zondag 27 augustus 2023

De Brighton mysteries, weer een leuke serie misdaadromans


Een paar maanden geleden
vertelde ik iets over de boeken van Elly Griffiths. Ik had toen de eerste drie delen gelezen van haar thrillerserie over Ruth Galloway, een archeologe die bij toeval betrokken wordt bij een aantal moordzaken. Griffiths kwam op het idee, voor de reeks, nadat haar man zich omschoolde tot archeoloog.

Ik heb inmiddels acht boeken van die reeks gelezen en werd door mijn digitale boekverkoper nieuwsgierig gemaakt naar een andere serie van Griffiths, die zich afspeelt in Brighton, in de jaren '50 en '60. De schrijfster groeide op in de Zuid-Engelse badplaats en woont nog steeds in de buurt, dus ze kent de omgeving door en door.

Griffiths schrijft in hoog tempo. Van haar Galloway-boeken verschenen er vijftien, sinds 2009. Dat is iets meer dan één per jaar. Klaarblijkelijk had ze nog tijd over, want in 2014 begon ze aan die tweede reeks, The Brighton Mysteries, met als speurders rechercheur Edgar Stephens en illusionist Max Mephisto. Het idee om een illusionist, in haar Brighton-reeks, te gebruiken kwam door haar grootouders, die een verleden hadden in de theaterwereld.

De reeks begint in de jaren '50, als Engeland nog de naweeën ervaart van de 2e Wereldoorlog. Verschillende gebruiksartikelen zijn nog op de bon en het land herstelt zich maar langzaam van de oorlogsinspanningen. De hoofdpersonen hebben ook hun persoonlijke oorlogservaringen.

Stephens en Mephisto kennen elkaar van een speciale afdeling van de geheime dienst, The Magic Men, waar theatrale effecten werden ingezet om de vijand te misleiden. Dat verleden achtervolgt hen als blijkt, dat andere leden van die groep, het doelwit van een moordenaar zijn geworden.

Ook in de volgende delen speelt het variététheater een rol, maar anders dan je zou verwachten, heeft Max Mephisto geen grote rol bij het oplossen van de zaken. Hij is meer toeschouwer en bijna slachtoffer, dan meesterbrein. De serie is dus geen variant op de TV-serie 'Jonathan Creek', waarin een expert in goocheltrucs misdaden oplost.

Na het vierde deel neemt de schrijfster een sprong in de tijd. We landen in de jaren '60, The Beatles staan in de hitparade en Brighton is het toneel van rellen tussen Mods en Rockers. Inspecteur Stephens is inmiddels getrouwd en heeft drie kinderen. Max Mephisto is geëmigreerd naar Hollywood, om in een film te spelen en te trouwen met een actrice.

Het is een slimme zet, want na de sfeervolle beschrijvingen van de jaren '50, neemt de herkenbaarheid in de jaren '60 alleen maar toe. Het zijn toch al de omgeving en de kleurrijke bijfiguren die de sterkste kant vormen van deze boeken. Ondanks hun avontuurlijke achtergrond zijn Stephens en Mephisto geen helden waar je erg mee gaat meeleven.

Gelukkig zijn er een paar sterke, vrouwelijke, bijrollen. Inspecteur Emma Holmes, bijvoorbeeld, de latere mevrouw Stephens, die de eerste vrouwelijke rechercheur in Zuid-Engeland was. Zij begint later een detectivebureau, omdat het leven als huisvrouw haar toch te saai is. En Ruby French, die op haar 18e ontdekt dat Max Mephisto haar vader is – hij wist het tot dan toe ook niet – zij wordt een succesvolle TV-persoonlijkheid, met haar eigen goochelshow.

De teloorgang van het traditionele theater, met z'n danseressen, acrobaten, buiksprekers en goochelaars en de opkomst van de moderne techniek, de televisie, transcontinentale luchtvaart, het ontstaan van de tienercultuur en de veranderende verhoudingen tussen mannen en vrouwen, Elly Griffiths maakt er handig gebruik van.

De verhalen zitten goed in elkaar en lezen vlot weg. Maar, als ik moet kiezen, dan vind ik de eerste reeks, met archeologe Ruth Galloway, toch net iets leuker. Het scheelt wel dat van de Brighton Mysteries, voor de Engelstalige lezers, een heel voordelig e-book te koop is, met de eerste zes delen in één bestand. Toch een aanrader, want vervelen zul je je er niet mee.

Wie meer wil weten over Elly Griffiths en haar boeken kan terecht op de website van de schrijfster

  

 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman en wordt volgende week vervolgd. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 en deel 4 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 en deel 4 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 20 augustus 2023

De zuster en schoonzuster van Vincent van Gogh


Bij toeval
ontdekte ik dat Lies van Gogh, een zuster van Vincent van Gogh, in Soesterberg gewoond heeft en overleden is in Baarn. Zij heeft een boek geschreven over haar beroemde broer waardoor er een conflict ontstond met haar schoonzuster, Jo Bonger, de weduwe van Theo van Gogh.

Jo had zich na de dood van Vincent, in 1890, snel gevolgd door het overlijden van Theo, ontfermd over de nalatenschap van de broers. Die bestond uit honderden tekeningen en schilderijen, die Theo in hun Parijse woning had bewaard. Hij had wel geprobeerd het werk van zijn broer aan de man te brengen, maar met weinig succes. Het huis moet hebben uitgepuild van de, op dat moment, waardeloze kunstwerken.

Volgens Wikipedia verkocht Jo minstens 247 schilderijen en tekeningen, tussen 1890 en 1923. Het was een strategische campagne, om het werk van Vincent onder de aandacht te brengen. Ze organiseerde, in verschillende landen tentoonstellingen en publiceerde de brieven van Van Gogh. Toch waren er in 1960 nog 200 schilderijen in familiebezit. Die werden verkocht aan de staat en vormden de basis voor de collectie van het Van Gogh Museum, in Amsterdam.

In 1914 publiceerde Jo de brieven, die Vincent aan Theo geschreven had. Ze was jaren bezig geweest met het overtypen en op volgorde brengen van de correspondentie. Inmiddels begon de ster van Vincent te stijgen en de brieven werden een groot succes. Er verschijnen nog steeds nieuwe edities van, maar ze zijn ook, integraal, online te lezen. 

De uitgave van Jo Bonger is gratis te downloaden, als e-boek, bij DBNL.org. Die ben ik nu aan het lezen. Het is een hele kluif, drie delen, met een lange inleiding, maar ik doe het in etappes, afgewisseld met andere lectuur. De inleiding, van Jo, begint met verre voorouders en eindigt met het tragische overlijden van Vincent en Theo.

Bij het lezen van de eerste brieven valt daarna op hoe opgewekt en levenslustig die zijn. Vincent heeft dan, in 1872, nog geen idee dat hij kunstschilder wil worden. Hij heeft wel interesse in schilderijen, literatuur en poëzie. Hij werkt in de kunsthandel van zijn oom, in Den Haag, maar heeft zelf nooit blijk gegeven van enig artistiek talent.

Van tragiek is ook nog geen sprake. Dat verandert als hij naar het filiaal in Londen wordt gezonden en verliefd wordt op een meisje dat hij daar ontmoet. Zij wijst hem af, omdat ze al verloofd is en daarna glijdt hij langzaam af. Hij wordt overgeplaatst naar Parijs, neemt ontslag en gaat terug naar Engeland, om als onbetaalde onderwijzer te werken. Hij stort zich op het geloof en later zal hij uitgezonden worden naar de Belgische mijnstreek, om het Woord Gods te verspreiden onder de arbeiders.

Als dat mislukt begint hij fanatiek te tekenen en te schilderen, met de bekende afloop. Maar bij die brieven ben ik nog lang niet. Je zou zeggen dat het niet zo boeiend is om een verhaal te lezen, dat je eerst in de inleiding al doorgenomen hebt en dat je, in grote lijnen, toch al kent. Maar de brieven lezen vlot weg, ondanks de herhalingen en uitweidingen.

De zuster van Vincent, waar ik hierboven mee begon, is een geval apart. Lies was 6 jaar jonger dan Vincent en na haar kinderjaren heeft ze weinig contact met hem gehad. Ze werd opgeleid tot onderwijzeres, maar na het overlijden van haar vader trad ze in dienst van Jean Philippe Du Quesne van Brughem, kantonrechter in Amersfoort. Ze was daar huishoudster en verzorgster van de zieke vrouw van Du Quesne.

Het gezin woonde toen op buitenplaats de Eikenhorst, in Soesterberg. Lies raakte zwanger van Du Quesne en werd naar Engeland gestuurd om er, in het geheim, te bevallen. Het kind werd onderweg geboren, in Noord-Frankrijk en, tegen betaling, achtergelaten bij een plaatselijke snoepverkoopster. Pas in 1960 werd het bestaan van dit meisje, Hubertina, bekend en later verscheen er een boek over haar leven.

Lies trouwde ondertussen, na het overlijden van de zieke mevrouw Du Quesne, met de weduwnaar en kreeg met hem nog vier kinderen. Ze verhuisden, in 1893, naar Baarn, waar Jean Phillipe, in 1921 overleed. Lies woonde daarna in een aantal pensions in het dorp, tot haar dood, in 1936.

Ze publiceerde vijf dichtbundels, waar de critici niet erg enthousiast over waren, en haar boek met herinneringen aan haar broer Vincent. Volgens haar schoonzuster Jo, die aanvankelijk een goede vriendin was, bevatte het boek een aantal feitelijke onjuistheden. Jo, die zichzelf als beheerder van de nalatenschap van Vincent en Theo beschouwde, kon niet nalaten haar kritiek te spuien, waardoor de vriendschap verzuurde.

Ik las ergens dat beide vrouwen niet erg veel recht van spreken hadden. Lies had haar broer alleen als jong meisje meegemaakt en kon het niet erg goed met hem vinden. Jo had haar zwager maar een paar keer ontmoet, ze was slechts twee jaar met Theo getrouwd geweest en Vincent kwam niet vaak bij zijn broer en schoonzus over de vloer.

Maar ja, het ging ondertussen wel over en wereldberoemde kunstenaar en het lijkt er op dat, terwijl Jo een actieve bijdrage geleverd had aan die beroemdheid, Lies alleen een graantje mee probeerde te pikken.


NB: De in 2004 vermoorde filmregisseur, programmamaker, columnist Theo van Gogh was de achterkleinzoon van Jo en Theo.

Het wemelt in de familie van de Theo's en Vincents. De vader van de schilder heette Theo en had een broer die Vincent heette. De enige zoon van Theo en Jo werd ook Vincent genoemd. Hij legde de eerste steen van het huis dat Jo en haar tweede echtgenoot, kunstschilder Johan Gosschalk, in 1901, in Bussum liet bouwen. Die Villa Eikenhof werd in 2021 voor sloop behoed doordat de gemeente er een monument van maakte. Een nieuwe eigenaar heeft het pand en de tuin inmiddels opgeknapt.

Wie meer wil lezen over Lies van Gogh en Jo Bonger kan hier terecht. 

 

 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman en wordt volgende week vervolgd. Klik hier voor deel 1 - deel 2 en deel 3 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 en deel 4 van het vorige verhaal.
 
  
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 13 augustus 2023

Optimistisch blijven


Ik las ergens
dat het onze plicht is om optimistisch te blijven. Er gaan weinig dagen voorbij zonder alarmerende berichten. Hittegolven, bosbranden, overstromingen, hagelstenen als tennisballen, allemaal te linken aan de opwarming van het klimaat. Een mens zou er somber van worden.

Wat maakt het allemaal nog uit ? De wereld gaat toch wel naar de verdommenis, dan kunnen we net zo goed nog wat feestvieren en potverteren. Maar dat zou verkeerd zijn. Zelfs als de mensheid zichzelf niet overleeft, is het toch onze plicht om de planeet nog een beetje leefbaar achter te laten, voor de diersoorten die na ons komen.

Dat klinkt een beetje te cynisch, misschien. Er zijn namelijk ook best sprankjes van hoop. Het gaat niet alleen maar beroerd. Hier op Soestdijk groeit bijvoorbeeld overal het onkruid, nee, de wilde planten, tussen de stoeptegels en straatstenen vandaan. Dat komt door de vele regenval van de laatste weken en het is maar weer eens een teken van de kracht van de natuur.

Dus probeer ik optimistisch te blijven en mijn kleine steentje bij te dragen voor een betere, natuurvriendelijkere wereld. Ik eet geen vlees, ik ga niet op vliegvakantie, verplaats me meestal met een elektrisch voertuig en stem op een groene partij. Op mijn balkon voer ik de vogels en probeer ik bloeiende planten te kweken, waar de insecten iets aan hebben.

Mijn invloed op het welzijn van de planeet is maar miniem, natuurlijk. Er zijn vast mensen die denken dat het niets uitmaakt wat je als individu doet. Die mensen zou ik allemaal op willen roepen om ook op een groene partij te gaan stemmen. Wat maakt één stem immers uit op het grote geheel ? Doe het dan om mij een plezier te doen.

Ik realiseer me ook dat mijn bijdrage aan een betere wereld vooral bestaat uit dingen niet doen. En als je allerlei dingen niet doet hou je tijd over. Gelukkig is er deze zomer veel sport op de TV, want anders zou de verveling op de loer liggen. En het is beter voor de planeet om niet naar het stadion te gaan, maar rustig thuis de wedstrijden te volgen.

Het wereldkampioenschap voetbal, voor vrouwen, wordt gehouden in Australië en Nieuw-Zeeland. Leuk voor de mensen daar, maar voor de milieubewuste supporter veel te ver weg. Gelukkig zijn er directe TV-uitzendingen. Persoonlijk sla ik de voorbeschouwingen en analyses liever over, maar wat wel aardig is zijn de beelden van vlak voor aanvang van de wedstrijden.

We zien de speelsters gespannen klaar staan in de catacomben van het stadion. Elk hebben ze een mascotte naast zich, een jongetje, of meisje, dat samen met hen het veld op mag lopen. Het contrast tussen de nerveuze gezichten van de speelsters en de stralend glimlachende kinderen is prachtig.

Die kinderen zijn optimistisch, die gaan iets moois meemaken. Daar moeten wij, volwassenen, een voorbeeld aan nemen. We moeten op zijn minst proberen, die kinderen niet teleur te stellen. 

 

 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman en wordt volgende week vervolgd. Klik hier voor deel 1 en deel 2 van het verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 en deel 4 van het vorige verhaal.
 
  
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 6 augustus 2023

De Veluwe Expeditie


De nacht voor
Gerard en ik naar de Veluwe reden, droomde ik dat we naar de Veluwe reden. We kwamen niet ver. Al bij Eemnes sloeg Gerard een klein polderweggetje in en we strandden op een parkeerplaats, waar allerlei mensen rondliepen. Vergeefs zocht ik, op mijn wegenkaart, naar de juiste route. Ik vond hem niet. Wel allerlei spullen, zoals toiletartikelen, schoensmeer en een rubberen babypop. Die pop gaf ik aan een klein meisje, dat daar aan het spelen was.

In werkelijkheid vertrekken we om 9 uur 's ochtends, met redelijk droog weer. De route is geen probleem, want Gerard heeft een routeplanner die ons de weg wijst. Dus na een uurtje staan we al voor het voormalige badhuis in Laag-Soeren. Dat is een indrukwekkend complex, gesticht in 1860 en later nog flink uitgebreid.

In ons komende boek kun je lezen dat dominee Jacobus Craandijk er, in 1887, een bezoek bracht. Hij bekeek er de gastenverblijven, de eetzaal, de biljartkamer, maar ook de badkamers voor koudwaterbehandelingen, de stoomkamers, douches en andere heilzame baden. En hij wandelde er op de heide, waar je toen van indrukwekkende vergezichten kon genieten.

Er staat een groot informatiebord, voor het badhuis, met oude afbeeldingen en leuke weetjes: '1365 meter pijp voor transport van het heilwater'. Het complex bleef in gebruik tot in de Tweede Wereldoorlog, toen het gevorderd werd door de Duitse bezetter. Daarna was het een tijdje een vakantieoord, voor werknemers van de Amsterdamse Bank. Van 1980 tot 2000 werd het gebruikt door de volgers van de Transcedente Meditatie. Nu is het opgedeeld in appartementen.

Gerard en ik rijden langs het Apeldoorns kanaal naar Dieren. Tot mijn verrassing zijn er minstens drie ijzeren ophaalbruggen, over het kanaal, die als net zoveel druppels water lijken op de brug die Gerard, 25 jaar geleden, voor ons boek tekende. Dat was ik ondertussen helemaal vergeten.

Vlak voorbij Ellecom ligt het landhuis Avegoor, maar we missen per ongeluk de oprit. Waarschijnlijk zijn we wat afgeleid door de weg die we volgen. Dat is namelijk de beroemde Middachter Allee, ooit een van de mooiste beukenlanen van ons land. De monumentale beukenbomen, die in vier rijen langs de doorgaande weg stonden, waren uitzonderlijk hoog en vormden een indrukwekkend, natuurlijk gewelf, boven het verkeer. Men zegt dat de bomen 40 meter hoog waren !

Toen Craandijk hier wandelde was er al sprake van dat de bomen, toen 120 jaar oud, gekapt zouden gaan worden. Uiteindelijk maakten de Duitse bezetters een begin met het omhakken van de beuken, maar de meeste zijn vlak na de oorlog geveld. Toen is de laan ook opnieuw ingeplant en de, nu dus zo'n 70 jaar oude, bomen staan er weer mooi bij. Maar het zal nog 50 jaar duren voor het weer net zo imposant is als rond 1900.

We besluiten om eerst naar kasteel Middachten te gaan en dan terug te rijden naar Avegoor. We zetten de auto op de parkeerplaats, naast het kasteelterrein. Dat is omgeven door een hoge, bakstenen muur. Gerard duwt me in de rolstoel naar de hoofdpoort. Die is afgesloten met een ijzeren hek. Daarachter zien we het strenge, symmetrische kasteel liggen.

Als we er naar binnen zouden willen, dan moeten we wachten tot na de middag. Dat doen we dus maar niet. We maken een paar foto's en zien, langs de oprijlaan, een beukenboom die er een stuk dikker en ouder uitziet dan zijn buren. Misschien een van de laatste overblijvers van de legendarische aanplant uit de 18e eeuw.

We gaan terug naar Avegoor, dat ooit in het bezit was van dezelfde adellijke familie als Middachten. Maar terwijl dat laatste, onaantastbaar, achter muren, hekken en grachten ligt, kun je dit vriendelijke, witte landhuis zonder probleem benaderen. Het is in gebruik als hotel en heeft een mooi park.

Ons volgende doel is de Posbank, waar we koffie hopen te kunnen drinken en de toiletten bezoeken. Dat lukt allemaal prima, het uitzicht is mooi, de koffie en het gebak lekker en ook het weer werkt mee. We kunnen zelfs buiten zitten waar de zon tussen de wolken doorkomt. Bij het toilet vind ik een smartphone, die door een vorige bezoeker achtergelaten is. Ik pak hem net op, om hem aan het bedienend personeel te gaan geven, als de eigenaar aan komt lopen, een jongeman met een warrige krullenbol. Die kan ik dus blij maken met zijn vergeten telefoon.

Na de koffie volgen Gerard en ik de mooie, kronkelende weg, door het bos, van de Posbank naar Rozendaal. Onze laatste stop is bij kasteel Rozendael dat vriendelijk, aan een brede vijver, tegen het dorp aan gevlijd ligt. Het is een heel contrast met het van de buitenwereld afgekeerde Middachten dat, vanuit het dorp De Steeg, alleen te bereiken is via een oprijlaan, een hek en een ophaalbrug. Het park van Rosendael wandel je zo binnen. Zelfs de kleur van de baksteen, waarvan het gebouwd is, lijkt warmer dan die van Middachten.

Het kasteel heeft de zwaarste toren van Nederland, met muren van 4 meter dik, maar oogt verder niet erg verdedigbaar. Er is een terras bij de oranjerie, er zijn groene gazons, bloemperken, mooie bomen en geschoren heggen. In de vijver zwemmen meerkoeten en nijlganzen. Er is een fotograaf bezig. die deftig uitgedoste mensen fotografeert. Wellicht is er net een receptie gehouden, een huwelijk misschien ?

Het begint een beetje te spetteren. Net op tijd, want na Rozendaal hoeven we de auto niet meer uit. We rijden weer terug naar Soestdijk, waar Elly wacht, met gebakken eitjes.

Wie meer wil zien of lezen moet er zelf maar eens naartoe, of wachten op ons boek. Een kijkje nemen op ons Mejanderblog kan ook...

 

 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman en wordt volgende week vervolgd. Klik hier voor deel 1 van het verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 en deel 4 van het vorige verhaal.
 
  
Klik op de tekening voor een grotere weergave.