zondag 28 juli 2024

De natuur zijn gang laten gaan ? Dat kan !


'De biodiversiteit
nam de afgelopen honderd jaar met 85 procent af, en daalt verder; in Nederland het meest van de EU,'
las ik, afgelopen week, in de Volkskrant. Dat het zo slecht gaat met die biodiversiteit komt vooral door de achteruitgang van het buitengebied, het boerenland. Daar moet voedsel worden geproduceerd, daar moet vee lopen en wordt de natuur, heel efficiënt, bestreden.

Het zou mooi zijn als we op andere plaatsen, bijvoorbeeld in de bebouwde kom, de natuur wat meer ruimte zouden geven. Daar is het openbare groen er voor ons plezier en welzijn. Het gaat bovendien om flinke oppervlakten, grote grasvelden tussen de woonblokken en een massa bloemperken. Het zou dus een enorme bijdrage kunnen leveren aan de biodiversiteit.

Ik schreef daar, begin juli, een brief over naar de plaatselijke krant, waarin ik opriep om minder te maaien en te schoffelen. Mijn brief werd geplaatst en lokte een reactie uit van de heer W., opzichter directievoering van de gemeente. Die verscheen vorige week in de krant, met als kop: 'Natuur zijn gang laten, kan dat wel ?'

De heer W. legt uit dat er niet zomaar wat gedaan wordt. Op sommige plekken wordt vaak gemaaid, op andere minder. De argumenten om te maaien zijn: dat lange gras is slordig en 'de veiligheid'. In lang gras kunnen beestjes zitten die wel eens een mens kunnen bijten. Maar ja, die zitten ook in het park, aan de overkant van de straat en in je eigen achtertuin.

De heer W. geeft toe dat onkruid belangrijk is voor de biodiversiteit, maar zegt ook dat het beheerd moet worden. Neem nou de paardenbloem: '...die is weliswaar waardevol voor de biodiversiteit, maar heeft ook een nadeel. De bloem heeft een lange penwortel die zo diep in de grond woekert dat hij moeilijk te verwijderen is.'

Het lijkt erop dat er aan de ene kant wel goede wil is, maar dat men vast zit in oude patronen. Want waarom zou je die paardenbloem moeten beheren – bedoeld wordt bestrijden – als hij zo waardevol is ? Dat hij moeilijk te verwijderen is is toch geen argument om hem te verwijderen ? Laat dat plantje toch staan !

Biodiversiteit en groenbeheer, is dat per definitie in strijd met elkaar ? Biodiversiteit zijn alle planten en dieren die, van nature, op een bepaalde plaats leven. Die wilde planten trekken insecten aan, vogels en andere dieren. Alles wat, zonder dat de mens zich ermee bemoeit, op een plek groeit en leeft is de biodiversiteit. Die hoeft niet beheerd, aangeplant, of ingezaaid te worden. Biodiversiteit is er vanzelf.

Groenbeheerders willen graag de handen uit de mouwen steken en dat is een reflex, die moeilijk te beteugelen is. Dat blijkt uit het beplanten van bloemperken, met bloeiende struiken waar insecten op af komen en het inzaaien van wegbermen, met 'bermmengsels die de biodiversiteit bevorderen'. Dat minder doen vaak beter is komt niet in ze op.

Planten die aangeplant of ingezaaid worden en dus niet van nature ergens voorkomen, zijn niet zo goed voor de biodiversiteit. Ze verdringen namelijk de planten die op die plaatsen thuishoren. De plaatselijke insecten zijn helemaal afgestemd op die plaatselijke planten. Je kunt wel leuk vlinderstruiken in de bloemperken zetten, maar als je de brandnetels wegmaait hebben die vlinders geen plek waar ze hun eitjes kunnen leggen en waar hun rupsen kunnen opgroeien.

Het wegschoffelen van onkruid, uit bloemperken die aangelegd zijn voor de biodiversiteit, is dus een schadelijke handeling. Je haalt de biodiversiteit weg, uit een plek die je ingericht hebt om de biodiversiteit te bevorderen. Dat is toch niet slim ?

'Maar mensen houden van een strak gazonnetje, daar moeten we ook rekening mee houden,' zegt meneer W. Maar moet dat echt ? Het openbaar groen is geen privétuin. Wie, in zijn eigen tuintje, zijn grasveldje wil maaien moet dat maar doen. Maar de gemeente roept de bewoners op om niet alles te betegelen en ook wat onkruid te laten staan (echt !). Laten ze dan, met het beheer van het openbaar groen, ook het goede voorbeeld geven.

De praktijk is helaas anders. In onze straat zijn, in de afgelopen paar weken, de gazons gemaaid, de bloemperken geschoffeld, de slootkant gemaaid en de stoep bewerkt met zo'n stoomwagentje. Goed dat ze geen gif meer gebruiken om het onkruid te verdelgen, dacht ik, en ook fijn dat er nog hier en daar een plukje groen blijft staan, om de bomen heen. Verkeerd gedacht. Even later kwam er een hovenier langs om de randjes weg te maaien en de 'boomspiegels' – de stukjes kale grond om de stammen heen – schoon te schoffelen.

Het gras hoeft niet overal een meter hoog te staan en een bloemperk waar je helemaal niets aan doet wordt, op den duur, een bosje. Dus een beetje snoeien en af en toe eens maaien is prima. Maar ga niet elke week en overal tegelijk met je maaimachines, schoffels en stomers tekeer. Laat het ook eens gewoon een maandje bloeien en groeien. Dat bespaart bovendien manuren, brandstof, stikstofuitstoot en geld.

Een paardenbloem heeft geen stekels, hij maakt geen lawaai en verspreidt geen akelige lucht, maar is wel goed voor de bijtjes en vlinders. Dat geldt ook voor de klaver, boterbloem, ereprijs, hoornbloem, hondsdraf, robertskruid, havikskruid, basterdwederik, duizendblad, akkerwinde enz. Allemaal plantjes die in onze straat vanzelf komen groeien. Als we ze de kans maar geven. Uit onderzoeken blijkt trouwens dat minder maaien en schoffelen direct leidt tot een toename van insecten (biodiversiteit !).

Meneer W. kent mijn argumenten, ik heb hem en andere vertegenwoordigers van de gemeente al vaker geschreven en gemaild. Er zijn meer bewoners die de gemeente verzoeken om minder te maaien, zegt hij. En om terug te komen op de Volkskrant van vorige week, daarin stond een artikel over een Rotterdammer die, zich het onderhoud van de stadsparken in zijn stad had aangetrokken. Ik citeer:

''Sinds Biemans – arts, kunstenaar, social designer – het beheer en de schoonmaak van het park vijf jaar geleden van de gemeentelijke plantsoenendienst overnam, en de natuur min of meer haar gang laat gaan, is het aantal planten- en insectensoorten geëxplodeerd.

Zijn geheim? ‘Stop met maaien, zodat inheemse planten – onkruid, zoals de gemeente het noemt – kunnen groeien. Dat is de kraamkamer van de insectenwereld. Haal her en der wat weg, zoals grazers in de natuur doen. Daardoor ontstaat een variatie aan beplanting.’ (…)

Zijn uiteindelijke doel is ‘dat alle parken zo worden’.

Licht geïrriteerd: ‘Maar dan moet de gemeente wel wat veranderen aan het onderhoud, dat is gericht op schoffelen. Plantsoendienstmedewerkers hebben geen benul van wat ze doen – en worden daar zelf ook niet vrolijk van. Maak daarom ruimte voor vakmanschap, voor de menselijke maat. Berg de bladblazers op en breng het handwerk terug.'"

Zie voor het hele artikel: Stop met maaien 

De natuur zijn gang laten gaan ? Dat moet !

 

 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 en deel 5 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 en deel 6 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 21 juli 2024

Schattig en agressief, jonge mezen op het balkon


Het is alweer
een week of vier geleden dat ik voor het laatst iets schreef over de planten en dieren op ons balkon. Het is inmiddels zomer, hoewel je dat aan het weer pas de afgelopen week kon merken. Je hoort wel eens zeggen dat het in de zomer rustiger wordt buiten.

De meeste vogels zijn klaar met broeden, de jongen zijn uitgevlogen. Er hoeft geen territorium meer verdedigd te worden, dus wordt er minder gezongen en de volwassen vogels nemen het er van. Ze gaan ook in de rui, krijgen een nieuw verenkleed en dan houden ze zich rustig.

Maar de jonge vogels doen daar niet aan mee. Die zijn druk bezig de wereld te ontdekken en als je een beetje vogelvoer neerlegt, of ophangt, zul je genoeg drukte zien in je tuin, of op balkon. Bij ons wemelt het nog van de jonge mezen, bijvoorbeeld. Koolmezen vooral.

Ik schreef eerder dat het pimpelmezenbroedsel in ons nestkastje mislukt was en dat ik weinig jonge pimpels zag. Maar gelukkig lijken die, kleinere neefjes van de koolmees, bezig aan een inhaalslag. Vogels broeden niet allemaal tegelijk en op hetzelfde moment. Je hebt mezen die vroeg beginnen, andere paartjes starten wat later. De latere pimpelmezen lijken dit jaar meer succes te hebben gehad.

Jonge pimpelmezen zien er schattig uit. Ik aarzel een beetje om het zo te omschrijven, maar het is niet anders. Ze zijn minder fel gekleurd dan hun ouders. Geen blauwe kruinveertjes en geen helderwitte wangen. Maar alles in zachte, groene en gele tinten. Je vraagt je af hoe zulke lieve vogeltjes het redden, tegenover hun grotere concurrenten, de koolmezen.

Dat is vrij simpel, ze zijn gewoon brutaler en agressiever. Het lieve uiterlijk is maar schijn. Een jonge pimpelmees ziet er helemaal geen probleem in om bovenop een, grotere, jonge koolmees te springen, om bij een lekkere pinda te komen.

En als ik voor het raam ga staan trekken ze zich daar helemaal niets van aan. Grotere vogels, zoals kauwtjes, duiven, of de tamelijk schuwe spechten, vliegen dan direct weg. Zelfs als ik de balkondeur open doe zijn het de mezen die het laatst vertrekken. En dan kijken ze er ook nog verontwaardigd bij, alsof ze zeggen willen: Wat kom jij doen ?

Ondertussen zijn onze balkonplanten mooi in bloei aan het komen. Ik had het aantal bloempotten een beetje geminderd, in verband met de onderhoudswerkzaamheden, maar omdat daar geen eind aan lijkt te komen, heb ik dit jaar wat nieuwe potten en bakken gekocht. Wel allemaal van kunststof, zodat ze wat makkelijker te verplaatsen zijn.

In totaal staan er, op voor- en achterbalkon, 17 bloempotten en -bakken. In grootte oplopend, van 10 cm doorsnee, tot 60 cm. De meeste zijn begonnen met een plant die we kochten of cadeau kregen. Als ik iets nieuws koop hoop ik altijd dat de insecten er blij mee zijn, wat meestal tegenvalt. De enige echte hits zijn de lobelia's en de dropplant, waar altijd zweefvliegen, hommels en wilde bijen op af komen.

Gelukkig helpt de natuur, als je haar de kans geeft, tenminste. Ik had me voorgenomen om niet te mopperen vandaag, maar het was weer met de nodige ergernis en onbegrip, dat we de gemeentelijke onderhoudsploegen door het openbare groen zagen gaan, in de afgelopen weken. 

Mooi bloeiende grasvelden en wegbermen werden platgemaaid. In bloemperken die, volgens diezelfde gemeente, aangelegd waren voor het bevorderen van de biodiversiteit werden geschoffeld en gewied. Het is allemaal behoorlijk achterlijk.

Maar komaan, niet mopperen. Op ons eigen balkon kun je zien wat er gebeurt, als je de boel een beetje zijn gang laat gaan. Dan komen er vanzelf allerlei planten groeien, waar de insecten dol op zijn. Bijvoorbeeld paardenbloem, klaver, hoornbloem, robertskruid, duizendblad, schijnaardbei, havikskruid, boterbloem, braam, boswilg en berk.

En dat naast de eerder genoemde lobelia's, de fuchsia's, margrieten, asters, roos, lavendel, dropplant, blauwe bes, muurpeper, parelkruid, mosterd, boekweit, bolderik en wilde bertram die ik er zelf neergezet of gezaaid heb. En dan vergeet ik er waarschijnlijk nog een paar. Het enige tuinieren dat ik doe is, af en toe, wat grassprieten uittrekken en één keer per jaar de uitgebloeide stengels verwijderen.

Aanvankelijk leek het, dit voorjaar, alsof het allemaal voor niets was. Er was geen vlieg, bij, of ander insect te zien. Maar dat is de afgelopen weken een heel stuk beter geworden. Vooral veel leuke zweefvliegen, ik telde zeker drie verschillende soorten, wat wilde bijtjes, hommels en een enkele vlinder kwamen al langs. Ze moeten ook wel, want de gemeente heeft weer veel weggemaaid.

Maar goed... niet mopperen ! Genieten !


Van de balkonvogels heb ik een filmpje gemaakt – met zelfgemaakte muziek – dat te zien is op YouTube . De insecten heb ik, voor een deel, gefotografeerd, maar daarvoor moet je me opzoeken op Facebook of Instagram.

Over het achterlijke groenonderhoud schreef ik een brief naar de plaatselijke krant, die te lezen is op de website. Dat werkt soms beter dan klagen bij de gemeente. 

 

 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 en deel 4 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 en deel 6 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 14 juli 2024

Het Betty Asfalt Complex is verleden tijd


Het Betty Asfalt Complex
gaat over in andere handen en verandert van naam. Het kan zijn dat een deel van jullie nu denkt: Nou en ? Of: Betty wie ? Maar ik heb, als jong Stripmannetje, een paar keer opgetreden in het Betty Asfalt Complex, dat opgericht is en tot voor kort gerund werd door Paul Haenen en zijn partner Dammie van Geest.

Laten we teruggaan naar het begin van de jaren '90. Mijn vrouw en ik waren net een tijdje samen, ik werkte in Amersfoort, bij een marktonderzoek-bureau en deed daarnaast vrijwilligers werk, voor onze culturele dorpsvereniging. Mijn verhaaltjes en stripjes verschenen toen in het programmablad van die vereniging, het internet stond nog in de kinderschoenen.

Ondertussen was Paul Haenen een bekende TV-verschijning geworden die, voor de VPRO, een reeks programma's maakte. Bijvoorbeeld: 'Paul Haenen begint'; 'Haenen voor de nacht' en 'Dolman's vrolijke vrijdag'. Voor een deel werden die uitgezonden vanuit het voormalige Theater Tingel Tangel, aan de Nieuwezijds Voorburgwal, in Amsterdam.

Haenen en Van Geest hadden het pand, ooit een klooster, daarna school en burgemeesterswoning, in 1989 overgenomen. Ze gebruikten het, behalve als locatie voor TV-uitzendingen, ook voor kleinkunstvoorstellingen, hun eigen producties, maar ook die van andere cabaretiers en kunstenaars. Ze gaven het een nieuwe naam: Betty Asfalt Complex.

Een vriend uit de vereniging wees me erop dat Haenen ook een tijdschrift uitbracht, Mens en Gevoelens, waarvoor iedereen die dat wilde verhalen en tekeningen in kon zenden. Ik stuurde wat strips in, die in de smaak vielen en later ook wat verhalen. Het leverde geen geld op, maar het blad had wel een landelijke verspreiding. Dus een paar jaar lang kon ik genieten, van het idee, dat mijn werk in elke goede boekhandel lag.

Om de inzenders te belonen en met elkaar in contact te brengen, organiseerde de redactie van Mens en Gevoelens – Haenen en Van Geest dus – een aantal ontmoetingsavonden, in het Betty Asfalt Complex. Ik kreeg een uitnodiging en informeerde of ze het leuk zouden vinden als ik mijn gitaar meenam en wat eigen liedjes zou zingen.

Dat mocht, dus maakte ik mijn Amsterdamse muzikantendebuut, op de planken van het Betty Asfalt. Dat had verder geen gevolgen, behalve dat ik Haenen zelf de hand kon schudden en een kort gesprekje had met Dammie. Hij vond dat mijn strips aansloten bij de 'klare lijn', een stroming ooit begonnen door Hergé, de tekenaar van Kuifje. Mijn liedjes leken volgens hem wel wat op die van Cornelis Vreeswijk. Dat waren niet mijn grote voorbeelden, maar de vergelijking had veel erger uit kunnen vallen.

Een paar jaar later zou ik er nog eens optreden, als zanger van een jazzbandje. Die avond was niet door Paul en Dammie georganiseerd, maar door een groep Joodse homoseksuelen, die zich Sjalhomo noemde. Eén ervan was bevriend met mijn vrouw.

De bezoekers hadden er al een vermoeiende dag opzitten en reageerden nogal lauw op onze muzikale inspanningen. Mijn medemuzikanten, die gemiddeld een jaar of 20 ouder waren dan ik, voelden zich ook niet echt op hun gemak. Maar goed, we hebben ons er, van beide kanten, manmoedig doorheen geslagen en we kregen nog heel redelijk betaald ook.

Dat was niet het laatste bezoek dat, mijn vrouw en ik, aan het Betty Asfalt Complex brachten. We waren er ook nog eens, als publiek, bij de opname van één van Paul Haenens TV-shows. Je kon je daarvoor opgeven en voor zover ik me herinner was de toegang gratis. We hadden een leuke avond, waarbij we met verbazing de transformatie aanzagen van Paul als zichzelf, een beetje onhandige en verlegen man, tot zijn bekendste alter-ego, de praatgrage haaibaai Margreet Dolman.

Als muzikale gasten traden zangers Jan Rot en Jaques Herb op, die samen een single opgenomen hadden. Ik heb het verhaal al vaak verteld. Mijn vrouw en ik zaten, op TV nauwelijks zichtbaar, maar klaarblijkelijk goed te zien vanaf het toneel, in de zaal en Jaques Herb knipoogde herhaaldelijk naar haar. Wij vonden dat nogal grappig, maar het werd nog leuker.

Na afloop van de voorstelling hadden we trek gekregen en waren we, vanuit het theater, de straat overgestoken om een frietje te kopen. We stonden onze warme patatjes te eten toen we Jaques Herb het Betty Asfalt Complex uit zagen komen en in een klaarstaande limousine zagen stappen. Het kan ook best een taxi zijn geweest.

Hoe dan ook, de zanger had ons ook gezien. Dat bleek toen de auto een bocht maakte en aan onze kant van de straat langskwam. Herb draaide, tot onze grote verrassing, het raampje naar beneden en boog zich uit het raam om naar ons te wuiven en te knipogen. Volgens mijn vrouw riep hij ook iets. Het was alsof wij de grote attractie van de avond waren. Je maakt wat mee, als onbekende Nederlander !

Maar goed, dat is allemaal lang geleden. Het Betty Asfalt Complex is, in de tussenliggende jaren, tweemaal verbouwd, zodat het van een alternatief zaaltje, veranderd is in een echt complex met meerdere zalen. Ondertussen vierde Paul Haenen, dit jaar, zijn 78ste verjaardag. Voor Haenen en Van Geest een mooi moment om het stokje over te dragen.

Vanaf 1 juli heeft het complex een nieuwe exploitant, De Theatergroep, en een nieuwe naam, De Richel. Paul Haenen blijft er nog wel optreden maar het Betty Asfalt Complex is verleden tijd.

Voor alle informatie kun je terecht op Theater de Richel.nl. De oude website bestaat ook nog, voor wie nog eens terug wil kijken: Betty Asfalt.nl

En voor wie helemaal niet weet wie Paul Haenen is, zijn biografie staat op Wikipedia. Dat geldt ook voor Jaques Herb en Jan Rot en voor Hergé en Cornelis Vreeswijk. Wij zijn zelf (nog) niet op Wikipedia te vinden.


 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 en deel 3 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 en deel 6 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave. 
 

zondag 7 juli 2024

Gaat het met het voetbal dezelfde kant op als met de popmuziek ?


In verschillende kranten
verscheen afgelopen week het bericht, dat onderzoek heeft aangetoond, dat de popmuziek in de afgelopen 70 jaar steeds simpeler is geworden. Voor de wat oudere muziekliefhebber was dat geen verrassing. Vergelijk de leuke, gevarieerde en verfijnde pophits, van de jaren '60, met de suffe muziek van nu en je weet wat ik bedoel. De popmuziek van de jaren '30 was overigens nog beter en complexer. Het versimpelen is al langer aan de gang.

Dan het voetbal van tegenwoordig. Ik volg het de laatste tijd niet meer zo fanatiek. Het WK in Qatar heb ik bewust links laten liggen. Dat had nooit gehouden mogen worden en dus verdiende het niet om bekeken te worden. Daarna heb ik de vaderlandse competitie en de diverse Europacups ook niet meer echt gevolgd.

Ik keek de afgelopen weken wel weer naar het EK-voetbal en gisteren bekroop me de gedachte dat ook het voetbal, in de afgelopen halve eeuw, steeds slechter is geworden. Vooral het mannenvoetbal doet geregeld pijn aan de ogen. Net zoals veel popmuziek pijn aan de oren doet.

Neem nou de kwartfinale tussen Engeland en Zwitserland, van gisteren. Na twee uur spelen was het 1 – 1, de doelpunten vielen binnen 10 minuten in de 2e helft. De overige 110 minuten waren niet om aan te zien. Saai en risicoloos gebrei.

De teams leken al heel tevree als ze de bal rond konden spelen, zonder op het vijandelijke doel te schieten. Want, zoals Johan Cruijff zou zeggen: Zolang wij de bal hebben, hebben zij hem niet. En als zij de bal niet hebben kunnen ze ook niet scoren. Het is een speelwijze die veel landen lijken te hebben overgenomen.

Vroeger speelden de Engelsen een vorm van voetbal die 'kick and rush' werd genoemd. Niet verfijnd, maar wel leuk om te zien. De bal werd vanuit de verdediging zo snel mogelijk naar voren geschoten, waarna de aanvallers hem, zonder veel gedoe, in het doel probeerden te werken. Nu doen de Britten ook aan zorgvuldige opbouw en eindeloos rondspelen.

Corners ! Of hoekschoppen, zoals ze bij ons genoemd worden. Die zijn een prachtige gelegenheid om de bal voor het vijandige doel te knallen. Maar de meeste corners bij het EK worden 'kort' genomen. De man die hem neemt speelt hem dan naar een medespeler, vlakbij, waarna het rondspelen weer kan beginnen.

Vroeger had je spelers die goed waren in het nemen van vrije trappen. Ik denk aan de inmiddels verguisde Fransman Michel Platini, of onze eigen Pierre van Hooijdonk. Die specialisten schijnen niet meer te bestaan. Bij Portugal neemt Christiano Ronaldo alle vrije trappen. De Belgische commentator vertelde dat hij dat al 60 keer had gedaan, op een EK of WK. Daarbij had hij precies 1 keer gescoord.

Vroeger zat je bij een vrije trap op het puntje van je stoel. Nu kun je rustig naar het toilet gaan, of koffie gaan zetten. Dat heb je hard nodig om wakker te blijven. Die vrije trap gaat vrijwel gegarandeerd over of naast.

En dan heb ik het nog niet eens over dat vreselijke, irritante, aanstellerige gedrag, dat je bij voortduring voorgeschoteld krijgt. Bij elk tikje, of hikje, liggen er spelers op de grond te kronkelen alsof ze doormidden getrapt zijn. Dankzij de beelden, in haarscherpe, vertraagde herhaling, kun je, 99 van de 100 keer, duidelijk zien dat er niets aan de hand was.

Een speler lag, gisterenavond, op de grond met de handen aan zijn hoofd. Had hij een schop tegen zijn kop gekregen, of een elleboog ? Er was een onoverzichtelijke situatie aan vooraf gegaan. Uit de herhaling bleek dat de bal tegen zijn kruin was gebotst en niet eens erg hard. Misschien jammerde hij omdat zijn mooie kapsel in de war was geraakt ?

Het is ergerlijke aanstellerij die wel vaak beloond wordt met een vrije trap. Daar zou die videoscheidsrechter zich nu eens nuttig kunnen maken. In plaats van uitmeten of er iemand een millimeter buiten spel stond, zouden die bedriegers gele kaarten moeten krijgen.

O, ja, en malle kapsels, tatoeages en roze voetbalschoenen moesten verboden worden.

En dan, om bij het begin van mijn verhaaltje terug te komen, de gezangen in het stadion ! Die zijn echt heel veel slechter geworden dan in mijn jonge jaren. Vroeger hoorde je nog wel eens de zilvervloot het stadion binnen varen. Voor de jongeren onder ons, uit duizenden kelen klonk dan: 'Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein zijn naam is klein. Zijn daden bennen groot, zijn daden bennen groot, hij heeft gewonnen de zilvervloot.'

Nu hoor je duizenden, een woordeloze en versimpelde variant, van 'O, wat is het toch fijn om gelukkig te zijn', lallen. En dat anderhalf uur lang. Waar moet het heen met de wereld !?

Ps: De wedstrijd van Nederland tegen Turkije, gisterenavond, was gelukkig iets beter verteerbaar. De Turken hadden voor hun enthousiaste aanvalsspel meer verdiend en Nederland mag niet klagen. Maar de eerdere kwartfinales, die door Frankrijk en Spanje werden gewonnen, waren niet best. Frankrijk, toch de grote favoriet, heeft in het hele toernooi maar 1 doelpunt zelf gemaakt, maar staat nu toch in de halve finale. Wat een armoede.

 

 
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 en deel 2 van dit verhaal.
 
Klik hier voor deel 1 - deel 2 - deel 3 - deel 4 - deel 5 en deel 6 van het vorige verhaal.
 
Klik op de tekening voor een grotere weergave.