Het is waarschijnlijk een romantisch en sentimenteel verlangen om te verwachten dat mensen die je bewondert, vanwege hun artistieke talent, ook een sympathieke persoonlijkheid zullen hebben. Een geweldige zanger kan best een naarling zijn, een begenadigd schrijver is misschien in de omgang een vervelende klier.
Toch bleef ik, na het lezen van de biografie van Marten Toonder, geschreven door Wim Hazeu, achter met een gevoel van teleurstelling. Uit interviews met oud-medewerkers, zoals Dick Matena, had ik al wel begrepen dat Toonder niet altijd even jofel en gezellig was. Maar dat het zo'n nare man was had ik niet verwacht.
Toonder komt uit het boek naar voren als een workaholic, die geen tijd had voor zijn gezin, zich zakelijk keihard opstelde en alle waardering, geld en roem naar zich toetrok. Niet de aimabele oude baas die, op zijn sfeervolle landgoed in Ierland, het ene na het andere geniale stripverhaal schreef en tekende. Van het beeld dat ik had van mijn jeugdheld, blijft weinig over.
Zijn opstelling in de oorlog blijkt, op zijn best, twijfelachtig. De afhandeling van de nalatenschap, van een Joodse zakenpartner, grenst zelfs aan het schofterige. Tegenover medewerkers en ook zijn kinderen is hij kil en knieperig. Als zakenman is Toonder wispelturig en voor zijn strips leunt hij zwaar op zijn medewerkers, die daar nooit de waardering voor krijgen die ze verdienen.
De bejubelde Bommel-verhalen, waarover hij zelf altijd zei dat ze voor 100% door hem zelf gemaakt werden, blijken voor een groot deel geschreven samen met anderen, zoals Lo Hartog van Banda en broer Jan Gerhard Toonder. Ook het tekenwerk werd voor een belangrijk deel door assistenten verricht. Dick Matena, Fred Julsing en in de latere verhalen vooral Piet Wijn, maakten de potloodschetsen, waarna Toonder die corrigeerde en in inkt zette.
De tekenaars die hem hielpen betaalde Toonder een karig loontje. De inkomsten uit boekverkoop streek hij vervolgens zelf op. Toen zijn broer hem voorstelde om, van die riante royalty's, een pensioenfonds voor oud-medewerkers te stichten wees Toonder dat af.
Je wordt er niet vrolijk van als je het allemaal leest. Maar ja, mooie boeken worden niet altijd geschreven door aardige mensen. En het blijven natuurlijk prachtige stripverhalen, ook als je weet dat ze gemaakt zijn in teamverband en onder leiding van een nare man.