Vorige week vertelde ik over mijn eerste jaren bij Filmhuis Artishock, in Soest. Deze maand werd het 40-jarig jubileum gevierd, ik was zo'n 15 jaar bezoeker, werkgroeplid en operateur.
Een van de meest memorabele filmavonden die ik, als bezoeker, in het Filmhuis meemaakte was die met de film 'Stop Making Sense', in 1984. Dat was een registratie van een live-concert van de rockband The Talking Heads.
Na afloop bleef er een groepje bezoekers hangen, enthousiast napratend over de film en de muziek. De stemming zat er zo goed in dat de medewerkers besloten de film nog eens te draaien en de stoelen in de zaal aan de kant te schuiven, zodat er gedanst kon worden.
Na afloop bleef er een groepje bezoekers hangen, enthousiast napratend over de film en de muziek. De stemming zat er zo goed in dat de medewerkers besloten de film nog eens te draaien en de stoelen in de zaal aan de kant te schuiven, zodat er gedanst kon worden.
Naast de wekelijkse filmvoorstelling organiseerde de Filmhuis werkgroep, voor de actieve leden, ook af en toe een uitstapje. Ik ben meegeweest met een kampeerweekend in Hoenderlo en een uitstapje naar Gent, waar we de tentoonstelling Cité Ciné bezochten. Daar waren filmdecors te zien en werden fragmenten uit de bijbehorende films vertoond. Je maakte elkaar zo ook eens mee buiten de gebruikelijke omgeving, al werd er natuurlijk veel gepraat over de filmervaringen, hoogtepunten en missers.
Want er ging bij het draaien van de films ook wel eens iets verkeerd, natuurlijk. Niet elke operateur was even ervaren, of even zorgvuldig. De film kon gaan slippen of breken. Als je de spoel niet goed vastzette kon die van de projector vallen. Als je even bij de projector wegliep kon het dus voorkomen dat, bij terugkomst, de film van de trap af kwam rollen.
Film draaien was misschien geen kwestie van bloed, zweet en tranen, maar een beetje spuug kon wel van pas komen. Je moest, als je de film inzette, het filmkanaal van de projector met een borsteltje schoonmaken. Soms bleef er dan toch een pluisje of haartje achter en dat kon je dan, tijdens het draaien, proberen te verwijderen, door de film nat te maken met een beetje spuug. Nadeel was dat in de zaal niet alleen dat haartje heel groot geprojecteerd werd, maar ook jouw verwijderpoging. Teveel spuug moest dus vermeden worden.
We draaiden artistieke, alternatieve films, dus we keken niet op van vreemde beelden en een apart verhaal. We hadden over het algemeen de film, van te voren, niet gezien en dat kon ook wel eens voor verrassingen zorgen. Als bezoeker heb ik wel eens meegemaakt dat een film heel mysterieus en stil begon. Maar toen er na een minuut of tien nog steeds geen geluid was, begon het publiek toch wat te morren. En inderdaad, de operateur was vergeten het geluid aan te zetten.
Bij een andere film leken we wat plompverloren in het verhaal te vallen. Toen na een halfuurtje de titelrol verscheen begrepen we dat er begonnen was met de verkeerde spoel.
De overschakeling van 16mm naar het, meer professionele, 35mm formaat bracht weer nieuwe uitdagingen met zich mee. Die films waren niet alleen twee keer zo breed, maar ook twee keer zo lang en zwaar. Om het hanteerbaar te maken werden ze aangeleverd op kleinere spoelen, een film van anderhalf uur bestond nu uit 6 spoelen. Maar we hadden maar één 35mm-projector, die uiteraard ook een stuk groter was dan zijn 16mm-voorgangers.
Je kon natuurlijk geen film vertonen met 5 pauzes, omdat er telkens een nieuwe spoel geladen moest worden. Dus werd er een zogenaamde 'long player' gebouwd, een installatie waar grotere spoelen op pasten.
De films moesten nu dus van te voren aan elkaar gemonteerd worden, van twee of drie kleine spoelen maakten we één grote. En net als bij het 16mm-formaat moesten ze na afloop teruggespoeld worden, maar nu ook weer in kleinere delen opgedeeld en van aanloop- en eindstroken voorzien. Voorbereiding en nazorg duurden voor de operateur zo een uurtje langer.
De lamp van de 35mm-projector gaf zoveel warmte af dat er in stilstand, om ongelukken te voorkomen, een klep tussen de lamp en de film geschoven moest worden. Als je daar, aan het eind van de spoel, te laat mee was brandde er een gat in de film. Het is mij wel eens overkomen. De beschadigde beeldjes moest je er dan tussenuit knippen. Ik heb nog jaren rondgelopen met een halfgesmolten fragment van 'Cyrano De Bergerac' in mijn portefeuille.
(Met dank aan Pieter Henke – mijn Filmhuis-mentor – en alle andere werkgroepleden.)
De Strip: De strip van deze week is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 en deel 4 van dit verhaal.
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 en deel 4 van het vorige verhaal.
Klik op de tekening voor een grotere weergave.
Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men
3 opmerkingen:
Ik zou denken dat met de digitale revolutie heden ten dage helemaal geen spoelen meer nodig zijn, maar dat is vast te simpel gedacht.
Dat klopt. Inmiddels is alles digitaal. Films worden aangeleverd op harde schijf en digitaal geprojecteerd. Mijn verhaal speelt zich af tussen 1983 en 1995...
Het is bijna alsof ik een droomstrip van je lees bij het de trap afrollen van een filmspoel.
Een reactie posten