'Reizen in je leunstoel', kennen jullie
die uitdrukking ? Het is iets wat Dominee Gremdaat zou kunnen vragen
en het is wat ik de afgelopen weken heb gedaan. Ik schreef eerder
over het gedigitaliseerde tijdschrift De Tijdspiegel, uit 1877, dat
ik zo leuk vond om te lezen. Daarin kwam ik een recensie tegen van
een, toen pas verschenen reisboek, 'Van Napels Naar Amsterdam', door
Conrad Busken Huet.
Van Busken Huet had ik wel eens
gehoord, zijn bekendste werk is 'Het Land Van Rembrandt', over
Nederland in de 17e eeuw. Hij heeft later ook nog een 'Land Van
Rubens' geschreven, dat over Vlaanderen gaat. Maar ik had nog nooit
iets van hem gelezen.
In 1876 kwam hij terug uit het
toenmalige Nederlands Indië, waar hij een paar jaar verbleven had.
Hij reisde per schip, door het net geopende Suezkanaal en kwam aan
land in Napels. Hij schrijft:
'Dit staat intusschen vast, dat het
doorgraven der landengte van Suez, behalve de algemeene en
handelsbelangen die er door bevorderd zijn, ook voor deze uit Indië
terugkeerenden verlofganger eene bron van zoo men wil zeer personele,
zeer zelfzuchtige, uit het oogpunt der wereldgeschiedenis zeer
onnaspeurlijke, maar voor wie het voorregt heeft ze te mogen smaken,
zeer beminlijke genoegens geopend heeft.'
Ja, dat was één zin. Je ziet dat het
lezen van 19e eeuwse boeken een beetje aanpassingsvermogen vergt van
de moderne lezer. Maar, als je er eenmaal aan gewend bent, dan is het
verbazend leuk. Busken Huet bedoelt dat je vroeger, toen de schepen
uit Indië nog helemaal om Afrika heen moesten varen, veel langer
onderweg was. Dankzij het kanaal kon je nu in dezelfde tijd ook nog,
op je gemak, Italië doorreizen en genieten van de kunst, cultuur en
natuur die dat land te bieden had.
Het gaat in het boek dus vooral over
Italië, de schrijver besteedt er driekwart van de pagina's aan.
Zwitserland wordt snel afgehandeld, mooie natuur, maar verder niet
veel bijzonders. Frankrijk komt er iets beter vanaf, met bezoeken aan
Dijon en Parijs. België slaat hij helemaal over en ons land vindt
hij maar een dooie boel.
Het leukste is zijn vernietigende
oordeel over de nieuwbouw die, op dat moment, in Amsterdam tot stand
komt. Wij vinden het Centraal Station en het Rijksmuseum, de
meesterwerken van Pierre Cuypers, nu prachtige gebouwen. Busken Huet
vond het maar niks. Lelijke, ongeïnspireerde architectuur. Dat
station bedierf het mooie uitzicht op het IJ en de buurt rond het
nieuwe museum, daar zou je je toch voor schamen tegenover bezoekers
uit het buitenland. Het is bijna alsof ik mezelf hoor mopperen, als
het over moderne bouwsels gaat.
Een ander leuk ding aan het boek is dat
het een aanleiding is om, op internet, te gaan zoeken naar al die
mooie Italiaanse kunst en architectuur, die Busken Huet beschrijft.
Op Wikipedia zijn vaak erg goede foto's te vinden, waar je kunt
inzoomen op de kleinste details. Museums als het Uffizi in Florence hebben ook vaak een mooie website, met foto's en soms virtuele
rondleidingen.
Zo kwam ik terecht in de beroemde
Sixtijnse Kapel, in Rome, met de plafond- en muurschilderingen van Michelangelo. Iedereen kent
daar wel details van. De schepping van de mens, bijvoorbeeld, met die handen van God en Adam, die elkaar bijna raken.
De kunstenaar heeft de hele schepping uitgebeeld, met daarna de
zondeval en nog wat belangrijke Bijbelse gebeurtenissen, tot en met
het laatste oordeel.
Busken Huet noemt het, terecht, een
groot meesterwerk. Maar wat mij opviel, toen ik het vanuit mijn
leunstoel bekeek, was wat een vreemde figuren het eigenlijk zijn. Het
is een horde van superzwaar gespierde mensen, met enorme schouders en
armen als bodybuilders. Ze staan ook nog eens afgebeeld in vreemde,
gedraaide houdingen, die geen normaal mens, vrijwillig aan zou nemen.
Maar het gekste zijn de vrouwen. Die
zijn namelijk net zo, bovenmenselijk, gespierd als de mannen. Het
lijkt wel alsof Michelangelo een groep, bijna naakte, door zwaar werk
gestaalde, arbeiders heeft geschilderd en er, hier en daar, een
vrouwenhoofd en een stel borsten op heeft geplakt. Je zou bijna
denken dat hij niet wist hoe een vrouwenlichaam eruit zag.
Ik ben niet de eerste die dat
opgevallen is. Op het internet kun je allerlei verhalen vinden, over
die wonderlijke vrouwen van Michelangelo. En er worden verschillende
verklaringen voor gegeven. Een goede samenvatting vind je op
artcuriouspodcast.com, eigenlijk een Engelse podcast, dus gesproken woord, maar de hele
tekst is er ook te lezen.
Eén theorie is dat Michelangelo
homofiel was en daarom zo'n afkeer van vrouwen had, dat hij ze niet
kon schilderen. Uitgelegd wordt dat dat onzin is. Hij had helemaal
geen hekel aan vrouwen en het is een misvatting om te denken dat hij,
als kunstenaar, alleen dingen zou kunnen tekenen of schilderen
waartoe hij zich aangetrokken zou voelen. Bovendien, iedereen die
homomannen in zijn vriendenkring heeft, weet dat die het vaak heel
goed kunnen vinden met vrouwen.
Een andere theorie is dat het, in de
tijd van Michelangelo, hij leefde van 1475 tot 1564, onmogelijk zou
zijn om vrouwelijke modellen te vinden. Hij zou dus alleen maar
mannen, naakt, voor zich hebben kunnen laten poseren en dus die
voorbeelden hebben gebruikt, om zijn vrouwen te schilderen. Leuk
bedacht, maar niet waar. Er waren in die dagen genoeg vrouwen die het
prima vonden om, tegen vergoeding, uit de kleren te gaan.
Een grappige gedachte is dat alle
Madonna's en andere heilige vrouwen uit die tijd, waarschijnlijk
geschilderd zijn met vrouwen van lichte zeden als model. In de kunst
worden die 'courtisanes' genoemd. Letterlijk vertaald is dat een
hofdame, maar Wikipedia helpt ons uit de droom: 'Er waren prostituees
voor de lagere klassen, in de volksmond hoer genoemd. Voor de hogere
klassen waren er courtisanes.'
Aan modellen dus geen gebrek.
Michelangelo zal, als beeldhouwer, bovendien, ongetwijfeld studie
hebben gemaakt van antieke, Romeinse en Griekse voorbeelden. Die
geven een behoorlijk realistische weergave van het menselijk lichaam.
Hij wist dus best hoe een vrouw er uitzag en hij was in staat om dat
realistisch weer te geven. Dat kun je trouwens zien in zijn
schildering van de zondeval. Eva, die samen met Adam uit het paradijs
verdreven wordt, ziet er veel vrouwelijker uit dan de andere
vrouwenfiguren in de Sixtijnse Kapel.
Gelukkig komt artcuriouspodcast.com ook
met een wel aannemelijke verklaring. Ten eerste moeten we niet kijken
met onze 21ste eeuwse ogen, maar ons proberen te verplaatsen in de
tijd van de schilder. Het schoonheidsideaal was toen anders dan nu.
Het mannenlichaam werd als hoogste goed beschouwd. God schiep de mens
en dat was, volgens de verhalen, Adam, een man, naar zijn eigen
perfecte voorbeeld. De vrouw was iets dat de Schepper pas bedacht
toen hij Adam, in zijn eentje, in het paradijs zag zitten kniezen.
Bovendien heeft Michelangelo Bijbelse
helden en heldinnen geschilderd. Machtige strijders voor het geloof.
Vandaar die supergespierde lichamen, met enorme spierballen. Eva is
veel minder gespierd omdat zij een tragische verliezer verbeeldt. Als
je het, met die symboliek in je achterhoofd, bekijkt ziet het er veel
begrijpelijker uit.
Het boek van Busken Huet is gratis te
downloaden bij DBNL.org
De Strip is gemaakt door de Geheimzinnige Hulpman. Klik hier voor deel 1 - deel 2 en deel 3 van dit verhaal.
Klik op de tekening voor een grotere weergave.