zondag 25 augustus 2019

De dief en de schoenlapper


Vorige week overleed Richard Williams, de tekenfilmmaker die bekend werd door 'Who Framed Roger Rabbit ?'. In die speelfilm werden zijn animaties gecombineerd met levende acteurs. Dat werd een groot succes. Maar zijn levenswerk, de animatiefilm 'The Thief And The Cobbler', was dat niet.

Williams werkte ruim 30 jaar aan het project, raakte uiteindelijk de zeggenschap kwijt en moest toezien hoe anderen twee, verkorte en aangepaste, versies ervan in de bioscoop brachten. Williams zelf wilde niet naar deze films kijken en liefhebbers van zijn werk deden naderhand hun best om zijn origineel zo goed mogelijk te reconstrueren.

De meest complete versie is te zien op YouTube en hoewel sommige scenes aangevuld moesten worden met onvoltooide schetsen, is toch te zien dat het een prachtige film had kunnen worden. Wat ook duidelijk wordt is dat de succesvolle Disneyfilm 'Alladin' zwaar leunt op het voorbeeld van Williams.

Beide films spelen in het mythische Oosten van Duizend En Een Nacht. Ze draaien alle twee om een arme jongen die verliefd wordt op een prinses en in beide films is de schurk een raadsheer van de sultan, met een blauwe gelaatskleur. Williams begon aan zijn 'Thief And The Cobbler' in 1965, het Disney-concern begon aan de tekenfilmversie van 'Alladin' in 1988.

Er zijn natuurlijk ook grote verschillen tussen beide films. De 'cobbler' is een schoenlapper, die in de hele film geen woord spreekt. De klunzige dief, die hem om niet geheel duidelijke redenen volgt, heeft al even weinig tekst. Hij wordt op zijn beurt gevolgd door een wolk vliegen.

De film van Williams leunt vooral op visuele humor, hoewel de schurkachtige raadsheer zijn vileine teksten op rijm uitspreekt. De fraaie decors zijn geïnspireerd op de geometrie van de Oosterse kunst en er wordt gespeeld met het perspectief, op een manier die aan M.C. Escher doet denken.

Sommige scenes in de 'Thief And The Cobbler' zijn surrealistischer dan Disney-kijkertjes gewend zijn en prinses Yum Yum heeft meer sex appeal dan de meeste andere heldinnen uit het getekende Hollywood. Williams werkte dan ook vanuit London, waar de zeden was losser waren.

Tekenfilms maken is een dure bezigheid, zeker toen er nog geen computers waren om de animators te helpen. Williams begon aan het project, dat aanvankelijk gebaseerd was op verhalen van de 13e eeuwse moellah Nasreddin Hodja, met een handjevol medewerkers.

In 1970 was zijn bedrijf gegroeid tot ruim 40 man. Ondertussen maakte hij allerlei reclamefilms en een TV-bewerking van 'A Christmas Caroll', van Dickens, die bekroond werd met een Oscar. Het script van 'Thief And The Cobbler' werd, in die jaren, een paar maal herschreven. De schoenlapper Tack kreeg de hoofdrol, het uiteindelijke verhaal kreeg vorm, maar het werd ook duidelijk dat het Williams aan geld ontbrak om de film verder te produceren.

In 1979 stak een Saudische prins – kan het passender ? – geld in het project. Williams kon een 10 minuten durend fragment helemaal afwerken, maar omdat het duurder uitpakte en langer duurde dan voorzien, trok de prins zich terug. Het voorbeeld leverde Williams wel de opdracht voor de animaties in 'Roger Rabbitt' op.

Na het succes van die film besloot Warner Bros. geld in 'The Thief' te steken. Gedurende de jaren '80 werd er koortsachtig aan de film gewerkt. In 1992 was bijna anderhalf uur tekenfilm voltooid. Maar Warner Bros. was niet tevreden en het produceren van de resterende 15 minuten zou teveel gaan kosten. Bijkomend probleem was dat Disney ondertussen 'Alladin' had uitgebracht.

Toen ook andere financiers zich terugtrokken moest Williams zijn film uit handen geven. Fred Calvert werd aangesteld om van het bestaande materiaal een complete film te maken. Hij vulde het aan met fragmenten die, goedkoop, in Taiwan werden geproduceerd, naar schetsen, gemaakt in Ierland, door voormalig Disney medewerker Don Bluth.

Het resultaat was een tekenfilm-musical die, in Australië en Zuid-Afrika, in de bioscoop verscheen als 'The Princess and the Cobbler'. Er werd een ingekorte, Amerikaanse versie gemaakt, met de titel 'Arabian Knight', onder leiding van de inmiddels beruchte Harvey Weinstein. Die huurde bekende acteurs in om de stemmen in te spreken.

Het werd een flop.

Ondertussen was het 1995. Om nog wat geld terug te verdienen werden verschillende versies van de film uitgebracht op video en DVD. Sommige werden zelfs weggeven bij de aankoop van pakken cornflakes.

Richard Williams heeft de door anderen gemaakte versies van zijn film nooit willen zien. In een interview zei hij dat zijn zoon ze wel bekeken had en hem had geadviseerd om er niet naar te kijken, omdat het risico bestond dat hij naderhand zelfmoord zou willen plegen.

In de loop der jaren had 'Thief And The Cobbler' wel een legendarische reputatie gekregen onder tekenfilmfans en vakgenoten. Roy Disney, zoon van Walt en lange tijd hoofd van de tekenfilmafdeling van het Disney-concern, was geïnteresseerd om de originele versie te restaureren. Tussen 2000 en 2003 werd er door hem en zijn medewerkers aan gewerkt.

Uiteindelijk was het tekenfilmfan Garret Gilchrist die er, met hulp van oud-medewerkers van Williams en materiaal dat zij aandroegen, in slaagde om een zo origineel mogelijk versie van de 'Thief And The Cobbler' te reconstrueren. Zijn eerste versie verscheen in 2006 en is nadien vier maal herzien en uitgebreid.

De hele gereconstrueerde 'Thief And The Cobbler' is te zien, als 'The Recobbled Cut', op YouTube. Het is zeer de moeite van het bekijken waard. Niet alleen omdat het een leuke film is, die er prachtig uitziet maar, omdat de ontbrekende delen zijn aangevuld met de originele potloodschetsen, krijg je ook te zien hoe zo'n film gemaakt wordt.

Voor meer info over de film en andere projecten van Richard Williams kun je terecht op YouTube bij The Thief Archive




De Strip: De strip - die los staat van het geschreven bericht - is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. 

Klik hier voor deel 1 en deel 2 van dit verhaal.

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 en deel 7 van het vorige verhaal. 

Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men

zondag 18 augustus 2019

Koning Arthur leeft


Tussen de bedrijven door lees ik af en toe een stukje in de Mabinogion. Kennen jullie dat boek ? Het is een verzameling Arthurlegenden uit Wales die, halverwege de 19e eeuw, is vertaald in het Engels door Lady Charlotte Guest.

Lady Charlotte is niet alleen verantwoordelijk voor hun populariteit maar ook voor hun foutieve benaming. Zij dacht dat Mabinogion het meervoud was van Mabinogi, maar dat is zelf al een meervoudsvorm, een verzamelnaam voor deze mythen uit Wales.

Sommige kenners beschouwen deze verhalen als de oudste bekende Britse literatuur, maar anderen trekken dat in twijfel. Het is in ieder geval geen makkelijke kost. Het taalgebruik is verouderd, wat opmerkelijk is want 19e eeuwse Engelse boeken zijn doorgaans prima te lezen. Maar Lady Charlotte heeft de verhalen niet vertaald naar 'modern' Engels.

Daarbij komt dat de middeleeuwse manier van vertellen nogal verschilt van de onze. Sommige gebeurtenissen worden in een enkele zin samengevat. Een ridder ontmoet, bijvoorbeeld, een leuke mevrouw en brengt 7 jaar met haar door. Daar had je dan misschien iets meer over willen lezen, maar met die simpele mededeling moet je het doen.

Op andere momenten worstel je je door beschrijvingen heen waarvan je na een paar pagina's denkt: dit had best wat korter gemogen. Dat een ridder, op zijn queeste, zich 's ochtends aankleedt, zijn paard zadelt, 's avonds ergens aankomt, zijn spulletjes aflegt, iets eet, drinkt en gaat slapen en zich dan de volgende ochtend weer aankleedt en zijn paard zadelt enz. enz.

Nog taaier wordt het als er een bladzijdenlange opsomming gegeven wordt van de uitrusting van ridder, na ridder, van paard, na paard, van voetknecht, na lakei enzovoort. Of als er van elk lid van Arthurs hof de bijzondere eigenschappen worden genoemd.

Dat ridder Kai negen dagen zijn adem in kon houden, negen dagen zonder slaap kon en een wapen had waarmee hij negen verwondingen in een klap kon toebrengen, is best grappig. Maar na 20 of 30 van zulke sterke staaltjes begint het wat te vervelen.

Toch moeten deze vertellingen enorme hits zijn geweest in de middeleeuwen. Zo zeer zelfs dat, in de 13e eeuw, Richard, graaf van Cornwall een kasteel liet bouwen aan de kust bij Tintagel. Dat was de plaats waar, volgens de legenden en eeuwen eerder, koning Arthur verwekt werd.

Tovenaar Merlijn had daarvoor, door een toverspreuk, het uiterlijk van koning Uther Pendragon veranderd in dat van de toenmalige hertog van Cornwall. Uther was in oorlog met de hertog, maar hij was ook verliefd op diens vrouw, Igraine. Door de tovenarij van Merlijn kon Uther de nacht met haar doorbrengen en Arthur verwekken.

Tintagel is niet van strategisch belang, het beschermt geen belangrijke stad, haven, of verkeersader. Er zijn wel sporen gevonden van eerdere bewoning, maar het kasteel werd er alleen gebouwd vanwege dat spannende Arthurverhaal. De ruïne staat nog steeds op de rotsen, aan de kust van Cornwall en trekt jaarlijks honderdduizenden bezoekers die afkomen op de verhalen over Arthur en Merlijn.

Enig bewijs, dat die werkelijk ooit op die plaats geweest zijn, is er niet. We weten niet of Arthur echt bestaan heeft en waar, of wanneer, die verhalen zich precies afgespeeld zouden kunnen hebben. Dat ze niet allemaal feitelijk waar kunnen zijn lijkt me duidelijk.

Begin deze maand heeft de beheerder van het kasteel, de monumentenzorg-organisatie English Heritage, een nieuwe voetbrug geopend, die twee delen van de ruïne met elkaar verbindt. Oorspronkelijk was op die plek een smalle rotsrichel, een natuurlijke brug, maar die is lang geleden ingestort.

Er zijn ook standbeelden geplaatst bij het kasteel en een muurreliëf – een 'portret' van Merlijn met beschadigde neus, net alsof het er al eeuwen zit – in een grot die 'Merlin's Cave' wordt genoemd. Allemaal om de bezoekers in de sfeer van de Arthurverhalen te brengen. Leuk, maar met de echte geschiedenis heeft het weinig te maken.

Historici klagen dan ook dat er een Disney-attractie van de ruïne gemaakt wordt. Op zich heeft dat iets grappigs. Het hele kasteel is alleen maar op die plek gebouwd vanwege een fantasieverhaal. Een beetje meer of minder verbeelding kan dan weinig kwaad, lijkt me.

Maar hoewel het de vraag blijft of koning Arthur ooit bestaan heeft, in de verbeelding van velen leeft hij nog steeds...





De Strip: De strip - die los staat van het geschreven bericht - is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. 

Klik hier voor deel 1 van dit verhaal.

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 en deel 7 van het vorige verhaal. 

Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men

zondag 11 augustus 2019

Zeg niet zomaar 'ja'...


Zeker weet ik het niet meer, maar volgens mij was het de Peruaanse schrijver Mario Vargas Llosa die zei dat, voor een schrijver, elke ervaring een goede ervaring was. Daarmee bedoelde hij dat zelfs een onprettige gebeurtenis voor een schrijver positief kan zijn, omdat hij erover kan schrijven.

Dat is een mooi motto. Maar in de praktijk worstel ik er toch mee. Misschien ben ik niet schrijver genoeg, want er zijn nogal wat ervaringen, vooral in de familie- en vriendenkring, waarvan ik vind dat ik er beter niet over schrijven kan. Terwijl ze soms onprettig genoeg zijn.

Afgelopen week maakte ik weer zoiets mee. Ik heb er een aantal nachten slecht van geslapen en uiteindelijk een paar boze mails verstuurd, maar ik vind het toch niet gepast om het er hier nu uitgebreid over te gaan hebben.

De conclusie wil ik wel met jullie delen. Die is dat je niet zomaar 'ja' moet zeggen als er iemand met een plan bij je komt. Doorgaans is dat voor mij niet zo'n probleem, ik krijg vaker het verwijt dat ik altijd overal 'nee' op zeg. Maar begin dit jaar heb ik me laten vermurwen, en daar heb ik achteraf spijt van.

Eigenlijk werd ik voor het blok gezet, maar omdat ik er zelf weinig energie in hoefde te steken dacht ik, nou vooruit dan maar. Niet wetende dat het een richting op zou gaan die me helemaal niet zou bevallen.

Het is me in het verleden wel vaker overkomen dat mensen met plannen bij me kwamen. Vaak ging het dan om het gebruik van mijn strips, of verhalen. Ik ben daar niet happig op. Het vervelende is is dat je geen controle hebt over wat er met je werk gebeurt, als je het aan een ander toevertrouwt.

Een stripje verscheen in een lesboek, bijvoorbeeld, maar ondanks herhaalde verzoeken, kreeg ik dat boek nooit te zien. Als ik een andere keer wel een aantal exemplaren van een publicatie kreeg, dan was dat meteen bedoeld als betaling. Alsof ik met boeken langs de deur ga leuren.

Het is me ook een paar keer gebeurd dat men ongevraagd een van mijn tekeningen of strips van internet plukte en op een weblog, of site plaatste. In de tijd dat het Volkskrantblog nog bestond overkwam me dat een aantal keren. Als ik daar dan iets van zei reageerde men verbaasd en een beetje gepikeerd. We waren zo leuk aan het spelen en nou komt die zeurpiet ons speelgoed afpakken.

Nog niet zolang geleden schreef ik, op verzoek, een stukje voor een verenigingsblad. Na uitgebreid overleg met alle partijen leverde ik mijn verhaal in. Tot mijn verrassing zag ik, na publicatie, dat er toch nog iemand in mijn tekst had zitten rommelen. Eén van mijn weldoordachte strofen was veranderd in een kromme zin met een taalfout. Het is niet dat de wereld op zo'n moment vergaat, maar ik schaam me er nu wel voor dat mijn naam er onder staat.

Ik heb ook wel eens iets in opdracht getekend, maar daar ben ik helemaal mee opgehouden. Het resultaat was maar zelden zo goed dat ik er trots op kon zijn en het kostte meestal enorm veel energie. Eerst moet je een ontwerp maken, of meerdere. Dan moet je daarover gaan onderhandelen. Wat ik geschikt vond werd maar zelden direct geaccepteerd. En de beloning, een cadeaubon, een fles wijn, een schamel geldbedrag, stond eigenlijk nooit in verhouding tot de door mij geleverde inspanningen.

Er is eigenlijk maar één voorbeeld waar ik met trots en tevredenheid op terugkijk. Rond 1990, toen AIDS nog een groot probleem dreigde te worden, heb ik een aantal strips ter beschikking gesteld voor een folder van het AIDS-fonds. Ik vroeg er niets voor, gewoon mijn bijdrage aan de goede zaak.

Nooit eerder of later ben ik zo keurig behandeld als door de mensen van het AIDS-fonds. Ik kreeg de folder toegezonden, met uitgebreide bedankbrief en een fraai speldje in de vorm van het bekende rode lintje.

Maar helaas, dat was een uitzondering. Het was wel meteen de grootste verspreiding die enige creatieve uiting van mij ooit heeft gehad. Er zijn duizenden van die folders gedrukt. En voor een goed doel. Dat is ook een mooie gedachte.



De Strip: De strip - die los staat van het geschreven bericht - is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 - deel 6 en deel 7 van dit verhaal. 

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 en deel 4 van het vorige verhaal. 

Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men

zondag 4 augustus 2019

De Mejanderreizen van Gerard en Jan


Jullie denken misschien dat ik, met mijn chronische ziekte, de hele dag achter de geraniums naar de vogeltjes zit te kijken. Maar ik kom af en toe ook wel eens buiten. Bij de vaste uitstapjes van de afgelopen 20 jaar horen de autoritjes die ik met mijn goede vriend, tekenaar, Gerard Kuit maak, voor onze gezamenlijke Mejanderverhalen.

De samenwerking is ontstaan in 1994. Ik was toen redacteur van de Artishockberichten, het maandblad van onze culturele dorpsvereniging. Het was gebruikelijk dat de redactie voor elke aflevering een stukje schreef, meestal over de verenigingsactiviteiten.

Ik was het na een paar jaar zat om over weer een mooie film, een prachtige tentoonstelling, of een fantastisch concert te schrijven en zocht naar nieuwe onderwerpen. Daar komt ook de naam Mejander vandaan, die bedacht mijn toenmalige zwager Bas, die meehielp met het maken van het Arishockblad. Mijn verhaaltjes gingen alle kanten op, vandaar.

Nadat ik een stukje had geschreven over paleis Soestdijk, waar toen de koninklijke familie nog woonde, zag ik bij toeval in het VVV-kantoor een ansichtkaart met een tekening van het paleis hangen. Die paste er heel mooi bij, vond ik. De maker bleek Gerard te zijn en die kende ik wel, want hij was lid van Artishock.

Zo is een samenwerking ontstaan die al 25 jaar stand houdt. Bij de eerste paar verhaaltjes had Gerard toevallig al een geschikt plaatje, in de vorm van een antieke, of zelfgemaakte, ansichtkaart. Maar voor de volgende maakte hij een tekening en na een tijdje gingen we ook samen op verkenning. Zo maakten we onder meer reizen langs de Langbroeker Wetering en de Vecht, door het Groene Hart en – een nog onvoltooide – tocht langs de kust van de Zuiderzee.

In de loop der jaren heb ik leuke reacties gehad op onze Mejanderverhalen. Mensen kwamen met boeken aandragen en er was zelfs iemand die vroeg of we niet iets over zijn huis konden schrijven. Hij woonde heel mooi, in de binnenstad van Amersfoort.

Ik was inmiddels al lang geen redacteur van de Artishockberichten meer, maar mijn opvolger vond onze verhalen leuk en zo konden we zorgeloos doorschrijven en tekenen. Tot vorig jaar een nieuwe redacteur me belde met de vraag of hij eens kon komen praten.

Ik zag de bui al hangen en nodigde Gerard ook uit voor het gesprek. Het kwam er op neer dat het bestuur van de Vereniging vond dat er op het maandblad bezuinigd moest worden en voor ons verhaal was eigenlijk geen plaats meer. We vonden dat jammer, natuurlijk, maar we deden er niet moeilijk over. Als we niet meer gewenst waren hield het gewoon op.

Achteraf hoorden we dat een Artishocker van het eerste uur, naar aanleiding van onze verdwijning uit het maandblad, zijn lidmaatschap opgezegd had. Dat vonden we wel mooi, natuurlijk. Maar we hadden ons toch al voorgenomen om onze gezamenlijke activiteiten niet zomaar te staken.

Ik had al jaren eerder een Mejanderblog aangemaakt, zodat onze verhalen ook online beschikbaar waren. Nu namen we ons voor om aan een boek te gaan werken. Het zal nog wel even duren voor dat er is, maar om vast wat nieuw publiek te kweken heb ik afgelopen week een Facebook-pagina gemaakt.

Het Mejanderverhaal is nog lang niet af. Dus wie ons wil blijven volgen kan dat en als het boek er is dan zullen jullie ervan horen !

Lees de verhalen, of bekijk de tekeningen, op het Mejanderblog of bezoek de Facebook-pagina 

Gerard Kuit heeft ook een eigenwebsite.



De Strip: De strip - die los staat van het geschreven bericht - is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 en deel 6 van dit verhaal. 

Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 en deel 4 van het vorige verhaal. 

Klik op de tekening voor een grotere weergave. 

Bezoek ook onze internationale, Engelstalige, website: The Amazing Comics Men