zondag 25 juni 2017

Een gele buikschuier


Vorige week schreef ik over de alarmerende achteruitgang van onze insectenpopulatie. Sindsdien heb hoopvolle dingen gezien en kreeg ik een vraag van een lezer. Geert vroeg me of ik wist waardoor de insecten het zo moeilijk hadden.

Heel in het algemeen komt het door ons, mensen. We zijn met steeds meer en leggen een steeds groter beslag op de ruimte. Waar huizen, wegen, vliegvelden, en industrieterreinen zijn is weinig plaats voor natuur.

Ook wordt de ruimte tussen onze bewoning steeds meer ingevuld en opgeruimd en het land voor agrarisch gebruik steeds intensiever benut, zodat er bijna geen randjes en ruige veldjes meer zijn waar insecten zich thuis voelen. Openbaar groen wordt vooral efficiënt beheerd. Veel struiken worden geruimd en vervangen door makkelijk te onderhouden grasvelden.

Op het grasveldje naast ons huis bloeiden, in het vroege voorjaar, madeliefjes, boterbloemen, paardenbloemen, klaver en vergeetmenietjes. Daarna kwam het groenbeheer maaien. Dat deden ze vervolgens elke week, waardoor het veldje er – mede door de droogte – uit kwam te zien als een dorre, kale vlakte waar niets meer groeide of bloeide.

Daarnaast heb je het gebruik van landbouwgif en de uitstoot van stikstof, door de intensieve veeteelt. Dat laatste leidt ertoe dat de bodem verzuurt en dieren en planten minder kalk op kunnen nemen. Vogels hebben daar last van, die leggen eieren met broze schalen, of krijgen kuikens met zwakke botten. Maar ook insecten hebben kalk nodig, om hun uitwendig skelet op te kunnen bouwen.

We zijn, kortom, niet verstandig bezig en daar ga je nu de gevolgen van zien.

Daar staat tegenover dat best veel mensen hun best doen om hun tuin of balkon insectvriendelijk in te richten. Zelf heb ik een bijenhotel op mijn balkon en probeer bloemen te kweken waar die bijtjes wat aan hebben. Dat lukt heel aardig. Het gaat zelfs zo goed dat ik onder mijn insectenhuisje afgelopen week een dependance heb opgehangen.

Sinds kort weet ik ook welk soort metselbijen er op ons balkon actief is. Aanvankelijk dacht ik dat de wel de meest voorkomende zou zijn, de rosse metselbij. Maar die van mij leken niet erg op de plaatjes die ik vond van dat roodharige beestje. De mijne waren vrijwel kaal, al hadden ze wel net zo'n mooi geel buikje.

Pas toen ik op het idee kwam om te zoeken op 'gele buikschuier' – zo heet dat borstelige onderlijf waarmee de bijtjes stuifmeel verzamelen – kwam ik plaatjes tegen van een ander klein metselend bijtje: de tronkenbij. En dat is precies de mijne, tot en met het op en neer wippen als ze mijn goudsbloemen bezoeken. Ik heb dus tronkenbijen en dat is heel mooi !





De Strip: De strip van deze week is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 en deel 8 van dit verhaal. 

Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Kijk voor voorafgaande episodes van de Stripmannen-saga naar het Strip Jaaroverzicht van 2015 en het Strip Jaaroverzicht van 2014 , of nog verder terug naar het Strip Jaaroverzicht van 2011  -  het Strip-overzicht van 2012 en het Strip-jaaroverzicht van 2013 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men



3 opmerkingen:

Zelfstandig journalist Antwerpen zei

Je zou denken een bij is een bij, maar nee dus ...

Jan de Stripman zei

@zelfstandig Journalist - Er zijn wereldwijd ruim 20.000 soorten bijen bekend, schrijft Wikipedia. In Nederland komen een paar honderd verschillende soorten voor...

martin zei

Wat een geweldige naam!
(Ik fietste vrijdag weer langs de graswoestijnen enlangs het water toch ook door wolken mugjes.)