Ik droomde dat ik aan de rand van het bos kampeerde, omdat ik een onderzoek deed. Waarnaar ? Geen idee. Maar ik had merkwaardige spullen bij me, zoals een paar sportmedailles en een drietal poppen in lichtblauwe dozen.
Naast het bos was een maisveld. Zo nu en dan reed er een boer voorbij en ik veronderstelde dat hij het wel goed vond dat ik mijn tentje daar had opgezet, want hij zwaaide vriendelijk naar me vanaf zijn tractor.
Op een zeker moment ging ik naar de stad en bleef daar een nacht slapen bij familie. Toen ik weer terug liep naar mijn kampeerplek kreeg ik het idee dat er iets niet in orde was. Het maisveld was gemaaid. Ik vroeg me af of alles nog wel in orde zou zijn met mijn tent en spullen.
Toen ik dichterbij kwam zag ik twee jongens door het bos fietsen. De een sleepte mijn tentje achter zich aan en de ander had één van mijn medailles in zijn hand. Ik riep dat ze de spullen moesten laten vallen en dat deden ze direct.
Ik liep wat verder en zag een omgewoelde plek op het pad. Ik schoof met mijn voet de losse aarde opzij en vond nog een medaille. Op deze stonden de Olympische ringen. Ik herinnerde me niet dat ik die eerder in mijn bezit had gehad maar hing hem toch maar om mijn nek.
Ik kwam bij mijn kampeerplek en daar was niet veel meer van over. Een moment later was ik in het dorp, bij een winkel in tweedehands spullen. Daar stond de eigenaar met één van mijn poppen in zijn hand. De lichtblauwe doos stond vlakbij op een plank.
'Dat zijn gestolen spullen,' zei ik. 'Dat weet u best, want u heeft ze eerder bij mij gezien.'
De winkelier gaf het direct toe. Maar voor ik hem had kunnen vragen hoe hij aan mijn pop kwam werd ik wakker.
Ik kan niet zeggen dat ik een fanatieke kampeerder was, maar ik heb wel een paar vakanties rondgefietst met een tentje achterop en ook wel gekampeerd bij maisvelden en in bossen. Het is altijd spannend om je spullen achter te laten op een camping. Je moet er maar vanuit gaan dat alles er staat als je weer terugkomt. Maar er zit weinig anders op, je kunt moeilijk elke keer als je even boodschappen gaat doen de hele boel weer op je fiets laden.
In werkelijkheid ben ik nooit beroofd. Er zijn wel eens een paar kippen mijn tent binnen gelopen, die mijn voedselvoorraad wel aanlokkelijk vonden. Ik heb ook een keer een egel in mijn broodzak gevonden. Maar van mijn medemens had ik, wat dat betreft, nooit last.
De medailles en poppen dan... Ik heb nooit iets gewonnen bij sportwedstrijden en ook niet veel meegedaan aan andere evenementen waarbij medailles op het spel stonden. Als kind heb ik een paar jaar op voetballen gezeten en het schijnt dat het best een goed team was. Ik hoorde later dat ze kampioen waren geworden in hun leeftijdsklasse. Maar toen had ik, na een paar gebroken armen en benen, al afgehaakt.
Met poppen heb ik ook niet echt gespeeld, als we de kleine plastic soldaatjes, waarmee mijn broer en ik oorlogje speelden, niet meetellen. Maar ik kreeg wel lang geleden een Thunderbirdpop cadeau. Die had een blauw uniform aan en zat in een lichtblauwe doos. Ik was toen de leeftijd om met poppen te spelen al lang voorbij, maar had iets geschreven over de TV-serie uit de jaren '60. Een vriendelijk familielid kwam daarna die pop tegen in een tweedehands winkel.
Zo maakt je brein van verschillende voorvallen en objecten een heel nieuw verhaal, bij wijze van nachtelijk vermaak. Het is niet eenvoudig om, als je wakker bent, zomaar iets nieuws te verzinnen, maar in je droom gaat dat vanzelf.






