zondag 26 augustus 2018

Wespen lokken en wegjagen


Afgelopen week hadden we wisselvallig weer, af en toe regen, maar ook best zonnige perioden waarin je nog heel best op het balkon kon zitten. Bij een van die gelegenheden zat ik met een boek, een kop koffie en mijn fototoestel – want je weet maar nooit – in de zon. Af en toe kwam er een wesp voorbij vliegen. In de nazomer is dat heel gewoon, ze zijn dan opzoek naar zoetigheid.

Andere mensen zouden misschien in paniek raken en wild om zich heen gaan slaan, maar ik bleef rustig zitten. Ik drink mijn koffie met maar weinig suiker en had er geen vruchtengebakje naast staan, dus zo'n wesp vloog dan vrij vlot weer verder.

Van mijn ouders leerde ik al heel jong dat wespen niet steken als je je maar kalm houdt. En als je ze niet in de knel brengt.Toch ben ik wel eens gestoken. Eén keer omdat ik iets voelde kriebelen en zonder te kijken, met mijn hand een wesp beetpakte.

Een andere keer was de wesp mijn broekspijp ingevlogen en konden hij en ik geen kant meer op. Hard op mijn been slaan was de enige optie, maar toen was ikzelf ook al de klos. Dat waren ongelukkige incidenten die ik niet elke wesp aan wil rekenen, maar ik begon me wel af te vragen welk soort wesp er nou rond zoemde.

Ik bleef dus rustig, maar oplettend zitten. Toegegeven, als zo'n geel-zwart gestreepte rakker rond mijn gezicht vliegt voel ik me daar niet heel prettig bij. Maar met langzame handbewegingen kun je het opdringerige insect dan ook wel afweren. En uiteindelijk zijn ze niet echt in ons geïnteresseerd, maar in het eventuele voedsel dat we bij ons hebben.

Er zijn twee soorten die op ons af komen, de gewone wesp – vespula vulgaris – en de Duitse wesp – vespula germanica. Die verschillen van elkaar, wat tekening op het achterlijf betreft. Zwarte en gele strepen hebben ze allebei en zwarte stippen, maar bij de gewone zitten de stippen aan de strepen vast, terwijl ze bij de Duitse los staan.

Moeilijk te zien als zo'n wesp om je heen zoemt en bovendien vergeet ik telkens welke nou de losse stippen heeft. Een duidelijker onderscheid zit hem in het gezicht van de wesp. De gewone heeft een zwarte, verticale streep tussen zijn ogen, de Duitse is daar geel met drie, kleine, zwarte stipjes.

Makkelijk gezegd, maar probeer maar eens zo'n wesp van dichtbij in de ogen te kijken, krijg hem maar eens zover dat hij – eigenlijk zij, want het zijn allemaal vrouwelijke werksters die rond je hoofd zoemen – lang genoeg stil zit om dat soort details te kunnen zien.

Als ik nou eens een schoteltje met wat zoetigheid neerzette en dan met mijn camera in de hand afwachtte tot daar een wesp op zou gaan zitten ? Leek me een prima plan. Ik keek in de koelkast of we misschien jam hadden. Dat hadden we niet, maar wel tacosaus. Dat is ook rood en met wat honing erdoor zou het wellicht geschikt zijn als wespenlokmiddel.

Anderhalf uur heb ik naast mijn schoteltje gezeten – dat boek kwam goed van pas om de verveling te verdrijven – geen wesp liet zich zien. Sterker nog, ik kreeg de indruk dat ze met wijde bogen om mij en het schoteltje heen vlogen. Zou dat toeval zijn ?

De volgende dag probeerde ik het met een beetje limonadesiroop. Binnen 5 minuten waren er 2 wespen present, die gretig op het schoteltje afkwamen. De eerste landde zelfs middenin de siroop en was een hele tijd bezig z'n poten en vleugels weer schoon te poetsen.

Ze vochten er ook onderling om. Men noemt het sociale insecten, maar ze zijn niet zo sociaal dat ze vreedzaam een voedselbron met elkaar delen. Hoe dan ook, ik kon ze prima van dichtbij fotograferen en later, op mijn gemakje, constateren dat het de gewone vespula vulgaris was, die op mijn balkon kwam.

Missie geslaagd. En die tacosaus ga ik onthouden. Het kan toeval zijn, maar misschien heb ik, per ongeluk, een prima, diervriendelijk middel ontdekt om wespen weg te jagen...

Zie mijn wespenfoto's op twitter

En de gewone en Duitse wesp op Wikipedia 



De Strip: In verband met hittegolven en andere sociale verplichtingen hanteren de Stripmannen deze zomer een tropenrooster. Daarom nu een oud stripje. Ondertussen is het werk aan nieuwe verhalen hervat, dus nog even geduld. 

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 - deel 9 - deel 10 - deel 11 en deel 12 van het vorige verhaal.

Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men

zondag 19 augustus 2018

Binge reading


Zou er zoiets bestaan als 'binge reading' ? Van 'binge watching' heeft iedereen wel eens gehoord. Dat is heel veel, zo mogelijk alle, afleveringen van een TV-serie achter elkaar bekijken. Het kan tegenwoordig steeds makkelijker, dankzij online mogelijkheden en anders ouderwets met DVD-tjes.

De term komt van het Engelse 'binge drinking', een gebruik van Britse jongelui, die zich op uitgaansavonden, zo snel mogelijk, helemaal lam zuipen. Dat heeft kwalijke gevolgen. Van 'binge watching' weet ik het niet, ik heb het nooit gedaan en voor 'binge reading' probeer ik mezelf te behoeden.

Ik ben inmiddels aan het 3e boek van Nicci French bezig en heb de volgende 2 delen al aangeschaft. Het zal wel toeval zijn, maar sinds ik er aan begonnen ben zijn de prijzen voor de Engelse pocketuitgaven flink gedaald. Kocht ik de eerste twee voor 20 euro, samen. Het volgende duo kostte net iets meer dan 15 euro. Er zijn 8 delen verschenen, als ik nog even wacht... Of misschien moet ik nu toeslaan ?

Nee, ik hou me in. En ik lees ook geen twee delen direct na elkaar. Tussendoor las ik Julius Ceasar, verhalen van Nescio – daar heb ik een mooie uitgave van met allerlei jeugdwerk en ongepubliceerde stukken – en een aflevering van Kappie, van Marten Toonder. Die laatste viel me iets tegen. Mooi getekend, ik vermoed de hand van Jan van Haasteren, stripkenners weten dan genoeg, anderen moeten hem maar eens opzoeken.

Toonder zelf deed niet veel aan series als Kappie en Panda, het meeste schrijf- en tekenwerk werd door anonieme assistenten gedaan. Dat merk je vooral aan het verhaal, dat best leuke momenten heeft, maar eigenlijk een aaneenschakeling van slapstick-scenes is. Dan was het boekje over Koning Hollewijn, dat ik wat eerder las, een stuk leuker. Het zou best kunnen dat Toonder daar ook niet veel aan bijgedragen heeft, veel van zijn verhalen werden, gedeeltelijk of helemaal, bedacht door zijn broer Jan Gerhard en Lo Hartog van Banda.

Tussendoor maakte ik ook foto's van de bloeiende kaneelbasilicum op mijn balkon en een klein wespje dat op een bloembak was gaan zitten. Echte tuinders zullen roepen dat je basilicum niet in bloei moet laten komen, want dat gaat ten koste van het blad en dus de smaak. Maar ik ben nu eenmaal heel goed in het kweken van bloemen. Ik had ook al eens bloeiende radijs, peen, rucola, peterselie en dille op mijn balkon. Allemaal niet de bedoeling, maar toch best mooi.

Dat wespje was waarschijnlijk een graafwesp. Geen paniek, mensen, die eten alleen maar andere insecten. Probleem is wel dat er meer dan 150 verschillende soorten van zijn, in ons land. Dus dat wordt nog even zoeken.

Ondertussen keek ik ook eens op Google-maps en Streetview, naar de straten in Londen waar Nicci French haar – of eigenlijk hun, er zit een echtpaar achter de schuilnaam – verhalen laat afspelen. Maar dat moet ik afraden. De werkelijkheid is veel minder sfeervol dan het beeld dat in mijn hoofd ontstond tijdens het lezen.

Een aardig straatje uit het boek bleek in het echt onderdeel te zijn van een zouteloze nieuwbouwwijk. Een andere straat, waar het in het boek regende terwijl er een ijzige wind woei, was door Google gefotografeerd bij mooi zomers weer en ligt tussen lelijke, moderne kantoorflats. Dat doe ik dus niet meer.

Zo. Nu eerst de was buiten hangen en dan misschien eens een stukje lezen...

De foto van de kaneelbasilicum 

En het graafwespje    



De Strip: In verband met de hittegolven en andere natuurrampen hanteren de Stripmannen voor de komende paar weken een tropenrooster. Dus deze keer een oud stripje. Ondertussen is het werk aan nieuwe verhalen hervat, dus nog even geduld. 

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 - deel 9 - deel 10 - deel 11 en deel 12 van het vorige verhaal.

Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men

zondag 12 augustus 2018

2000 jaar oude geschiedschrijving en propaganda van Julius Caesar


Op zoek naar leesvoer viel mijn oog op een boek dat ik lang geleden kocht, maar nooit helemaal gelezen had, 'De strijd om Gallië' geschreven door Julius Caesar zelf. Het oorspronkelijke geschrift dateert van ruim 2000 jaar geleden, 58 tot 51 voor Christus om precies te zijn, maar mijn editie is uitgegeven in 1980. Ik kocht hem ooit via de English Bookclub en heet dan dus 'The Battle For Gaul'.

Voor mensen die niet weten wat een boekenclub is: daar kon je lid van worden en dan kreeg je elk kwartaal een catalogus toegezonden. Daar moest je dan 1 boek uit kiezen, meestal voordelig geprijsd. Koos je geen boek dan kreeg je automatisch het 'keuzeboek' toegezonden. Dat was doorgaans een bestseller waar je niet op zat te wachten. Maar het aanbod was breed dus meestal was er wel een betere keuze te maken. De English Bookclub verkocht uiteraard alleen Engelstalige boeken.

Waarom ik indertijd voor Caesar heb gekozen weet ik niet meer. Misschien vanwege Asterix en Obelix. Ik weet wel dat ik het na een paar bladzijden in de kast heb gezet en niet meer heb aangeraakt, behalve bij verhuizingen. Nu ben ik er weer in begonnen en ik moet zeggen, het leest verrassend vlot.

Caesar schreef zijn verslagen, over de strijd in Gallië, om zijn superieuren te infomeren – hij was toen nog geen keizer – en om zijn eigen daden extra positief naar voren te brengen. En hij deed dat bondig en boeiend, maar het is deels dus ook propaganda.

Desondanks is het een bijzondere ervaring om, 2000 jaar later, de verslagen te lezen van een Romeinse veldheer. Niet dat Julius jaren achtereen alleen maar oorlog aan het voeren was. Dat was toen een seizoensgebonden bezigheid. In de winter verbleef hij doorgaans in Noord-Italië waar hij zich bezig hield met bestuurlijke taken, rechtspreken en het voorbereiden van het volgende oorlogsseizoen.

Oorlogen waren niet alleen mogelijkheden om het eigen territorium uit te breiden, het ging Caesar ook om financieel en politiek gewin. En wij hebben er nog steeds de naam van de maand Maart aan te danken, genoemd naar de Romeinse god van de oorlog, Mars.

Van zijn soldaten en de meeste van hun tegenstanders moet je je wel afvragen wat hen bezield heeft. Elkaar met speren, zwaarden en knuppels te lijf gaan, nauwelijks beschermd – de Galliers vochten vrijwel naakt, de Britten alleen gehuld in blauwe verf – in een tijd waarin er geen doorbetaald ziekteverlof was en de medische zorg niet veel voorstelde.

Dat verklaart misschien waarom er vaak al na een paar schermutselingen vrede gesloten werd met naburige stammen. Daarbij werden gijzelaars genomen om komende vijandelijkheden te ontmoedigen. Soms werden overwonnen mannen, vrouwen en kinderen verkocht als slaven en dan werden hun kostbaarheden natuurlijk ingepikt.

Opmerkelijk is het dat Caesar zijn tegenstanders doorgaans afschilderde als barbaars, ongedisciplineerd en chaotisch, waarna die in de strijd toch verrassend eensgezind en slim tegenstand wisten te bieden. De Galliers gaven zich niet zomaar gewonnen en brachten de Romeinen hier en daar flinke nederlagen toe.

Toch weet Caesar, dankzij zijn strategisch inzicht, de superieure bewapening en training van zijn soldaten, slim onderhandelen en door verschillende Gallische stammen tegen elkaar op te zetten, grote delen van het huidige Frankrijk, België, Nederland en een stukje van Engeland onder Romeinse gezag te brengen.

Mede door die successen weet hij het later tot keizer te schoppen. Maar dat staat niet in dit boek. Over Asterix en Obelix schrijft hij trouwens ook geen woord...

(Wel over Ambiorix, die de stripliefhebber zou kunnen kennen uit de verhalen van Suske en Wiske...)


Zie ook op Wikipedia over de GallischeOorlog e.v. 



De Strip: In verband met de hittegolven hanteren de Stripmannen voor de komende paar weken een tropenrooster. Dus deze keer een oud stripje. Als de temperaturen wat gezakt zijn wordt het werk aan nieuwe verhalen hervat. 

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 - deel 9 - deel 10 - deel 11 en deel 12 van het vorige verhaal.

Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men

zondag 5 augustus 2018

Als het niet regende dan sneeuwde het


Het zal wel toeval zijn – toeval bestaat niet ! Roept nu de helft van de lezers – maar net terwijl het dagenlang tropisch warm was en er geen drup neerslag viel, las ik de afgelopen week een boek waarin het bijna voortdurend regende.

Het speelde zich af in Londen, in de weken voor kerstmis, en de hoofdrolspeelster kwam herhaaldelijk doornat en verkleumd aan op haar volgende afspraak. En het slachtoffer lag uiteindelijk half bevroren in een graftombe, want als het niet regende, dan sneeuwde het.

Ik was al langer van plan weer eens wat meer te gaan lezen en, met binnentemperaturen van bijna 30 graden, bleek dat ook zo'n beetje de enige comfortabele bezigheid te zijn. Afgezien van uitgeteld voor de TV liggen dan, maar de zomerprogrammering en geen Tour De France meer, dus was er niets behoorlijks te zien.

Nee, dan mijn boek ! Het was een beetje toeval – nee, nee, maar toch – dat ik nu net bij dit boek uitkwam. Eerst had ik Renate Dorrestein gelezen, 'De Reddende Engel', geen echte thriller misschien, maar wel een goed geschreven en spannend boek.

Daarna las ik het, bij verrassing, meegeleverde geschenkboekje, een mini-detective geschreven door oud-politicus Boris Dittrich. Die heeft vast veel TV-series gezien, want het verhaaltje leek een scenario voor een niet erg enerverende aflevering van een niet zo heel originele politieserie.

Toen ik het in de kast zette zag ik dat we nog zo'n geschenkboekje hadden, van een eerder jaar, ditmaal geschreven door Marion Pauw. Dat was een veel beter verhaal.

Ondertussen las ik in de krant over het laatst verschenen boek van het schrijversechtpaar Nicci French. Men was er enthousiast over en ik herinnerde me dat we een poos terug een boek van hen gewonnen hadden in de loterij.

'Donderdagskinderen' bleek het vierde deel in een serie over de eigenzinnige speurder Frieda Klein. Hier en daar werd terugverwezen naar eerdere delen, maar het was uiteindelijk heel goed leesbaar als zelfstandig verhaal. Alleen toen ik het uit had was ik wel nieuwsgierig geworden naar de eerdere delen en naar de oorspronkelijke Engelse tekst.

Op internet waren de eerste delen van de Frieda Klein serie met korting verkrijgbaar, dus ik bestelde twee Engelstalige pockets die samen net zo veel kostten als één Nederlandse. Zo las ik, terwijl de zweetdruppels me over de rug biggelden, over natte Londense straten, kille herfststormen, sneeuwbuien, verregende speelplaatsen in kleddernatte volkswijken en doorweekte, kleumende personages. Het werkte verslavend, een soort literaire verkoeling.

Ik wacht nog heel even met deel twee, misschien heerst er daarin een hittegolf ? Eerst weer een beetje afkicken met een verhaal van Nescio, of Koning Hollewijn.  



De Strip: In verband met de hittegolven hanteren de Stripmannen voor de komende paar weken een tropenrooster. Dus deze keer een oud stripje. Als de temperaturen wat gezakt zijn wordt het werk aan nieuwe verhalen hervat. 

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 - deel 9 - deel 10 - deel 11 en deel 12 van het vorige verhaal.

Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men