Jefferson een romanfiguur is, ontsproten aan de fantasie van schrijver Peter Guralnick. Maar Guralnick is vooral bekend om zijn boeken over bestaande muzikanten. Hij schreef een mooie trilogie over de Blues, Country & Western en Soul, zijn tweedelige biografie van Elvis Presley wordt alom geprezen. Dus misschien zit er waarheid achter de fantasie ?

Het is een beetje bij toeval dat ik onlangs zijn roman 'Nighthawk Blues', als goedkoop e-book, tegenkwam. Fictie dus, maar gebaseerd op de ervaringen en kennis, die Guralnick opdeed in zijn omgang met echte muzikanten.

Heel in het kort gaat het boek over de oude blueszanger 'Hawk' Jefferson, die ooit in het zuiden van de VS bekend stond als de 'Screaming Nighthawk'. In de jaren '60 wordt hij herontdekt door drie jonge, blanke bluesliefhebbers. Eén daarvan, Jerry Lipschitz, wordt zijn manager.

Het perspectief, van waaruit het verhaal verteld wordt, wisselt tussen Hawk en Jerry en springt heen en weer in de tijd. De jeugd van Hawk, het hilarische verslag van zijn ontdekking, een auto-ongeval en de gezondheidsproblemen die Hawk daarna heeft en de terugkomst in zijn geboorteplaats, voor wat misschien zijn laatste optreden wordt.

Het ligt voor de hand dat Guralnick veel van zijn eigen ervaringen in de figuur van Jerry heeft gestopt. Hij was zelf ook ooit een jonge, blanke bluesliefhebber, die misschien op zoek ging naar vergeten blueslegenden. En anders heeft hij dergelijke fans ongetwijfeld vaak ontmoet.

Het ligt ook voor de hand om achter de Screaming Nighthawk de zanger Screaming Jay Hawkins te vermoeden. Maar diens kleurrijke levensverhaal - als weesjongetje opgevoed door indianen, een monsterhit met 'I Put A Spell On You', filmrollen en optredens met griezelattributen waar Alice Cooper en Ozzy Osborne een voorbeeld aan namen – dat lijkt niet op wat Guralnick beschrijft in zijn boek.

Er is een andere en betere kandidaat in de, niet zo heel bekende, blueszanger en gitarist Robert Nighthawk. Die maakte, net als Hawk in het boek, plaatopnamen in de jaren '30 en '40, werd herontdekt in de jaren '60 en had een zoon die later ook bluesmuzikant zou worden. Peter Guralnick schreef bovendien de hoestekst, voor de heruitgave op CD, van het live-album 'On Maxwell Street', van Robert Nighthawk.

Er zijn nog meer overeenkomsten. Maar er zijn ook belangrijke verschillen. De echte Nighthawk stierf een paar jaar na zijn ontdekking en werd nog geen 60 jaar oud. In het boek is Hawk al in de '70 en maakte hij de plaatopnamen en de tournees waar de echte Nighthawk nooit aan toe is gekomen. Je zou 'Nighthawk Blues' dus kunnen zien als een weergave van wat er had kunnen gebeuren, als Robert Nighthawk nog 15 jaar langer geleefd had.

Alles bij elkaar is het een mooi en meeslepend boek. Guralnick weet de sfeer, rond de oude bluesmuzikant, met veel gevoel op te roepen en ook de twijfels waarmee zijn manager Jerry worstelt. Er klinkt rauwe muziek op uit het verhaal, er vloeit whiskey, zweet en een enkele traan en hier en daar gaat er iemand vandoor met de geliefde van een ander.

De op werkelijkheid gebaseerde boeken van Guralnick zijn mooi, maar na lezing van zijn enige roman vind ik het jammer dat hij zich, in de rest van zijn schrijversloopbaan, beperkt heeft tot de feiten. Zo smeuig als 'Nighthawk Blues' heeft hij tot nu toe niet meer geschreven. Voor de paar euro's, die het als e-book kost, is 'Nighthawk Blues' een enorme aanrader.



De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 en deel 7 van dit verhaal. 

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 - deel 9 - deel 10 - deel 11 en deel 12 van het vorige verhaal.

Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men

zondag 10 mei 2020

De tijd vliegt


De merels zingen, de koolmezen laten hun fietspompliedje horen, een houtduif koert. Alweer een week voorbij. Het kan aan mij liggen, maar de tijd lijkt te vliegen.

Er zijn de laatste dagen wat meer vliegtuigen in de lucht, trouwens. En op het nieuws gaat het over vliegtuig-maatschappijen die staatssteun nodig hebben, reisorganisaties die failliet dreigen te gaan en de vraag of we nog op vakantie naar het buitenland kunnen.

Er zijn belangrijkere kwesties, lijkt me. Het aantal mensen dat aan het coronavirus overlijdt neemt af, in ons land, maar er komen nog wel nieuwe besmettingen bij. Dus het virus is nog niet weg.

Ik moet telkens denken aan autogordels. Toen we allemaal onze veiligheidsriem om gingen doen nam het aantal verkeersdoden flink af. Maar toen die mooie cijfers bekend werden zeiden we toch ook niet tegen elkaar: Nu kan die gordel wel weer af ?

Een jaartje niet op vakantie naar een warm land is echt geen ramp. Ik ben al jaren niet op vakantie geweest, zelfs niet naar een koud land. De zomers zijn bij ons de laatste tijd ook knap warm. De huur, of hypotheek, van je huis gaat toch gewoon door. Je tuin, of balkon, heb je niet voor niets opgeknapt. Ga daar dan eens lekker van genieten.

Ondertussen is het wel zeker dat er jonge pimpelmezen in het nestkastje op ons balkon zitten. Ik heb ze nog niet horen piepen, maar er wordt in hoog tempo voedsel aangevoerd. Alleen vraag ik me af of het misschien een éénoudergezin is. Ik zie maar één mees heen en weer vliegen.

Dat hoeft geen ramp te zijn. Als er maar genoeg rupsen aanwezig zijn, kan ook één mees succesvol een broedsel groot brengen. Maar het verhoogt de kans op mislukken wel. Spannend. Misschien vliegen ze komende week uit.

En afgelopen week is Little Richard overleden. Niet aan het virus. Hij was een opmerkelijke man. Ogenschijnlijk vol tegenstrijdigheden, diep gelovig en een extravagante rock & roll zanger. Staand aan de piano, wat makkelijk kon want hij was niet zo groot van stuk, met blikkerende tanden en de blik van een bezetene in zijn ogen, onzinnige teksten uitschreeuwen. Tutti frutti, whap bap a loola, whap bam boom !

Dat waren nog eens tijden. Toen gingen we ook niet elk jaar een paar keer op vliegvakantie. Maar dansten we thuis, bij de platenspeler, op rock & roll... En brachten buiten de pimpelmezen hun jongen groot...



Een paar foto's van de pimpelmezen staan op Twitter...



De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 en deel 6 van dit verhaal. 

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 - deel 9 - deel 10 - deel 11 en deel 12 van het vorige verhaal.

Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men

zondag 3 mei 2020

Zeldzame strips en oude detectives


Hier is alles nog steeds goed, hoor. Geen zieken en geen ernstige andere problemen. De pimpelmezen vliegen regelmatig heen en weer naar het nestkastje, maar ik denk dat er nog geen kuikens zijn uitgekomen. De dropplant is op balkon geknakt door de wind, maar dat was hij vorig jaar ook en toen heeft hij later prachtig gebloeid.

En we vermaken ons ondertussen prima, met af en toe wat gezang en gitaarspel. Ook lees ik vrolijk verder in, meestal, spannende e-boeken. Die ik deels gratis download, omdat ze meer dan 100 jaar geleden geschreven zijn.

Eén van die gratis boeken was van Emile Gaboriau, een Franse schrijver en journalist, die wordt gezien als een pionier van het detectiveverhaal. Ik las een Engelse vertaling van zijn roman 'Gevangen In Het Net', geschreven rond 1860, maar dat viel me niet mee. Het verhaal was nogal langdradig, dus na een bladzijde of 150 vond ik het wel genoeg.

Ik sloeg een flink stuk over en ging naar de laatste paar hoofdstukken, zodat ik in ieder geval zou weten hoe het afliep. Uiteindelijk bleek, op de laatste pagina, dat dit pas deel 1 was van het verhaal, de spannende ontknoping zou komen in het volgende boek. Had ik daarvoor dagen lang, tegen heug en meug, doorgelezen !?

Gelukkig zijn er genoeg boeken die wel leuk zijn. Bijvoorbeeld van een andere vroege detectiveschrijver, Carolyn Wells, een Amerikaanse, die leefde van 1862 tot 1942. Het leuke is dat ze ook teksten schreef voor stripverhalen, die in de kinderbijlage van de krant verschenen. Het loont de moeite om op internet te zoeken naar 'The Adventures of Lovely Lilly'. Mooi tekenwerk, door G. F. Kaber, en leuke verhaaltjes op rijm. 

Het detectiveverhaal dat ik van Wells las heet 'A Chain of Evidence', speelt in New York en verscheen in 1912. Het is een prima boek, hoewel de schrijfster de neiging heeft om de raadselachtige feiten, rondom de moord op een rijke oude man, wat te vaak te herhalen. Opmerkelijk is verder dat ze de vooroordelen van de vroege 20ste eeuw zo getrouw weergeeft.

De vrouwen in haar boek zijn emotioneel en wispelturig, of moederlijk en zorgzaam. De mannen zijn de logische denkers. Het schrilste portret wordt geschetst van het zwarte dienstmeisje, dat beschreven wordt als een, kromtaal brabbelende, malloot. Waarschijnlijk keken de New Yorkers aan het begin van de 20ste eeuw zo tegen hun gekleurde medemensen aan, maar stilletjes hoopte ik in een boek, dat door een vrouw geschreven is, wat meer verlichte ideeën te lezen.

Als je over dit soort ouderwetsigheden heen leest is 'A Chain of Evidence' best een leuk boek, hoor. Grappig is dat pas in de laatste paar hoofdstukken Fleming Stone, de eigenlijke detective, opduikt. Hij weet van wanten want, terwijl iedereen tot dan toe het spoor helemaal bijster was, lost Stone daarna de zaak razendsnel op.

Bij Wikipedia lees ik dat Carolyn Wells op het idee kwam om detectives te gaan schrijven toen ze, in 1897, een verhaal van een andere schrijfster, Anne Katherine Green, hoorde voorlezen. Dat maakte me nieuwsgierig, dus ben ik nu een boek van Green aan het lezen, haar eerste succes, 'The Leavenworth Case'.

Toen het verscheen ontstond er een discussie, schrijft Wikipedia, over de vraag of een vrouw wel in staat kon zijn om zo'n spannend verhaal te schrijven. Green werd later de moeder van het detectiveverhaal genoemd en dat is begrijpelijk als je weet dat haar eerste romans verschenen, 10 jaar voor Sherlock Holmes zijn debuut maakte.

Ze was een van de eersten die een serie boeken schreef met dezelfde detective in de hoofdrol. Ze introduceerde ook een oudere, vrouwelijke speurder die model zou kunnen staan voor Miss Marple. Het lijkt er dus op dat Conan Doyle en Agatha Christie, in haar voetsporen, hun populaire helden ontwikkelden.


E-boeken van Wells en Green zijn gratis te downloaden bij het Project Gutenberg.  En je hebt niet per sé een e-reader nodig om ze te lezen. Dat kan ook op je pc, tablet, laptop, of op de smartphone.



De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van dit verhaal. 

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 - deel 9 - deel 10 - deel 11 en deel 12 van het vorige verhaal.

Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men