zondag 25 juli 2021

Malle spelen, rare vogels


Vrijdagavond
gingen de malste Olympische Spelen sinds mensenheugenis van start. Eigenlijk waren ze al een paar dagen eerder begonnen, de Nederlandse voetbalvrouwen hadden hun eerste wedstrijd al met 10 – 3 gewonnen, maar de officiële opening was vrijdag.

Normaal gesproken zijn Olympische Spelen een grote reclamespot voor het organiserende land, maar deze keer is er bij de lokale bevolking weinig enthousiasme. Geen wonder, ze worden niet toegelaten in de stadions. Japan worstelt met het coronavirus, er is daar nog nauwelijks ingeënt en om dan 10.000 buitenlandse sporters te laten komen, dat lijkt niet zo'n goed idee.

Maar de Spelen moeten doorgaan. Bomaanslagen en gijzelingsacties hebben het festijn in het verleden niet kunnen stoppen. Dat er vorig jaar besloten werd tot een jaar uitstel was al heel bijzonder. Het is ook een mooi voorbeeld van de onwil om toe te geven dat er dingen zijn die groter zijn dan de mensheid en omstandigheden waardoor je soms even niet kan doen wat je wil.

Koppig doorgaan, toch met vakantie willen, toch willen feesten, toch ontkennen dat er een virus is waar we rekening mee moeten houden. Dan liever protesteren, wetenschappers bedreigen en teststraten in brand steken.

Daarmee vergeleken zijn de Spelen nog tamelijk onschuldig. En de wielerwedstrijd voor de mannen was bovendien behoorlijk spannend. Met een mooie winnaar, Carapas uit Equador, twee grote favorieten naast hem op het podium en een goede Nederlander als vierde. De vrouwen gaan het vandaag misschien nog wel beter doen.

En het is ook wel eens leuk dat er, bij een positief geval, niet meteen gedacht wordt aan wielrenners en doping. Deze keer waren er andere sporters positief en ging het om een virustest.

Ondertussen was het thuis ook best interessant. Vorige week zondagavond zat ik, bijvoorbeeld, rustig op de bank toen ik een stadsduif wat rondjes boven de wijk zag vliegen. Hij zag er een beetje verdwaald uit, we zien hier niet zoveel stadsduiven.

Van over het dak, boven mijn hoofd, kwam een grote donkere vogel op de duif toegevlogen. Ik dacht aan een zwarte kraai, maar tot mijn verrassing vloog de donkere nieuwkomer recht op de duif af en plukte hem uit de lucht !

Dat moet een havik zijn geweest. Nog nooit eerder zo gezien.

Een dag later reed ik met mijn scootmobiel naar de supermarkt. Toen ik de parkeerplaats op draaide zag ik twee vrouwen rondlopen en een gans opvliegen. De vogel vloog een rondje en landde pal voor de ingang. De ene vrouw, zo te zien een klant, maakte een moedeloos gebaar. 'Hij loopt steeds achter me aan.'

De andere vrouw, een winkelmedewerkster, probeerde het dier, ik dacht een jonge grauwe gans, bij de winkeldeur weg te houden. Er kwam nog een medewerkster naar buiten en samen joegen ze de vogel een eindje de parkeerplaats op. 'Ik ga de dierenambulance bellen,' zei de oudste van de twee.

Ik reed naar binnen en deed mijn boodschappen. Toen ik weer naar buiten kwam was de dierenambulance net aangekomen. Een vrouw in een groen uniform stapte uit en pakte een groot schepnet. De gans wandelde heen en weer voor de winkeldeur, waar de twee medewerksters voorkwamen dat hij naar binnen liep.

Met een handige beweging verdween de vogel in het net. De vrouw van de dierenambulance maakte de kop van de gans vrij en bekeek hem eens goed. Het dier bleek geringd te zijn en inderdaad een jonge vogel, net een paar maanden oud. Ze vroeg hem wat hij nou bij die supermarkt wou, maar kreeg geen antwoord. Ze zou hem een eind de polder inbrengen, zei ze, en hoopte dat hij dan niet meer terug zou komen.

Ja, ook zonder Olympische Spelen kun je wat meemaken, hoor...


De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 en deel 3 van dit verhaal
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men
 

zondag 18 juli 2021

Niet te fanatiek worden


Nieuwslezers noemen hun journaal
een sjornaal, in plaats van een zjoernaal. Het woord is afgeleid van het Franse 'jour', dat dag betekent. Het is het nieuws van de dag en heeft niets met sjorren te maken.

Ambitieus hoor ik op de radio uitgesproken worden als ambi-tjeus, in plaats van ambi-tsjeus. Steeds meer mensen weten niet meer wanneer ze 'die' of 'dat' moeten gebruiken. Op TV hoorde ik iemand 'een dossier... die niet vrijgegeven wordt' zeggen. Het is toch echt 'het dossier dat...'.

Een radiomaker heeft het over waarneer, als hij wanneer bedoelt... Ik kan nog wel doorgaan, maar ik begin natuurlijk een ouwe fanatiekeling te worden. Een scherpslijper die op elke slak zout legt en zich stoort aan dergelijk taalgebruik. Terwijl ik me nou net voorgenomen had om me niet meer zo druk maken over details.

Het gaat om het grote geheel, tenslotte. Ook als sommige woorden verkeerd worden uitgesproken, of op een verkeerde plaats staan, kan de boodschap nog best overkomen. Een nieuwslezer die een sjornaal voorleest, met verkeerde die en dat, kan nog best waardevolle informatie geven.

En laten we eerlijk zijn: ik heb verder niet veel te klagen. Ik ben weliswaar niet helemaal gezond, maar ik verkeer niet in levensgevaar. Ik lijdt geen pijn, ik heb geen honger, of financiële problemen, mijn huis wordt niet bedreigd door stijgend water of aardbevingen.

Maar het valt niet mee om niet fanatiek en perfectionistisch te zijn. Neem nou het schilder- en opknapwerk waar ik al ruim een half jaar mee bezig ben. Ik kan daar, door mijn niet helemaal perfecte gezondheid, maar een beperkte hoeveelheid energie in steken. Dus ik had me voorgenomen om geen spiegelgladde muren en superstrakke kozijnen na te streven.

Als de ergste scheuren en gaten maar gedicht zouden zijn en de deuren en ander houtwerk er, van een afstandje, egaal uitzagen, dan was dat al prima. Toch zat ik afgelopen week, met een klein mesje, verfresten van het raam tussen de woonkamer en de hal af te krabben.

Want in de 60 jaar dat ons huis bewoond wordt is er wel vaker geschilderd. Onder onze lichtgroene, okergele en crème kleuren zit ook nog donkerbruin, rood, blauw en wit en dat is niet altijd even zorgvuldig aangebracht. 

Ik zag mezelf dus voor de keuze geplaatst: niet fanatiek, de nieuwe verf over de oude heen smeren en dus ook over die rand op het glas. Of dan toch maar die randjes afkrabben.

Ik stelde me voor dat, nog een paar verfbeurten verder, het hele raam dichtgeschilderd zou zijn, als ik de makkelijke optie zou kiezen. Voor mij was het al gauw een dag extra werk, maar nu ziet het er wel een stuk netter uit. Ambitjeus zouden sommige mensen zeggen. Maar stilletjes ben ik er toch wel tevreden over.

 


De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 en deel 2 van dit verhaal
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men
 

zondag 11 juli 2021

Ik heb ook op die toren gestaan


Drie jaar geleden
ontdekte ik de verhalen van Nescio. Ik kocht zijn verzamelde werk, mooi gebonden in een harde kaft en bijna 900 pagina's dik, voor een heel schappelijk bedrag. Ik was toen nog niet aan de e-reader, het was één van de laatste echte boeken die ik kocht.

Het was natuurlijk rijkelijk laat dat ik Nescio ontdekte, zijn bekendste werk verscheen een eeuw geleden, daar had ik best eerder aan kunnen beginnen. Maar zo loopt het soms en misschien waardeer ik het nu wel meer dan wanneer ik het als jongeling had gelezen.

Als scholier las ik ooit het eerste stuk van de beroemde Max Havelaar – van Multatuli – en ik vond er niets aan. Pas toen ik het, een jaar of 20 later, nog eens open sloeg besefte ik dat het een prachtig boek was.

Maar Nescio was me dus helemaal ontgaan. Ik kan hem inmiddels aan iedereen aanbevelen, maar veel mensen weten al dat hij een geweldige schrijver was. Met een heel klein oeuvre, trouwens. Die 900 pagina's van zijn verzamelde werk bestaan voor het grootste deel uit voorstudies, probeersels en onafgemaakte aanzetten. Zijn belangrijkste verhalen beslaan samen nog geen 150 bladzijden. Maar wel erg mooie bladzijden !

Oorspronkelijk bestond het verzamelde werk uit twee delen, de bekende verhalen met al hun aanhangsels in deel 1 en in deel 2 zijn Natuurdagboek. Tegen de tijd dat ik het kocht werden de twee onafhankelijk van elkaar verkocht. Mijn bundel is de 6e druk uit 2012. Inmiddels zullen we al wel weer een paar drukken verder zijn. Je kunt deel 1 in ieder geval nog steeds kopen voor 3 tientjes.

Tegen het Natuurdagboek zat ik ondertussen een beetje aan te hikken. Het bestaat uit aantekeningen die hij voor zichzelf gemaakt heeft van wandelingen, fietstochtjes, auto- en treinreizen die hij maakte, vanaf 1946 tot 1955. Hij was toen gepensioneerd en was graag op pad om de tijd te verdrijven.

Ik had van verschillende kanten gehoord en gelezen dat het een prachtig boek moest zijn en het is ook helemaal niet duur, 20 euro voor ruim 500 bladzijden, maar ik twijfelde. Ik heb een fotoboek, van Bert Verhoeff, die 50 jaar later plaatsen heeft vastgelegd waar Nescio graag kwam. Met citaten van de schrijver erbij. Best leuk, maar om daar nou een heel boek van te lezen. Het leek me niet zo spannend.

Inmiddels ben ik overgestapt op de e-reader en in digitale vorm kost het Natuurdagboek nog maar 1 tientje ! Zelfs al zou het een beetje tegenvallen dan kon ik dat er best aan spenderen. Dus ik ging overstag en heb inmiddels de eerste paar jaar doorgenomen.

Aanvankelijk is het inderdaad niet zo heel spannend. Aantekeningen in telegramstijl, vaak niet meer dan opsommingen van plaatsnamen waar hij langs kwam, namen van horecagelegenheden waar hij koffie met een Tom Pouce at en wat voor weer het daarbij was. Maar gaandeweg kreeg het boek me toch te pakken.

De titel Natuurdagboek is wel een beetje misleidend. Nescio heeft zeker oog voor de natuur, maar noteert ook elke kerktoren die hij zag, elk kasteel en ander bijzonder gebouw. En vermeldt de mensen die hij ontmoet. Of de obers vriendelijk waren, of niet en of hij nog mooie meisjes zag, met 'bloote' benen.

Er zitten heel komische observaties tussen en ook heel dichterlijke. Het aardige is dat er plaatsen zijn, waar hij in de jaren '40 en '50 kwam, die ik ook goed ken. In 1949 was hij, bijvoorbeeld, 4 weken op vakantie in Ouddorp, op Goeree-Overflakkee. Daar ben ik, ruim 50 jaar later, met mijn vrouw ook vaak geweest.

Koffie met gebak, bij het enige hotel met terras in het dorp. Daar hebben wij ook vaak gezeten. Een wandeling om de punt, bij de vuurtoren. Ook vaak gedaan. Een bezoek aan Goedereede, met koffie bij hotel de Gouden Leeuw. Bekend terrein !

Nescio beklom de kerktoren van Goedereede, die ooit dienst deed als vuurtoren. Ik heb op maar heel weinig kerktorens gestaan, maar die nou net wel. Dat is, met terugwerkende kracht, een bijzonder gevoel. Zo krijgt het boek een heel aparte betekenis.

De schrijver was zo reislustig dat ik me afvraag of hij het thuis wel zo gezellig had bij zijn vrouw. Daarvoor moet ik dan waarschijnlijk zijn biografie lezen, die net verschenen is. In een stuk in de Volkskrant zegt de schrijfster van die biografie, Lieneke Frerichs, dat hij een tamelijk saai leven had. Hm... moet ik daar dan wel aan beginnen ?



De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 van dit verhaal
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men
 

zondag 4 juli 2021

Een enorme klap


De week begon
met een enorme klap. Dat was op zondagavond, mijn vrouw en ik zaten rustig op de bank te kijken, naar een voetbalwedstrijd op TV. De ramen en balkondeuren stonden open, want het was een warme dag geweest, een beetje broeierig.

Ondertussen was de hemel aan het betrekken. Er kwamen donkere wolken aan en in de verte rommelde een naderende onweersbui. Ineens was er een windvlaag, waardoor de keukendeur met een dreun dichtsloeg, gevolgd door het luide geraas van brekend glas en kletterend metaal. We zaten verstijfd op de bank.

Wat was dat ? Toen ik ging kijken zag ik dat er in de slaapkamer een schilderij van de muur was gewaaid. De vloer lag bezaaid met glassplinters. Het effect was nog versterkt doordat ik, meer dan 30 jaar geleden, twee glasplaten in één aluminium wissellijst had gedaan, met daar mijn kunstwerk tussen.

Het duurde even voor ik alle gebroken glas verzameld had in een grote supermarkt tas. Dagen later vond ik, na het gebruik van stoffer en blik en de stofzuiger, nog splinters in hoeken en gaten. Dat schilderij hangen we maar even niet meer op.

Eigenlijk is dat een gekke reactie. Een schilderijlijst die van de muur waait, dat was ons nog nooit overkomen, maar toch aarzelden we om het weer terug aan de muur te hangen. Het lijkt op andere schrikreacties die een mens ervaart waardoor, uit een eenmalig voorval, een langdurig wantrouwen kan ontstaan.

Ik ben als kind, bijvoorbeeld, eens gebeten door een hond. Sindsdien ben ik wat terughoudend als het om honden gaat. Er zijn al meer dan 50 jaar voorbij gegaan sinds dat ene bijtincident, maar echt vertrouwen in honden heb ik nooit meer ontwikkeld.

Vreemd is het dat ik dan wel heel ontspannen om ga met katten. Terwijl ik in mijn vroege jeugd ook eens flink gekrabd ben door een kat. Ik moet erbij zeggen dat die wel een goed excuus had, terwijl de hond me beet zonder aanleiding. Maar zou een kind, zo'n voorval, zo rationeel beschouwen ?

Laat ik het kattenincident beschrijven. Het was bij mijn opa en oma thuis. Die woonden in een klein huisje, in het Soesterveen, dat inmiddels gesloopt is. De onverharde weg, waaraan het stond, kun je op de kaart niet meer vinden. Alles verdwenen onder een nieuwbouwwijk.

Aan dat kleine huisje was een soort serre gebouwd, mijn grootouders noemden dat 'het prieel'. Daar woonden de katten, in kartonnen dozen, er stond een oude bank, de vloer was geplaveid met grote, ruwe tegels. En wij, kleinkinderen, speelden daar graag. Bijvoorbeeld met speelgoedautootjes en de bijbehorende blikken garage.

Op een zomerse dag, ik liep daar rond in mijn korte broek en met ontbloot bovenlijf, waren wij in het prieel aan het spelen. Een van mijn zusjes vond dat de blikken garage verplaatst moest worden, pakte hem op en liet hem, met een klap, op de tegels vallen, vlak naast een van de katten.

De kat schrok zich een ongeluk, sprong een meter omhoog en greep zich, met de nagels van al zijn poten, vast aan het eerste ding dat ze tegenkwam: mijn blote schouder. Vanaf dat punt gleed ze langzaam naar beneden. Ik kan de littekens, een halve eeuw later, nog laten zien.

Toch heb ik nooit het vertrouwen in katten verloren. Sterker nog: Ik heb later zelf katten in huis gehad, die lang niet altijd makkelijk in de omgang waren, maar ik heb daar nooit angst voor gehad. Die ene kat was gewoon geschrokken van de klap, daar kon ze ook niets aan doen.

Maar dat schilderij... Daar gaan we toch maar een ander plekje voor zoeken. 

 


De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. 
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men