zondag 12 september 2021

Hoe het met Elvis verder ging


Ondertussen
is de logeerpoes weer naar huis, de nazomer een beetje geminderd en heb ik de dikke, tweedelige, biografie van Elvis Presley uitgelezen. Het was een hele kluif, ik begon aan het eerste deel in maart, maar zelfs als je, zoals ik, geen enorme fan van de zanger bent is het zeer de moeite waard.

Schrijver Peter Guralnick laat geen onderwerp onbesproken, elke opnamesessie en elke tournee passeert de revue, elke vriendin, alle hoogte- en dieptepunten. In deel twee gaat het van kwaad tot erger, dus lees je vooral over de negatieve kanten van het geïsoleerde leven van Elvis.

Zijn films, die tot zijn teleurstelling van matige kwaliteit waren en haastig gemaakt werden met zo min mogelijk kosten, werden minder populair. Hij maakte een succesvolle comeback als live-artiest, maar zijn huwelijk liep, mede door zijn voortdurende ontrouw, op de klippen.

Geld was geen probleem, zelfs nadat zijn manager, Colonel Parker, zich een ruim deel van de inkomsten had toegeëigend, bleef er nog genoeg over. Elvis had regelmatig dagen dat hij voor tienduizenden dollars juwelen, of auto's, kocht, om in zijn kringetje van getrouwen uit te delen. Soms had een toevallige voorbijganger ook geluk en gaf hij zomaar een Cadillac weg, omdat hij het kon en het leuk vond om iemand te verrassen.

Ik las ooit dat hij verslaafd raakte aan peppillen omdat hij niet tegen de stress van het optreden kon. Uit het boek blijkt dat het eerder omgekeerd was. In de laatste jaren waren het de live-optredens die voorkwamen dat hij zich alleen maar thuis opsloot. Tijdens de tournees leefde hij een beetje op, ook al was iedereen het er over eens dat hij al lang niet meer optimaal presteerde.

Tijdens zijn diensttijd was Elvis voor het eerst in aanraking gekomen met stimulerende medicatie. Soldaten namen amfetaminepillen om wakker te blijven bij nachtelijke oefeningen, hij deed daaraan mee en ging met een grote pot peppillen naar huis. Hij zag het als medicijnen, niet als verslavende drugs.

Na verloop van tijd was hij helemaal afhankelijk van medicatie, om de dag door te komen en om te kunnen slapen. Maar ondertussen zag hij zichzelf als bestrijder van drugsgebruik. Hij stuurde mensen zijn huis uit als hij doorhad dat ze een sticky hadden gerookt.

Guralnick schrijft dat Elvis zichzelf leek te zien als een soort superheld, compleet met cape, die de jeugd weer op het rechte pad kon brengen en het communisme moest bestrijden. In gesprekken met vrienden, politiemensen en politici mopperde hij op groepen als The Beatles die, in zijn ogen, drugsgebruik verheerlijkten. Dat hij ondertussen zelf een verslaafde was drong niet tot hem door.

Het meest bizarre voorval, in dit verband, kwam in december 1970. Na een ruzie thuis vloog hij, in een opwelling, van Memphis naar Washington, om bij het Witte Huis een brief af te geven en een bezoek te brengen aan het hoofdkantoor van de FBI.

Wonderlijk genoeg werd hij er toegelaten en zelfs ontvangen door President Nixon. Diens medewerkers geloofden werkelijk dat Elvis, als gevierd artiest, een positieve invloed op de jeugd kon hebben en maakten hem speciaal agent van de drugsbestrijdingseenheid.

Guralnick maakt korte metten met de controverse rond het overlijden van Elvis. Uit het autopsieverslag blijkt dat hij van verschillende medicijnen een veel te hoge doses in zijn lichaam had. Hij was naar de tandarts geweest, had pijnstillers gekregen en die met zijn gebruikelijk slaappillen ingenomen. De gecombineerde hoeveelheid was hem fataal geworden. Niets mysterieus aan.

Er is vermoedelijk ook een dik boek te schrijven over wat er allemaal na de dood van Presley gebeurde. Er zijn rechtszaken gevoerd over de nalatenschap en vrijwel iedereen uit zijn omgeving heeft memoires gepubliceerd. Zijn dochter Lisa-Marie trouwde met Michael Jackson, om nog maar een dwarsstraat te noemen. Maar Peter Guralnick heeft zich niet aan die nasleep gewaagd.

Dat hoeft ook niet, de twee boeken zijn zo al monumentaal genoeg. Ze hebben trouwens mijn mening over de muziek van Elvis niet veranderd. De beginjaren waren het leukst. De filmmuziek was over het algemeen niet van heel hoge kwaliteit en de latere jaren was het allemaal nogal sentimenteel en dramatisch.

Peter Guralnick is zelf een fan, maar hemelt zijn hoofdpersoon niet op. Hij veroordeelt hem ook niet maar schetst een helder beeld van hoe een eenvoudige jongen, uit een arm gezin, een van de succesvolste artiesten van zijn tijd kon worden. Hij noemt ook een groot aantal collega-artiesten die beïnvloed zijn door Elvis, of juist invloed op hem hadden. Zo zijn de boeken een schatkamer voor wie, in het algemeen, geïnteresseerd is in de Amerikaanse muziek van de jaren '50 tot '70. Niet per sé alleen voor Elvis-fans, dus. 

 


De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 - deel 9 en deel 10 van dit verhaal
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men
 

3 opmerkingen:

Zelfstandig journalist Antwerpen zei

Elvis had het duidelijk hoog in zijn bol.

Jan de Stripman zei

@zelfstandig journalist - En een wazige blik op de wereld...

martin zei

Jan in die film waar ik het over had (Monochrome: black, white and blue) zat een liedje, Hounddog, dat aangeboden was aan Big Mama Thorton die er maar weinig in zag en dat een hit werd van een vroege Presly, "zo'n witte jongen heeft het tot hit gemaakt," hoorde de schrijver toen hij een scheepsramp had overleeft. Was een prachtig verhaal.