zondag 4 mei 2025

Dudeljo, klinkt zijn lied !


Ik weet niet
of schoolkinderen nog zingen tegenwoordig, maar ik heb het lied over de wielewaal nog gezongen op de lagere school. Als canon – zijn er nog mensen die dat doen ? – zodat je op het eind een hele reeks dudeljo, dudeljo, dudeljo's kreeg. Gevolgd door een wat trager uitgerekt 'eh-hen anders niet'.

Ik loop het de afgelopen dagen weer te neuriën. Dat is omdat cabaretier Hans Dorrestijn een boek heeft geschreven dat 'Dudeljo !' heet en gaat over zijn ontmoetingen met de wielewaal en andere vogels, vissen en mensen. Het is erg leuk en ook verkrijgbaar als e-boek.

Dorrestijn noemt zichzelf een zwakbegaafde vogelaar. Hij trekt er op uit met een verrekijker, vogelgids en een opvouwbaar krukje, maar ziet zelden iets. Als hij eens een vogel ziet dan weet hij meestal niet wat het is, de zang kan hij niet thuisbrengen en zijn vogelreizen worden gekenmerkt door pech. Hij kan er niets van, maar schrijft daar heel leuk over.

Natuurlijk overdrijft hij ook. Hij heeft de wielewaal wel degelijk gezien en gehoord. En de roodmus, de geelgors en nog een paar andere prachtige soorten die ik nog nooit gezien heb. Vrienden en bekenden denken dat ik een groot vogelkenner ben, ze vragen me soms zelfs om advies, maar als vogelaar stel ik minder voor dan Hans Dorrestijn.

Ik heb nog nooit een vogelreis gemaakt en zelfs toen ik nog wat vlotter ter been was ging ik er vrijwel nooit op uit om vogels te spotten. Okee, ik fietste veel en keek daarbij goed om me heen. En later, toen het fietsen niet meer ging, richtte ik ons balkon in als vogelrestaurant. Daardoor kwamen er mooie vogels naar het balkon. Laatst oogstte ik nog bewondering op Bluesky – ik heb inmiddels 240 volgers ! – met foto's van een boomklever.

De grote bonte specht is een regelmatige bezoeker en zelfs de, wat zeldzamere, middelste bonte specht heb ik een paar keer mogen zien en fotograferen. Net als de kuifmees en het sijsje. Dorrestijn schrijft lyrisch over het sijsje. Als je die ziet moet je zolang mogelijk blijven kijken, je vol drinken met sijsjes, want het kan heel lang duren voor je ze weer ziet. Dat laatste klopt, ik heb ze na die ene keer nooit meer op ons balkon gezien.

Maar goed, de ene vogelaar is de andere niet. In het dierenrijk zijn er ook verschillende strategieën om succesvol te bestaan. Er zijn soorten die enorme afstanden afleggen, walvissen en stormvogels bijvoorbeeld, maar er zijn er ook die hun hele leven nauwelijks van hun plaats komen. Schelpdieren die zich aan een rots hechten en dan rustig blijven wachten tot er iets hun kant op drijft, of zwemt. Dat is ook mijn tactiek. De ene vogelaar reist de halve wereld af en ziet niets – zoals Dorrestijn – de ander blijft gewoon thuis en krijgt best leuke vogels op zijn balkon – zoals ik.

Om ook insecten naar het balkon te lokken heb ik het volgezet met bloempotten. (Mijn vrouw zegt dat ik duidelijk moet maken dat er voor ons ook nog genoeg plaats is om te zitten.) In de bloempotten staan allerlei wilde en ook wel wat gekweekte planten. Ik probeer bloemen te kweken die aantrekkelijk zijn voor insecten, maar ben blij met alles dat vanzelf in mijn bloempotten waait. Daar zijn de insecten meestal meer op gericht dan op mijn kweekspul.

Ik heb bijvoorbeeld redelijk wat succes met het havikskruid, dat vanzelf is gekomen en zich elk jaar opnieuw uitzaait. Ook de braam heeft mijn balkon gevonden en bloeit en groeit en draagt donkerblauwe vruchten. Ik heb hem tussen de spijlen van het balkonhek door geleid, wat een decoratief effect heeft. De doornen neem ik voor lief.

Wat ik ook op het balkon heb zijn slakken. Behoorlijk mooie. Segrijnslakken zijn het, met fraaie, bruingemarmerde huisjes. Ze knabbelen wat aan de plantjes, maar dat vind ik niet zo erg. Ze schrapen ook de donkere aanslag, van algen, van het balkon en dat is prettig. Gisteravond keek ik uit het keukenraam en dacht ik dat er een paar zag, in de schemering, op de rand van het balkon. Om beter te kunnen zien stapte ik naar buiten en voelde iets knisperen onder mijn voet. Het zal toch niet ?

Van zo'n stoer slakkenhuis verwacht je dat het stevig is. Dat het weerstand biedt als je er per ongeluk op gaat staan. Dit voelde alsof ik op een kaaschipje stapte. Zo'n dik geel ding. In het donker kon ik niet zien of ik echt een slak verpletterd had, maar ik durfde geen stap verder te zetten en ging weer schielijk de keuken in. Ik probeerde met het lichtje van mijn smartphone, hangend uit het keukenraam, te zien of er echt een platte slak op het balkon lag, maar kreeg geen zekerheid.

Vanochtend ging ik kijken. Niets te zien. Wel zag ik slakkensporen glinsteren in de ochtendzon. Ik heb wel eens gehoord dat slakken hun platgetrapte soortgenoten opeten. De natuur laat niets verloren gaan. Er spelen zich mysterieuze drama's af, op het balkon van een, in zijn beweging beperkte, vogelaar.

Hans Dorrestijn schreef meer leuke boeken en heeft een website, met filmpjes en teksten: https://hansdorrestijn.nl/

Ps: Bij het snooker heeft meervoudig wereldkampioen Ronnie O'Sullivan zijn kansen vergooit door, middenin zijn halve finale, een nieuwe pomerans op zijn keu te laten zetten. Voor de niet-biljarters: dat is het stukje leer op de punt van de biljartkeu. Hij liet ook de 'ferrule' vervangen, het metalen hulsje waar de pomerans opgelijmd is. Wat het Nederlandse woord daarvoor is zou ik niet weten. Het gevolg was dat hij vrijwel geen bal meer kon raken. O'Sullivan zal ontevreden zijn geweest met hoe zijn keu speelde, maar zoiets tijdens een wedstrijd laten doen is niet verstandig. Het duurt even voor een speler aan zo'n ingrijpende verbouwing gewend is. Ronnie verloor, kansloos, van Zhao Xintong.

Mijn favoriet, Judd Trump, speelde een betere halve finale, maar verloor van een nog betere Mark Williams. De finale gaat, vandaag en morgen, tussen de verrassende Chinees Zhao en de veteraan Williams uit Wales. Wie er ook wint het zal een bijzondere kampioen zijn. Williams is, met zijn 50 jaar, de oudste finalist ooit. Zhao komt terug van een schorsing en is nog amateur. Hij heeft zich geplaatst via de voorronden en maakt nu kans om de eerste Chinese wereldkampioen ooit te worden. 

 

 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 en deel 3 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 en deel 4 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 27 april 2025

Een dode Paus, leve de Koning !


Gisteren werd de paus begraven,
of misschien moet ik zeggen: een paus. Want er zijn er al heel wat geweest. Wikipedia heeft een lijst met 266 kerkvaders. Daarvan heb ik er 6 meegemaakt, al moet ik toegeven dat ik aan de eerste, Johannes XXIII, geen herinneringen heb, die overleed toen ik 3 werd (op mijn verjaardag zelfs !).

Daarna kregen we Paulus VI, Johannes Paulus I (die al na een maand overleed), Johannes Paulus II (die het 26 jaar vol hield, bijna een record), Benedictus XVI en Fransiscus. Een grote rol in mijn leven hebben die pausen niet gespeeld. Ik ben niet katholiek, helemaal niet gelovig zelfs en trok me dus niets aan van berichten uit Rome. Ik zal me wel eens geërgerd hebben, als het heel conservatieve geluiden waren, maar meer emoties had ik er niet bij.

Het katholieke geloof heeft een geschiedenis vol geweld, onderdrukking, corruptie en misbruik. Niet veel om trots op te zijn. Paus Fransiscus was een pietseltje progressiever dan zijn voorgangers, dat moet ik hem nageven. Hij zette zich in voor armen, vluchtelingen en het klimaat en dat is mooi van hem. Het is de vraag of die, wat mildere en menselijkere, koers door zijn opvolger voortgezet gaat worden. Laten we het hopen.

Gisteren vierden we ook Koningsdag. Ik ben niet bijzonder koningsgezind, maar met Koningsdag, of eigenlijk liever Koninginnedag, heb ik meer dan met de paus. Toen ik een kind was woonde de koningin, Juliana, de oma van Willem-Alexander, op Paleis Soestdijk, vlak over de grens van ons dorp. Inmiddels woon ik zelf in de wijk Soestdijk, vlakbij het paleis.

Maar met ons gezin deden we niets bijzonders op Koninginnedag. Op school werd er wel gezongen, het Wilhelmus en De Zilvervloot en ik heb met de hele klas wel eens voor het gemeentehuis staan kwelen. Maar het beroemde defilé, in de voortuin van het Paleis, heb ik nooit zelf bezocht.

Later, in de jaren '80 en '90, was Koninginnedag de dag waarop onze culturele dorpsvereniging een kunstmarkt hield. Dat werd al snel uitgebreid met muziekoptredens en ander vertier. Niet alleen heb ik vaak meegeholpen, met de organisatie van dat festijn, maar ik heb ook meerdere malen zelf op het podium gestaan. Met een gitaar, samen met andere muzikale verenigingsleden en soms met een pruik op, of een mal pak aan. Dat waren mooie tijden.

Er was daarbij nauwelijks vlagvertoon. Toen één van de medeleden eens de barruimte versierde, met vlaggetjes en oranje slingers, moesten we daar hartelijk om lachen. Dat de koningin jarig was vormde de aanleiding voor ons jaarlijkse feest, maar meer ook niet.

Mijn gezondheid laat het zo actief vieren, van Koninginnedag en later Koningsdag, niet meer toe. De afgelopen decennia volgde ik het meestal thuis, voor de TV. Ook dit keer. Eerst het afscheid van de paus, met een oranje tompoes en een kop koffie. Mijn vrouw vind het vreemd dat onze koning niet in Rome aanwezig was, maar hij is niet katholiek en had belangrijkere dingen te doen.

Koekhappen en toiletpotwerpen. Nee, hoor, de landelijke koningsdagviering, in Doetichem, was heel keurig, vrolijk en ontspannen. En er was meteen een hoogtepunt met het optreden van Normaal. De koninklijke familie zong dapper mee, met 'Oerend Hard', waarna de dag eigenlijk al niet meer stuk kon.

Het feest begon een uur later om de paus niet voor de voeten te lopen. Dat was al heel wat want de Oranjes hebben op leven en dood gevochten tegen de katholieken. Ons land heeft zijn zelfstandigheid te danken aan bloedige oorlogen tegen de katholieke koning van Spanje. Willem van Oranje heeft ons land losgescheurd van de kerk van Rome en de Spaanse overheersing. (In Spanje hebben ze nu een progressievere regering dan wij, dus achteraf gezien...)

Maar goed, dat is lang geleden, met de paus gaan ze inmiddels vriendschappelijk om. Die had trouwens goed weer bij zijn uitvaart, terwijl het bij ons op Soestdijk, aanvankelijk, mistig en kil was. Dat hadden de weergoden wel andersom kunnen doen. Maar vermoedelijk moeten we dan eerst weer in ze gaan geloven.

De paus en de koning, vanaf half 10 's ochtends. Al met al was het een hele zit en was ik blij dat ik 's middags in slaap kon vallen bij het WK snooker.

(Bij het snooker zit mijn favoriet, Judd Trump, nog in het toernooi, na een goede wedstrijd in de eerste ronde. De publiekslieveling en schaduwfavoriet, Ronnie O'Sullivan, doet het beter dan hijzelf verwachtte. Hij won het toernooi al 7 keer, niet 6 keer zoals ik vorige week per abuis noteerde. Hij maakt kans op een 8ste overwinning en dat zou en record zijn.

Maar er is ook weer een mooie wielerwedstrijd vandaag: Luik-Bastenaken-Luik. Bij de mannen weer geen Nederlandse kanshebbers. Bij de vrouwen is het eerder de vraag welke Nederlandse gaat winnen dan of er een van onze landgenotes juichend over de streep zal gaan. De Belgen mogen in beide categorieën dromen van een overwinning. Dat mogen ze ook nog bij het snooker, trouwens. Hun Luca Brecel staat indrukwekkend te spelen. We blijven het volgen !)

 

 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 en deel 2 van dit verhaal.
 
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 en deel 4 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 20 april 2025

De wereld vergaat, maar daar hebben we het later wel eens over


In 'Het land van Rembrand',
het boek dat Conrad Busken Huet schreef over de Gouden Eeuw, is een hoofdstuk gewijd aan Thomas a Kempis. Dat was een middeleeuws augustijner kanunnik, kopiist, schrijver en mysticus, die beroemd is geworden door zijn boek 'Over de navolging van Christus', dat door moderne gelovigen nog steeds gelezen wordt.

Busken Huet verwondert zich erover dat Thomas, terwijl er moord en doodslag, oorlog en honger heerste in ons land, in zijn kronieken schrijft dat het een gouden tijd was. In zijn kloostercel, tussen zijn boeken, leek Thomas zich helemaal af te sluiten voor de dagelijkse werkelijkheid.

Ik ben dus in goed gezelschap als ik vandaag over sport schrijf en niet over de problemen in de wereld. Want het wereldkampioenschap snooker is gisteren begonnen en vandaag wordt de enige Nederlandse wielerklassieker gereden, de Amstel Gold Race. De wereld vergaat, maar daar kunnen we het later nog wel eens over hebben.

Wielrennen en snooker horen bij het voorjaar. Als de bomen in blad komen en de bloesem bloeit, dokkeren de renners over de kasseien en zitten de snookerfans binnen voor de TV. Het zijn sporten voor mensen met uithoudingsvermogen. Zo'n wielrenner zit al gauw een uur of 6 op de fiets, voor de eindstreep in zicht komt. En de snookerpartijen van het WK duren zeker zo lang. De fans moeten dus zitvlees hebben, al kun je best even tussendoor opstaan om koffie te zetten, of zo.

Wat ook leuk is is dat er geen Nederlandse favorieten zijn. In het snooker speelt ons land geen enkele rol, volgens mij hebben we zelfs geen professionele spelers. Dat is in het wielrennen gelukkig wel zo, maar onze beste renner, Mathieu van der Poel, rijdt vandaag niet mee. Hij heeft zijn voorjaarsprogramma afgesloten – en vier grote koersen gewonnen – en rust nu een beetje uit, voor hij aan de Tour de France gaat beginnen.

Eh... ik moet mezelf nu even tot de orde roepen. Bij de mannen zijn er geen Nederlandse kanshebbers, maar bij de vrouwen natuurlijk wel. Terwijl we maar een paar mannelijke toppers hebben overheersen onze landgenotes, al jaren, het vrouwenwielrennen. Als je hoopt op een Nederlandse overwinning laat dan de mannen maar schieten en volg de vrouwenwedstrijd. Kanshebbers genoeg ! Demi Vollering, bijvoorbeeld, of Marianne Vos. Puck Pieterse misschien zelfs.

Bij het WK snooker zijn alle vrouwelijk deelnemers al in de voorronden uitgeschakeld. Het is eigenlijk best vreemd dat ze niet beter voor de dag komen, want het is een spel dat niet draait om spierkracht. Vrouwen zouden het, in theorie, net goed moeten kunnen als mannen. Maar in de praktijk weten, zelfs de beste vrouwen, maar zelden een partijtje van een mannelijke speler te winnen.

Dat het een moeilijk spel is, dat onverwachte wendingen kan nemen, werd gisterenavond maar weer eens duidelijk. De wereldkampioen van vorige jaar, Kyren Wilson, werd al in de eerste ronde uitgeschakeld door de jonge Chinees Lei Peifan. Daarmee werd Wilson het zoveelste slachtoffer van de 'Crucible Curse', de vloek die op wereldkampioenen lijkt te rusten.

Het kampioenschap wordt sinds 1977 gehouden in het Crucible Theatre in de Engelse stad Sheffield. Het is in al die jaren nog geen enkele speler gelukt om, direct na het winnen van zijn eerste WK-titel, het toernooi in het volgende jaar opnieuw te winnen. Er zijn 20 wereldkampioen geweest die, na het behalen van het kampioenschap, het jaar daarna, het toernooi vroegtijdig moesten verlaten. Er waren er zeven die er zelfs al in de eerste ronde uitvlogen. Er waren er maar twee die, twee keer achter elkaar, de finale haalden.

Er zijn wel theorieën over het waarom van dit fenomeen. Misschien komt het door alle druk die er op de wereldkampioen gelegd wordt, als hij zijn titel komt verdedigen ? Misschien is het omdat hij, in het jaar dat hij zich kampioen mag noemen, meer tijd kwijt is aan huldigingen en interviews ? Misschien heeft hij, voorafgaand aan het WK, teveel toernooien gespeeld ? Of juist teveel feest gevierd ?

Dat laatste kunnen we van Wilson niet zeggen. Die heeft zich een waardig kampioen betoond en een sterk seizoen gespeeld. Hij won vier toernooien en hoeft op de wereldranglijst alleen Judd Trump voor zich te dulden. Daarmee heb ik meteen mijn favoriet genoemd – ja, ik ben een Trump fan ! – Judd heeft het WK al eens gewonnen, in 2019 en heeft, het afgelopen seizoen, drie hoofdprijzen binnengehaald.

Judd Trump heeft het, in de afgelopen maanden, wat rustiger aan gedaan. In voorgaande jaren won hij ook regelmatig toernooien, maar dan bleek op het WK zijn topvorm verdwenen. Teveel wedstrijden gespeeld, zei men dan. Dus heeft hij nu wat rust genomen. De laatste paar toernooien was hij nog niet op zijn best, maar dat kan nog komen.

Het grote vraagteken, in de komende dagen is echter Ronnie O'Sullivan, de beste speler aller tijden. O'Sullivan won de WK-titel al zes keer en was de eerste speler die meer dan duizend series maakte van 100 punten of meer (centuries in snookertaal). Maar O'Sullivan wordt een dagje ouder, hij is 49, ondertussen. Hij staat ook bekend als een grillig genie. Als zijn hoofd goed staat is hij onverslaanbaar, maar helaas staat zijn hoofd niet altijd goed.

Hoe het af gaat lopen ? We weten het over twee weken. Maar eerst wielrennen ! (En tussendoor de wereld redden.) 

Lees ook mijn eerdere blog over Het land van Rembrand en waarom het niet geschreven wordt met een 't' op het eind. 

  

 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 van dit verhaal.
 
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 en deel 4 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 13 april 2025

Lester Bangs, een eenzame woordenwaterval


Schrijven is een eenzame bezigheid.
Tegenwoordig kun je, via het internet en email, vrij snel wat lezers vinden, maar dat is pas als je verhaaltje af is. Tijdens het schrijven ben je in je eentje bezig. Niemand die applaudisseert bij een leuke zinswending, of een geslaagde grap. Vergelijk dat eens met een muzikant die, op het podium, door honderden, misschien zelfs duizenden fans toegejuicht wordt !

Een succesvolle zanger wordt op straat aangesproken, maar niemand herkent een schrijver. Vijftig jaar geleden, in de jaren '70, gold dat nog meer dan nu. Toen was er nog geen internet en geen email en moest je blij zijn als je verhaal, ergens in een tijdschrift, geplaatst werd. De kans dat je er ooit over aangesproken zou worden was nihil.

De Amerikaanse muziekjournalist Lester Bangs beklaagde zich daarover toen hij, begin jaren '70, de leden van de J. Geils Band interviewde. Hij kende ze door eerdere ontmoetingen en had geprobeerd om dit vraaggesprek een originele draai te geven. Dat was niet erg gelukt maar het leek de band wel leuk om hem eens de kans te geven om, op het podium en voor een volle zaal, zijn werk te doen.

Bij hun volgende concert kwam Bangs dus, bij het laatste nummer, het podium op met een oude typemachine onder zijn arm, om live zijn recensie te schrijven. Hij ging aan de slag, maar merkte al snel dat het publiek er niets van begreep. Om toch een reactie los te krijgen gooide hij, bij de laatste muzikale noten, zijn schrijfmachine in stukken. Luid gejuich uit de zaal. Een geslaagde avond.

Ik ben, tussen allerlei andere boeken, al een tijdje bezig in een verhalenbundel van Lester Bangs, postuum samengesteld en uitgebracht door zijn collega Greil Marcus, onder de titel, 'Psychotic Reactions and Carburetor Dung'. Het staat vol kleurrijke muziekverhalen. Bangs was een virtuoze woordenwaterval, die soms allerlei richtingen uitvloog.

Op de omslagfoto staat hij afgebeeld, een wollen muts schuin op zijn donkere krullen, een donkere snor, een zonnebril scheef op de neus, een sigaret in zijn mondhoek. Hij draagt een T-shirt met een onleesbare tekst erop, daar overheen een zwart leren jasje en hij heeft een blikje bier in zijn hand. Die foto en de titel – een verwijzing naar albums van de tamelijk obscure garagerockband The Count 5 – wekken verwachtingen die, in het boek, ruimschoots ingelost worden.

Bangs schreef voor bekende bladen en kranten, zoals Rolling Stone, The Village Voice, Penthouse, Playboy en het Britse New Musical Express, maar vooral voor het, wat minder bekende blad, Creem, waar hij ook een tijdje redacteur van was. Hij groeide op met jazz, maar werd in de jaren '60 gegrepen door de rock & roll en dan vooral de alternatieve, ruige kant daarvan.

Hij was een groot fan van Lou Reed, maar schreef dat hij ook een onbedwingbare drang had om zijn held onderuit te halen. Reed zelf vond dat wel grappig en Bangs maakte een paar mooie interviews, die ontaarden in twistgesprekken, waarin Reed hem moeiteloos de baas bleef.

Hij was enthousiast over de muzikale experimenten van Reed, met name over diens album 'Metal Machine Music', dat door andere critici neergesabeld werd. De LP is helemaal gevuld met gitaar feedback. Het soort gepiep dat je ook krijgt als je een microfoon op een luidspreker richt. Rondzingen noemen we dat.

Hetzelfde gebeurt als je met een elektrische gitaar te dicht bij de versterker gaat staan. De elementen in de gitaar pikken het geluid uit de versterker op en de boel gaat rondzingen. Reed was gefascineerd door dit effect. Bangs vond het geweldig: '...it's great, as a giant FUCK YOU it shows integrity—a sick, twisted, dunced-out, malevolent, perverted, psychopathic integrity, but integrity nevertheless.'

Lester Bangs hield er een wilde levensstijl op na, met veel drank en pillen. Dat werd uiteindelijk zijn ondergang en het boek krijgt een wrange ondertoon als je het verhaal leest dat hij schreef over Peter Laughner, gitarist van de band Rocket From The Tombs, een voorloper van Pere Ubu.

Laughner overleed, op zijn 24ste, aan overmatig drank- en drugsgebruik. Bangs, die hem bewonderde als muzikant en met hem bevriend raakte, beschrijft hoe hij een aantal keer probeerde om Laughner ervan te overtuigen het wat rustiger aan te doen. Tevergeefs.

Bangs hield het zelf wat langer vol, maar overleed ook jong, 33 jaar pas, toen hij probeerde een zware griepaanval te bezweren met pijnstillers. Greil Marcus schrijft dat zijn vrienden denken dat ook meegespeeld heeft dat Bangs, vlak voor zijn dood, abrupt gestopt was met alcohol en drugs gebruiken. Dat zou zijn lichaam zo'n schok gegeven hebben, dat de griep hem fataal werd.

Lester Bangs beschreef en leefde rock & roll. Hij sprong op een sneltrein die ontspoorde, voor hij de noodrem kon vinden. De verhalenbundel 'Psychotic Reactions and Carburetor Dung' is echt wel een aanrader, al zou ik niet aanbevelen om hem in één ruk uit te lezen. En wees voorbereid op zeer kritische verhalen over sommige van je muzikale helden. Al weet Bangs, ook wat dat betreft, soms te verrassen. David Bowie vond hij een aansteller, maar hij is onverwacht positief over Bob Seger. 

 

 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman.
 
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 en deel 4 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 6 april 2025

Geen wolkje te zien


Het voorjaar is begonnen
beste lezers, de bomen krijgen weer bladeren, de vogels gaan broeden, de eerste vlinders en hommels vliegen alweer rond. We zijn misschien een beetje somber, op het moment, over de toestand in de wereld en ondanks het mooie weer. Dus ik dacht laat ik weer eens terugkijken op mijn blog, hoe het een paar jaar geleden was.

Nu hebben we een hele reeks dagen achter de rug met stralend blauwe luchten en zonder een spatje regen. De natuur is te droog, klaagt men, er is gevaar voor bosbranden. En aan de krijgsmacht heb je ook niet veel, wat dat betreft. Die hebben, al oefenend, een flink stuk heide bij Ede in de fik gestoken. Er was zoveel rook dat we het hier op Soestdijk konden ruiken.

Maar goed, terug naar het verleden: Op donderdag 28 april 2011 schreef ik verheugd op ons blog: 'Ha, eindelijk weer eens wolken !' Toen waren er 8 dagen achtereen voorbij gegaan zonder een enkel wolkje aan de hemel. Nou ja, in ieder geval geen wolken bij zonsopkomst. In januari 2022 schreef ik dat er, in het voorafgaande halfjaar, 96 keer een grijze, bewolkte, zonsopkomst was geweest. Het is ook altijd wat !

Op 15 januari 2014 schreef ik dat er crisis was. Ach ja, wanneer is er nou geen crisis. Gelukkig hadden we toen een regering die kordate maatregelen nam:

'...in de moderne participatiesamenleving kan de rijksoverheid niet overal voor opdraaien. Daarom is besloten dat de gemeenten nu ook verantwoordelijk zijn voor de zonsopkomst. Het zal misschien allemaal wat soberder worden, maar met de inzet van werkelozen, arbeidsgehandicapten en ouderen is er vast nog wel iets moois van te maken.'

Een grap van mij, natuurlijk, maar wel een actuele grap. Ook nu wordt er geklaagd dat de gemeenten teveel taken naar zich toe geschoven krijgen en dat de rijksoverheid daar te weinig geld tegenover stelt.

Begin 2019 schreef ik dat ik het hele jaar geen zonsopkomst had gemist omdat ik er telkens vroeg uit moest om te plassen. Toen al ! Ondertussen ben ik daar voor geholpen, maar laat ik daar niet weer over beginnen.

Op zondag 29 juli 2018, een dag met een mooie zonsopkomst, schreef ik over Donald Trump: 'Thuis, in kleine kring, of alleen met Twitter op zijn slaapkamer, slaat hij stoere, rechtse taal uit. Europa is een continent van doortrapte profiteurs, een vijand van Amerika. Noord-Korea kan hellevuur verwachten want onze raketten zijn de grootste.

Maar zodra hij naast zo'n buitenlands staatshoofd staat, of het nou een keurig gekozen Europeaan, of een corrupte dictator is, dan is Trump er de beste vrienden mee. Hij sluit soepel historische akkoorden, doet toezeggingen en de betrekkingen zijn nog nooit zo goed geweest.'

Misschien is het probleem met Trump dat hij zelf niet zoveel ideeën heeft. Men zegt altijd: hij is zo onvoorspelbaar. Dat zou kunnen liggen aan de mensen om hem heen, de verhalen en meningen die hij leest of hoort. Experts zijn verbaasd over wat hij zegt, maar hij heeft het gewoon ergens opgepikt en papegaait het na. Morgen zegt hij weer heel wat anders. Trump is net zo ongrijpbaar als het weer, we hebben er geen invloed op en kunnen het alleen maar ondergaan.

In 2012 schreef ik dat het met de lente niet wilde vlotten, almaar storm en regen. Ik maakte een uitstapje naar de Eempolder, maar: 'Het was een grillige aprildag, met regenbuien en imposante wolkenluchten...'

Een week eerder schreef ik: 'Het is maar een raar voorjaar. Het ene moment warm, dan weer koud.' En over de bloembakken op ons balkon: '...daar is het de afgelopen dagen zo koud geweest dat de meeste jonge plantjes het loodje hebben gelegd.'

De weerkundigen voorspellen dat het volgende week weer wat kouder wordt. Dat is niet ongebruikelijk lees ik, ook in 2012, in een verhaaltje over de bloesembomen in onze straat: 'Aanvankelijk was het heel zacht weer, zodat een paar boompjes al in januari voorzichtig in bloei kwamen. In februari was het steenkoud, daarna begin maart behoorlijk warm en nu vriest het weer 's nachts.'

Maar aan de andere kant: Op 8 april 2018 schreef ik: '...dat de normale temperatuur voor april 12 graden is. Met de 20 graden van dit weekend is het dus behoorlijk warm voor de tijd van het jaar.'

Ik zie nu dat ik vorig jaar, rond deze tijd, ook al een blog schreef over het weer en de lente. Ik schreef toen dat ik daar al 20 jaar stukjes over geschreven had. Om mezelf nog maar eens te citeren:

'Het voorjaar blijft toch in veel opzichten de mooiste tijd van het jaar. Al kan dat ook komen door de winter die er aan vooraf gaat. Kou, donkere dagen, kale bomen, kerstmis en andere narigheid. Dan ben je al gauw blij als het allemaal weer een beetje opklaart en er weer wat groen in de natuur verschijnt.'

Tot volgend voorjaar dan maar.

 

De Strip is gemaakt door de Stripman zelf.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 en deel 3 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 - deel 9 - deel 10 - deel 11 - deel 12 en deel 13 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 30 maart 2025

Rebecca en haar tergend lijdzame slachtoffer


Meestal ben ik enthousiast
als ik over een boek schrijf dat ik pas gelezen heb, maar deze keer moet ik bekennen dat ik het halverwege opgegeven heb. De ouderen onder ons zullen bij de naam Rebecca direct denken aan de roman van Daphne Du Maurier, uit 1938, of aan de verfilming van Alfred Hitchcock van 2 jaar later. Bij ons thuis stond het in de boekenkast, maar toen heb ik het niet gelezen.

Ik kwam de schrijfster tegen in een ander boek dat ik las, 'Murder Most Royal', van S.J.Bennett. Over die detective-auteur heb ik het al eerder gehad. Ze heeft een aantal, heel leuke, boeken uitgebracht waarin de Britse koningin Elizabeth misdaden oplost, geholpen door haar persoonlijke assistente.

De eerste boeken in die reeks verschenen toen Elizabeth, hoog bejaard, maar nog volop in leven was. De schrijfster stond voor een probleem toen het Britse koningspaar overleed. Ze kon moeilijk doorgaan met haar verhalen, alsof er niets gebeurd was. Haar, behoorlijk slimme, oplossing was om de volgende verhalen te laten spelen in de beginjaren van Elizabeths koningschap.

Naast een verdacht sterfgeval, in de buurt van een van de koninklijke verblijven, speelt er nog een ander probleem in het boek. Elizabeth is niet bijzonder populair en komt op de doorsnee Engelsman nogal stijf en kil over. Om daar verandering in te brengen vraagt de koningin raad aan Daphne Du Maurier die, via haar echtgenoot, een hoge militair, connecties heeft met het koninklijk huis.

Kort na het lezen van dat boek kwam ik 'Rebecca' tegen, één van de bekendste romans van Du Maurier. Als e-boek kon ik het voor 1 euro downloaden. Vol goede moed en positieve verwachtingen begon ik eraan.

Laat ik voorop stellen dat het goed geschreven is. Misschien ontwikkelt het verhaal zich een beetje traag, maar het is geen straf om te lezen. Het idee achter het boek is ook best goed. Rebecca is niet de naam van de hoofdpersoon, maar van de overleden eerste echtgenote van de man waarmee die naamloze hoofdpersoon trouwt.

Ze komen elkaar tegen aan de Franse Rivièra, waar zij verblijft als ingehuurde metgezel van een onuitstaanbare, rijke, Amerikaanse dame. Die Amerikaanse dringt zich op aan een Engelse Lord, Maxim de Winter, eigenaar van het beroemde landgoed Manderley, in Zuid-Engeland. Hij raakt geïnteresseerd in die jonge, onopvallende gezelschapsdame, neemt haar mee op autoritjes en vraagt haar uiteindelijk ten huwelijk.

De hoofdpersoon is blij te kunnen ontsnappen aan haar uitzichtloze leven, als arm maar keurig opgevoed meisje, overgeleverd aan de grillen van haar welgestelde werkgeefster. Maar ze is ook werkelijk verliefd op haar edelman en droomt van een idyllisch bestaan aan de Engelse kust.

Dat valt nogal tegen. Eenmaal aangekomen op Manderley blijkt dat iedereen daar nog in de ban is van de overleden eerste mevrouw De Winter. De hoofdpersoon, een nogal kleurloos type, heeft geen schijn van kans tegen de herinnering aan de flamboyante Rebecca. Ze maakt de ene blunder na de andere misstap. Het huispersoneel is weinig behulpzaam en wordt bovendien aangevoerd door een vreselijke huishoudster, mevrouw Danvers, die haar vijandigheid nauwelijks verbergt.

Halverwege het boek komt het tot een crisis, als de hoofdpersoon, opgestookt door Danvers, voor een gekostumeerd bal dezelfde jurk kiest als Rebecca eerder deed. De lezer ziet de ramp al lang van te voren aankomen en dat is maar één van de problemen die ik intussen met het boek gekregen had.

Het verhaal ontwikkelt zich tamelijk traag, zoals ik al zei. De problemen waarin de hoofdpersoon komt zijn niet erg verrassend, maar wat mij het meest stoorde was haar lijdzaamheid. Ik vond het hoe langer hoe moeilijker om met haar mee te voelen en begon me steeds meer aan haar te ergeren. Ze laat alles maar gebeuren, gooit nooit eens haar kont tegen de krib en is wel een heel gewillig slachtoffer.

Ik had haar toe willen roepen: Doe nou eens wat ! Laat ze toch verrekken met hun deftige landhuis ! Ga daar weg ! Maar dat doet ze niet. Uit de inleiding blijkt dat zij en Maxim uiteindelijk wel vertrekken, maar pas helemaal op het eind van het boek en om al het tussenliggende gedoe te lezen was me toch teveel gevraagd. Na het fiasco van het gemaskerde bal vond ik het wel genoeg. Ik gaf het op.

Het zal wel komen door de veranderde tijden. We zijn niet meer zo gewend om vrouwen te zien als willoze slachtoffers, die alle ellende maar over zich heen laten komen. De heldinnen, van moderne romans en films, hebben doorgaans wat meer haar op hun tanden.

Indertijd was Rebecca een heel succesvol boek, een bestseller, waarvan bijna 3 miljoen exemplaren zijn verkocht. De verfilming kreeg een Oscar, er is in 2020 nog een remake uitgebracht op Netflix en het verhaal is gebruikt voor een toneelstuk en een musical.

En Daphne Du Maurier heeft ongetwijfeld echt kennis gemaakt met koningin Elizabeth. Na de oorlog werd haar man medewerker aan het hof. Eerst in dienst van Elizabeth, die toen nog prinses was, later als assistent van haar echtgenoot prins Phillip. Hij en Daphne bewoonden een buitenhuis in Cornwall, 'Menabilly', dat model heeft gestaan voor het landgoed van Rebecca.

 
De Strip is gemaakt door de Stripman zelf.
 
Klik hier voor deel 1 en deel 2 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 - deel 9 - deel 10 - deel 11 - deel 12 en deel 13 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 23 maart 2025

Een dag zonder stroom


Vrijdag was er
een grote stroomstoring op het vliegveld van Heathrow, bij Londen. De oorzaak was brand in een elektriciteitsstation en het gevolg een 'logistieke nachtmerrie', lees ik op de site van de NOS

Heathrow is de grootste luchthaven van Europa, waar dagelijks meer dan 200.000 reizigers gebruik van maken. Er zouden vrijdag meer dan 1300 vliegtuigen hebben moeten landen of vertrekken. Een deel van die vliegtuigen is uitgeweken naar andere vliegvelden, maar een groot aantal reizigers is, door het uitvallen van hun vlucht, gestrand in Londen.

Ook woningen en bedrijven in de buurt van Heathrow zijn getroffen door de storing. We voelen met ze mee, want het toeval wil dat wij, afgelopen week, ook een dag zonder stroom zaten. Bij ons kwam het gelukkig niet door een brand, maar door gepland onderhoud van de netbeheerder. Dat was al een paar weken van te voren aangekondigd, dus we hadden ons voor kunnen bereiden.

De elektrische installatie en de leidingen in onze flat zijn verouderd en moesten deels vervangen worden. Ik schreef al eerder over problemen in onze stoppenkast. Toen zaten we een paar dagen zonder stroom in de helft van ons huis. Daarna is er in onze meterkast het een en ander vernieuwd. We hebben ook al een poosje een slimme meter, maar andere bewoners zaten nog met oude meters en stoppenkasten, die van decennia geleden dateren.

Ik hoorde een paar maanden geleden, van een buurman, over de komende werkzaamheden. Hij had, namens de Vereniging Van Eigenaren, contact gehad met de netbeheerder en een datum doorgekregen. Een paar weken geleden, toen ik terugkwam van boodschappen doen, zag ik dat er beneden bij de voordeur een aankondiging hing. Ha, de werkzaamheden kwamen er aan. Ik keek nog eens goed: er stond een andere datum dan ik van de buurman gehoord had.

Nou, ja, maakte weinig uit. Ik vroeg het nog even na, maar de nieuwe datum klopte. Bij een ander ritje naar de supermarkt had ik de werklieden al bezig gezien, wat verderop in de straat. Ik zag dat ze de stoep open hadden gelegd. Dat betekende dat ik, op de dag dat wij aan de beurt waren, niet naar buiten zou kunnen met de scootmobiel.

We bestelden dus boodschappen om thuis te laten bezorgen. We zorgden ervoor dat onze telefoons opgeladen waren, voor het geval iemand ons zou willen bellen en ik kookte, 's ochtends heel vroeg, water om op te slaan in twee thermoskannen, voor als we koffie of thee wilden maken. Ik ging ook al heel vroeg onder de douche, zodat ik de stroomloze periode fris zou kunnen doorstaan.

Ik had mijn e-reader opgeladen en de accu van mijn laptop. Maar geen stroom betekent ook geen internet, geen TV en geen vaste telefoon. Dat gaat tegenwoordig allemaal via hetzelfde modem, dat afhankelijk is van het elektriciteitsnet. De koelkast zou gaan ontdooien, maar dat was niet zo erg, die mocht wel een keer van overtollig ijs ontdaan worden.

Voor op het toilet had ik wat kerstverlichting, op batterijen, in een glazen lantaarn gedaan en die, heel romantisch, opgehangen aan het kraantje van de wasbak. Onvoldoende om een boek bij te lezen, maar net genoeg om de toiletrolhouder niet op de tast te hoeven zoeken. Ik trok verder, overal in het huis, zoveel mogelijk stekkers uit stopcontacten. Ik had wel eens gehoord dat dat verstandig was, bij een langere stroomonderbreking.

De werklui belden keurig op de afgesproken tijd aan, vroegen of er nog televisies of computers aanstonden en of we nog koffie wilden zetten. Daarna ging de stroom eraf. Het duurde ruim 8 uur voor alles het weer deed.

In de tussentijd lazen we de krant, een e-boek, maakten kruiswoordpuzzels en luisterden naar muziek via de laptop, tot de accu er na een paar uur mee ophield. Op de WC deden we, automatisch, het licht aan en uit, bij binnenkomst en vertrek, ook al maakte dat geen enkel verschil. 

Het is verbazend hoe hinderlijk het toch nog is, dat je geen internet kunt gebruiken, geen berichtjes kunt versturen met je smartphone – behalve dan als SMS – en geen nieuws en sport kunt kijken op TV. (Voor de duidelijkheid: we hebben prepaid telefoons.)

Maar goed, we hebben het overleefd. Het was wel grappig dat we, 3 dagen later, een brief kregen van de netbeheerder. De werkzaamheden werden aangekondigd, alleen een paar dagen eerder dan ze in werkelijkheid hadden plaatsgevonden. De brief was dus niet alleen te laat bezorgd er stond ook een verkeerde dag in vermeld.

Verder gaven ze, als mosterd na de maaltijd, een paar handige tips: Zorg ervoor dat er iemand thuis is (dat waren we). Maak de meterkast leeg (dat hadden we gedaan). Haal de stekkers van gevoelige apparaten uit het stopcontact (check !). Verwarm water voor koffie of thee (jawel !).

Maar ook: Schakel uw vaste telefoon door naar uw mobiel (goed idee, niet aan gedacht). Schakel uw alarm uit en zorg dat de elektrische rolluiken open zijn (hebben we niet, dus geen probleem). Zet bij koud weer de verwarming wat hoger (niet van toepassing, we hebben geen thermostaat en de verwarming gaat niet via onze stoppenkast).

Alles bij elkaar hebben de werklieden keurig werk geleverd, maar de informatievoorziening had wel wat beter gemogen. Toch was de chaos, bij ons, een stuk kleiner dan op Heathrow.

 

 
De Strip is gemaakt door de Stripman zelf.
 
Klik hier voor deel 1 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 - deel 9 - deel 10 - deel 11 - deel 12 en deel 13 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave.