zondag 28 april 2024

Leuke boekpresentatie met kleine hindernissen


We waren
ruim op tijd, het was een gezellige drukte rondom het oude klooster waar Artishock, onze culturele dorpsvereniging, gevestigd is. Er waren allerlei activiteiten georganiseerd, in verband net Koningsdag. Maar de vraag was: Hoe kwamen we het gebouw in ? Ik ben niet zo vlot ter been, dus was ons beloofd dat we de lift konden nemen, naar de eerste verdieping. Daar zou ik, samen met tekenaar Gerard, ons nieuwe boek gaan presenteren, met verhalen en tekeningen die eerder in het verenigingsblad hadden gestaan.

Voor wie de situatie niet kent, onze culturele dorpsvereniging deelt het gebouw met Museum Soest. De vereniging gebruikt een aantal ruimtes op de eerste verdieping en heeft een eigen ingang, aan de zijkant van het gebouw. Daar is een trap naar boven. Om bij de lift te komen moet je door de hoofdingang, maar die was afgesloten met een dranghek.

Aan de straat stond Andries, een van onze oude Artishockvrienden, om het publiek een beetje wegwijs te maken. We groetten hem, schudden handen en wisselden wat beleefdheden uit. Daarna waren we argeloos richting hoofdingang gewandeld. Daar stond dus dat hek. Wij weer terug naar Andries.

Hij belde even om te informeren hoe het zat met de lift. Ondertussen voegde Gerard, die de auto was gaan parkeren, zich bij ons. Andries zei dat hij wel even boven ging kijken, als wij ondertussen, langs een andere route en een ander hek, dat hij voor ons opzij zette, naar de voordeur wilden lopen ?

Dat deden we, maar de deur zat op slot. Terwijl we daar stonden begon het ook nog te regenen. Gelukkig hadden we een paraplu meegenomen en samen met nog een paar andere bezoekers stonden we daar te schuilen, in de hoop binnengelaten te worden. Na een paar minuten hoorden we geluiden aan de andere kant van de deur. Ha, daar was Andries, we konden naar binnen.

De grootste hindernis was genomen. Maar eenmaal boven, waar het een gezellige drukte was, doemde een nieuw probleem op. Gerard had een dag eerder onze doos met boeken afgegeven, maar hij wist niet waar die neergezet was. In de keuken, in het kantoortje ?

Ik zocht, samen met de Stripvrouw, eerst maar eens naar een lege stoel. Mijn benen waren vermoeid, door dat heen en weer wandelen en wachten. We hadden misschien, met minder inspanning, de trap kunnen nemen. Maar goed, nu eerst onze boeken terugvinden en er achter zien te komen wie van de jongelui, die er druk heen en weer liepen, de organisator was. Ik had hem alleen een keer aan de telefoon gesproken en wat app-berichtjes gewisseld.

We zagen wat oude bekenden, waaronder Herman, de grootvader van de jongeman die de feestelijkheden organiseerde. Het gaat in onze vereniging soms van vader op zoon, van moeder op dochter, in dit geval van grootvader op kleinzoon. Gerard en ik hadden eerder geconcludeerd dat we samen zo'n 75 jaar lid waren van de club. Maar Herman was één van de oprichters, die was er al bij sinds de jaren '60.

Er bleken verschillende kleinkinderen van hem betrokken bij de organisatie en hij wees ons de juiste aan. Daarna ging het allemaal zo ongeveer volgens verwachting. Het programma liep natuurlijk wat uit, zodat we een half uurtje later konden beginnen met onze presentatie. Maar dat gaf niet, want een deel van de vrienden en bekenden die we uitgenodigd hadden, kwam ook wat later.

En zo werd het toch nog heel gezellig. We hielden een gezamenlijke toespraak en reikten het eerste boek uit aan Herman. Die was blij verrast en verklaarde dat ons verhaal het enige was dat hij altijd las, in het verenigingsblad. Daarna verkochten we ook nog een paar exemplaren die we natuurlijk voorzagen van onze handtekening.

Wie het allemaal gemist heeft kan onze boeken online bestellen. Alle links staan op het Mejanderblog. Je kunt ook direct naar de website van onze drukker en daar zoeken naar onze boeken 'Verdwenen Vergezichten' en 'Naar Zeeland, de Veluwe en het Groene Hart'.

Als ik eerdaags even tijd en energie heb zal ik ook wat foto's op het Mejanderblog plaatsen. 

 

 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 - deel 9 en deel 10 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 21 april 2024

Oorlog en sport


Dit weekeinde
is het wereldkampioen-schap snooker van start gegaan en wordt de wielerklassieker Luik-Bastenaken-Luik verreden. Er komen, deze zomer, ook weer Olympische Spelen aan en Europese voetbalkam-pioenschappen. Daarnaast zijn er weer de gebruikelijke tennistoernooien, in Parijs en Londen.

Haak nu niet direct af, sporthaters, want ik wil het niet over de sport zelf hebben. Bij een deel van deze evenementen worden Russische sporters geweerd, als gevolg van dopingschandalen en de oorlog in Oekraïne. Is het een heel gekke gedachte, vroeg ik me af, om te denken dat de strijdlust van het Russische regime, deels, samenhangt met het uitsluiten van die sporters ?

Voetbal is oorlog, is een bekende uitspraak die – ten onrechte, lees ik op internet – toegeschreven wordt aan oud bondscoach Rinus Michels. Er is ooit, in 1969, een oorlog voortgekomen uit een voetbalwedstrijd tussen de landenteams van Honduras en El Salvador. En in de Balkanoorlog, van de jaren '90, schijnen er strijdtroepen te zijn gevormd uit de fanatieke aanhang van voetbalclubs. De fans van rivaliserende clubs waren het eerste doelwit.

De georganiseerde manier van sportbedrijven, die we nu kennen, met plaatselijke verenigingen, landelijke competities, landenteams en grote toernooien, bestaat nog niet zo lang. De eerste Olympische Spelen werden in 1896 georganiseerd, Tennistoernooien waren er al wat langer, Wimbledon werd voor het eerst gehouden in 1877. Maar het eerste WK voetbal werd pas in 1930 georganiseerd.

In het tijdschrift 'De Tijdspiegel', uit het eind van de 19e eeuw, waar ik eerder over schreef, las ik een aantal artikelen over zinvolle vrijetijdsbesteding. De anonieme schrijver vraagt zich daarin af hoe het gewone volk op een manier kan worden vermaakt, die leerzaam en vormend is. De traditionele kermissen en volksfeesten ontaarden vaak in alcoholmisbruik en vechtpartijen, vandaar.

Sport werd als een van de mogelijkheden genoemd, niet alleen als bezigheid die gezond is voor lichaam en geest, maar ook als tijdverdrijf voor de toeschouwers. Tot dan toe werden de meeste sporten bedreven door heren uit de betere standen. Zij zouden het goede voorbeeld moeten geven aan het gewone volk.

Militaire activiteiten, training en parades worden trouwens ook genoemd als heilzame bezigheden, vooral voor de jeugd. Er is toch al een stevige link tussen het leger en sport. Het vlagvertoon, de medailles, het zingen van de volksliederen, bij sportwedstrijden, het heeft allemaal militaristische trekjes. In veel landen waren en zijn de beste sporters in dienst van het leger. Zo waren ze, in naam, amateurs, maar in feite professionals.

Nationalistische gevoelens en oude gevoeligheden, tussen de bevolkingen van verschillende steden en landen, kunnen heel prettig uitgeleefd worden rondom sportwedstrijden. In voormalig Joegoslavië konden we zien waartoe dat kan leiden, maar meestal blijft het bij vocaal geweld, het gooien van vuurwerk en vandalisme. Tegenstanders van sport spreken schande van dat soort supportersgeweld, maar zouden misschien blij moeten zijn dat er zo'n uitlaatklep is. Wat rellende hooligans zijn minder schadelijk dan het georganiseerde geweld van legers op het slagveld.

Dan nog even terug naar de Russen en hun gediskwalificeerde sporters. Bij Wikipedia lees ik dat de inval en annexatie van de Krim, door Rusland, misschien voortkomt uit de nasleep van de Olympische Winterspelen van Sotsji, in 2014. De Russische organisatoren werden beschuldigd van allerlei onregelmatigheden, van corruptie tot grootschalig dopinggebruik. Er wordt gesuggereerd dat Poetin de aandacht van alle schandalen af wilde leiden met de inval op de Krim.

Hoewel dat niet precies is wat ik bedoel geeft het maar weer aan hoe belangrijk sportwedstrijden kunnen zijn. Ik vraag me dan ook af of het wel slim is om de Russische sporters van grote toernooien te weren. Misschien kunnen we, door middel van de sport, een eind maken aan het vechten op het slagveld ? Poetin is een liefhebber van sport, zoals veel dictators, een beetje sjoemelen en doping gebruiken is toch minder erg dan bombardementen ?

Het is maar een gedachte. Hoe dat dan tot stand zou moeten komen weet ik ook niet. En het gaat waarschijnlijk te ver om de relatieve vrede in Europa, van de afgelopen 80 jaar, helemaal als een verdienste van de georganiseerde sport te beschouwen. 

 

 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 - deel 8 en deel 9 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 14 april 2024

Ik moet het over de lente hebben


Gisteren zat ik me nog af te vragen waar ik vandaag eens over schrijven zou, maar nu is het me wel duidelijk, het zal over de lente moeten gaan. Er zijn genoeg andere onderwerpen, de toestand in de wereld, muziek, boeken, of andere kunstvormen. Politiek, zou ook kunnen. Maar die lente, dat schijnt een jaarlijks terugkerende traditie te zijn.

Dan bedoel ik niet dat het elk jaar weer lente wordt, want daar kunnen wij mensen ook niets aan doen, maar dat ik het er over heb. Ik heb even terug zitten bladeren, in de afgelopen 20 jaar en telkens, in april, begin ik erover. In april 2007 schreef ik bijvoorbeeld al, dat er allerlei verontrustende nieuwsberichten waren, maar dat ik het toch ging hebben over de lente, de bomen die weer in blad kwamen, de nestelende vogels en de planten op mijn balkon.

In 2008 deed ik mijn best om andere onderwerpen te vinden, maar ook toen gingen in april de meeste verhalen over het voorjaar. Maar het was pas op de 27e dat ik het had over de eerste lenteblaadjes. We hadden toen nog nachtvorst in april, één van mijn balkonplanten was bevroren, de net uitgekomen knoppen helemaal verschrompeld. De kans dat dat nu weer gaat gebeuren lijkt me klein.

Op 17 april 2010 schreef ik een verhaal met de titel, 'Laat de lente maar losbarsten': 'Het voorjaar blijft toch in veel opzichten de mooiste tijd van het jaar. Al kan dat ook komen door de winter die er aan vooraf gaat. Kou, donkere dagen, kale bomen, kerstmis en andere narigheid. Dan ben je al gauw blij als het allemaal weer een beetje opklaart en er weer wat groen in de natuur verschijnt.'

Ik had toen net nieuwe planten gekocht, voor op het balkon. Bessenstruikjes zelfs, in de hoop dat de vogels er iets aan zouden hebben. Het zal wel geen toeval zijn dat ik afgelopen week ook weer een zak potgrond heb gehaald, voor de balkonplanten van dit jaar. Het is het voorjaar, hè, dan doe je dat. Van die bessenstruikjes is trouwens niet veel terechtgekomen.

In 2011 was het ook weer raak. Op 9 april, ja hoor, lente ! De bomen waren er, dat jaar, wat vroeger bij. Ik gaf dat toen nog door op de website natuurkalender.nl, die inmiddels niet meer bestaat. Dat wil zeggen, als je het nu invoert in je internetbrowser kom je uit bij naturetoday.com. Daar kun je nog wel je waarnemingen doorgeven, maar de opzet beviel me niet, dus ben ik ermee gestopt.

Ik lees daar wel dat dit jaar, in 2024, de 'bladontplooiing' van de zomereik erg vroeg kwam. Maar als ik er waarnemingen van probeer te vinden lukt me dat niet. Dat was waarschijnlijk waarom ik gestopt ben met bijdragen aan die website en wellicht ben ik de enige niet.

Bij mijn verhalen uit 2013 zie ik er een met de titel, 'Mislukte lente'. Dat zal toch niet ? Ik kan me niet herinneren dat er ooit een lente is geweest waar helemaal niets van terecht kwam. Gelukkig blijkt het te gaan over foto's, die ik toen probeerde te maken, van de nestelende reigers in het park. Die waren mislukt, met de lente zelf ging het prima.

In 2014 lijk ik de lente overgeslagen te hebben. Ik maakte me wel druk over de uitbreiding van Vliegveld Twente, waarvoor duizenden bomen gekapt zouden gaan worden. Op Wikipedia lees ik dat het vliegveld in 2007 gesloten werd, maar dat men een doorstart wilde maken. Of die bomen uiteindelijk wel of niet gekapt zijn is me niet duidelijk.

'De lente gaat gewoon door', schreef ik in 2016. 'De lente is in beweging', in 2017. 'Eindelijk lente !', op 8 april 2018. Was ik zo ongeduldig ? Het blijkt om een krantenbericht te gaan, dat volgens mij wat nuance behoefde: '...even verderop lees ik dat de normale temperatuur voor april 12 graden is. Met de 20 graden van dit weekend is het dus behoorlijk warm voor de tijd van het jaar. “Nu al lente” zou meer op z'n plaats zijn.'

En zo kan ik nog jaren doorgaan. Maar voor volgende week ga ik echt proberen een ander onderwerp te vinden.


 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 - deel 7 en deel 8 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 7 april 2024

Vincent van Gogh in Den Haag


Vorig jaar
schreef ik een paar keer over Vincent van Gogh en de brieven die hij aan zijn broer Theo stuurde. Die zijn, na de dood van Vincent en Theo, bewerkt en gebundeld door Jo Bonger, de weduwe van Theo, en in boekvorm uitgegeven. Die boeken werden een groot succes, er worden nog steeds varianten van op de markt gebracht, maar je kunt ze ook gratis downloaden, of lezen op het internet. Dat laatste, op de uitstekende website vangoghletters.org, heeft tot voordeel dat je er uitgebreide uitleg, voetnoten en illustraties bij krijgt.

Het eerste deel van de brieven is leuk om te lezen. De jonge Van Gogh heeft nog geen idee wat hij met zijn leven aan moet, probeert het als medewerker in de kunsthandel van zijn oom en verhuist naar Londen, waar hij een tijdje werkt als hulponderwijzer. Hij wordt verliefd en als dat op niets uitloopt stort hij zich op het geloof. Hij vertrekt naar België, om in de mijnstreek te gaan prediken, maar ook dat loopt op niets uit.

Zijn familie begint zich ernstig zorgen over hem te maken. Uiteindelijk wordt hij gered door zijn broer Theo, die wel succes heeft in de kunsthandel en hem ondersteunt bij zijn nieuwe voornemen om kunstschilder te worden. Vincent gaat naar Den Haag, waar hij aanvankelijk hulp krijgt van de schilder Anton Mauve, die getrouwd is met een nicht van Van Gogh.

Vincent krijgt ruzie met Mauve en vindt uiteindelijk een huis, met atelier, waar hij gaat wonen met Sien Hoornik en haar kinderen. Hij ontmoette Sien toen zij, zwanger en dakloos, door Den Haag zwierf en ontfermt zich over haar, tot afschuw van Mauve en de rest van de familie. Zij beschouwen Sien als een vrouw van lichte zeden, waar Vincent zich niet mee in moet laten.

Hij is koppig en luistert niet naar alle goede raad en bemoeienissen. Met zijn broer Theo komt hij overeen dat die hem financieel zal blijven steunen, als ze het niet meer over Sien zullen hebben. Voor de brievenlezer is dat een merkwaardige toestand omdat er, van het ene op het andere moment, niets meer te lezen valt over de huiselijke situatie van de aankomende schilder.

Het is ook spijtig omdat, vanaf dan, de brieven nogal saai worden. Van Gogh schrijft over de schetsen die hij maakt en dat hij vlijtig werkt en hij bedelt, in vrijwel elke brief, om meer geld. Als je dat een keer of tien gelezen hebt, dan weet je het wel. Maar het gaat daarna nog tientallen brieven zo door.

Tussen de regels door lezend, besefte ik wel, dat ik mijn beeld van Van Gogh een beetje bij moest stellen. Hij was niet het eenzame genie, dat zonder veel contacten met andere schilders, of de mensheid in het algemeen, zijn eigen unieke stijl vond. In zijn Haagse tijd leefde hij samen met een gezin en ondanks de geldzorgen ging dat redelijk harmonieus. Die periode duurde twee jaar wat, voor een asociale kluizenaar, toch een hele opgave zou zijn. Maar Van Gogh lijkt er tamelijk gelukkig mee.

In zijn Haagse tijd had Van Gogh, naast zijn moeizame omgang met Mauve, ook contact met andere kunstschilders. Hij noemt en bezoekt er een heel stel, de meeste namen zeggen ons nu niets meer, maar één ervan, George Hendrik Breitner, is behoorlijk beroemd geworden. Vincent raakt bevriend met hem, bezoekt zijn atelier en trekt een tijdje met hem op. Ze lopen, bijvoorbeeld, samen door de stad op zoek naar onderwerpen voor hun schetsen en schilderijen.

Breitner, die later veel succes zou krijgen – er hangen prachtige stadsgezichten van hem in het Amsterdamse Rijks- en Stedelijk Museum – werkte mee aan het bekende Panorama van Mesdag. Hij maakte in die periode ook een schilderij van militairen te paard, die door de Scheveningse duinen rijden. Dat zou een paar jaar nadien aangekocht worden door het Rijksmuseum en zijn doorbraak betekenen.

Het grappige is dat Van Gogh die schilderijen maar niets vond. In een brief aan zijn broer schrijft hij dat hij bij Breitner schilderijen heeft gezien die op stroken gebleekt en beschimmeld behangsel leken. Rare verfstrepen en vage vormen die hij, in eerste instantie, niet als serieuze schilderwerken herkent.

'Hoe 't mogelijk is iemand tot zoo iets komt, begrijp ik in 't geheel niet. 't Is iets als men ziet als men koorts heeft, of onmogelijk en zonder beteekenis als in een droom die kant noch wal raakt.'

Ik denk dat er ook mensen zijn geweest die zoiets dachten, bij het zien van de werken van Van Gogh zelf. Met Breitner kwam het dus wel goed. Vincent van Gogh zou in 1883 zijn relatie met Sien verbreken en vertrekken naar Drenthe. Maar dat deel van zijn brieven moet ik nog lezen.

Zie voor de schilderijen van Breitner de website van het Rijksmuseum 

Ook op Wikipedia zijn, naast de levensbeschrijvingen van Breitner en Van Gogh, voorbeelden van hun schilderijen te zien.


 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 en deel 7 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave.