Al heel lang ben ik een fan van Van Morrison. Ik had een hele reeks LP's van hem in mijn platenverzameling. 'Moondance', 'Tupelo Honey', 'His Band & The Street Choir', 'Astral Weeks', prachtige albums die hij in de jaren '70 maakte en ook een aantal latere, toen zijn muziek soms een beetje zweverig werd.
Maar als fan ben ik nu in tweestrijd tussen de oude Van – die zulke mooie albums maakte – en de huidige – die een dubbel-cd vulde met anti-corona-samenzwerings-liedjes. Dus het was met enige aarzeling dat ik aan 'When That Rough God Goes Riding: Listening to Van Morrison' begon, een boek geschreven door rock-journalist Greil Marcus.
Het dateert van 2010, ver voor de coronapandemie, dus over de laatste jaren zal ik niets lezen. Het is ook geen biografie, een boek dat begint bij de geboorte van de hoofdpersoon en zijn/haar leven netjes beschrijft. Marcus schrijft over de liedjes, over wat hij hoort als hij naar Van Morrison luistert. Over de zoektocht van de zanger naar dat ene ongrijpbare moment, hij noemt het 'yarragh', een noot, een klank, iets van perfectie.
De liefhebbers weten dat Morrison vaak lang uitgesponnen nummers zingt, waarin hij woorden, strofen, klanken, eindeloos herhaalt, omkeert, zucht, steunt, schreeuwt. Persoonlijk vind ik dat niet zijn sterkste muziek, maar nu begrijp ik dat het om de yarragh gaat. Een voorbeeld dat Marcus geeft is het nummer 'Caledonia Soul Music'.
Het is eigenlijk geen lied, het zijn maar twee akkoorden, die eindeloos worden herhaald. Van zingt nauwelijks, maar hij speelt wel gitaar, te horen door het rechterkanaal. Je hoort hem zoeken en soms prutsen op de snaren. En hij geeft aanwijzingen.
Zijn gitarist, John Platania, bespeelt de mandoline, op het linkerkanaal. Pianist Jeff Labes strooit hier en daar een luchtig nootje, terwijl bas en drums een regelmatig tempo aanhouden en het volume zwelt en weer afzwakt en weer aanzwelt. Saxofonist Jack Schroer speelt een sfeervolle solo, met lange noten. De mandoline neemt het weer over, Van Morrison neuriet een beetje mee, roept iets onverstaanbaars en het volume golft weer omhoog.
Zo jamt de band 17 minuten door. Greil Marcus schrijft dat het is alsof ze door een donker bos lopen, op zoek naar het licht.
Volgens de commentaren onder het clipje, op YouTube, is het het mooiste wat Van Morrison ooit produceerde. Bij sommigen roept het herinneringen op aan verloren dierbaren, anderen worden er vrolijk van. Eén ziet het als verzet tegen het systeem, dat ons er onder probeert te houden – dat moet een fan van de nieuwe Van zijn. Maar de opname dateert uit 1973, toen was Van nog niet bezig met 'het systeem'. Wel had hij een fijne band, waar hij een geweldig mooie live-Lp mee opnam, 'It's Too Late To Stop Now'.
Greil Marcus beschrijft in zijn boek nog veel meer liedjes en zoektochten. Hij geeft er ook achtergrondinformatie bij, zodat je uiteindelijk toch veel te weten komt over het leven en de loopbaan van Van Morrison. Als fan kende ik de meeste nummers wel, die hij beschrijft, maar ik ben toch een paar keer gaan luisteren. Was het echt zo mooi ? Hoor ik er in wat Marcus hoort ? Niet altijd, moet ik eerlijk bekennen.
Misschien ben ik te nuchter ? Misschien hou ik teveel van liedjes met een kop en een staart ? Die heeft Van Morrison trouwens ook genoeg opgenomen, al is Greil Marcus daar minder enthousiast over. Maar hij schrijft ergens dat zelfs de mislukkingen van Van Morrison vaak nog beter zijn dan de hits van andere muzikanten. Volgens mij is Marcus ook een fan.
'Caledonia Soul Music' is nooit op een officieel album verschenen, alleen een keer live gespeeld, illegaal opgenomen en als bootleg uitgebracht. Van Morrison noemde zijn band later wel de Caledonia Soul Band, dus misschien heeft hij hier inderdaad iets ongrijpbaars gevonden. Wie nieuwsgierig is en best 17 minuten van zijn leven wil geven voor een zoektocht naar de ongrijpbare yarragh, kan terecht op YouTube.
(Over de opname van het nummer vond ik twee verschillende verhalen. Greil Marcus schrijft dat het tijdens een live-radio-optreden is opgenomen, wat de goede geluidskwaliteit zou verklaren. Ergens anders vond ik dat het een studio-opname zou zijn, die niet op de uiteindelijke LP terecht is gekomen.
Muzikanten nemen vaak meer liedjes op dan er op een album passen. De afvallers worden 'outtakes' genoemd en verschijnen soms achteraf, als bonustrack, op heruitgaven, of verzamel-CD's. Of, zoals in dit geval, op een illegale LP, een 'bootleg'. De term is afgeleid van smokkelaars die verboden zaken, vooral drank, in hun laarzen verborgen.)
4 opmerkingen:
Jan dat woord Yarragh dat itrigeeerde me; het rolt zo lekker door de keel. De eerste beschrijving vond ik meteen al in een samenvatting van een boekbespreking over 'Peacebuilding and the Arts' door Scott R. Appleby. Hij "reflecteert op een ontmoeting met muzikant Van Morrison en wijst op de ongerijmdheid tussen de spirituele diepgang van zijn muziek en het onaangename temperament van de artiest. Hij observeert hoeveel bijdragers aan het boek kunstenaars beschrijven die diepere visies op de werkelijkheid oproepen die tegelijkertijd schrijnend en hoopvol zijn. Hij vergelijkt dit met een Yarragh, een term die Yeats gebruikte om een kreet van het hart te beschrijven, een angstaanjagend en gekweld geluid dat te vinden is in Ierse zang en poëzie. Appleby vraagt zich af of de evocatie van de Yarragh door een kunstenaar uitdrukking zou kunnen geven aan Jungiaanse archetypen of gemeenschappelijke oerpercepties van de mensheid."
@martin - Mooi ! Zo zie je dat het niet meevalt om het ongrijpbare te beschrijven...;o)
Je kunt erin horen wat je wil. Uiteindelijk is het de artiest zelf die alleen weet wat hij er tot uitdrukking mee wilde brengen.
@zelfstandig journalist - In interviews zijn ze daar vaak vaag over, hoor...;o)
En het is de taak van de criticus om het muziekstuk, boek, schilderij, of ander kunstwerk te duiden. Op zich een leuke sport...
Een reactie posten