Ja, terwijl ik in het ziekenhuis lag te herstellen, van mijn prostaatoperatie, ging het leven gewoon verder. Op de dag na de ingreep in mijn edele delen, was er een hoorzitting gepland over het kappen van de 87 bomen in ons park. Ik was daar ruim van te voren van op de hoogte gesteld en had dus voor een vervanger kunnen zorgen, mijn broer B.
In de weken voor mijn ziekenhuis-opname was ik een paar keer gebeld door meneer H., de gemeentelijke bomenbeheerder. Die wilde dolgraag met mij door het park lopen om uit te leggen wat de plannen waren en mij te overtuigen van de goede bedoelingen van de gemeente.
Ik ging in die periode van het ene onderzoek naar de andere uitslag, waarbij de belangrijkste vraag was of er misschien kwaadaardige cellen in mijn prostaat te vinden waren. Dus ik had niet veel trek in een wandeling met meneer H. Hij had me, in de telefoongesprekken en e-mails, wel al het e.e.a. verteld over de achterliggende motieven. Dat was mooi want daar kon mijn broer mee aan de slag.
Mijn broer, vijf jaar ouder dan ik, is een slimme vent. Ik heb best af en toe een aardige ingeving, maar mijn broer is meer geordend en methodisch. Precies wat er op zo'n hoorzitting nodig is. Hij stuurde me na afloop een uitgebreid verslag. Daaruit bleek dat de gemeente inmiddels een flora- en faunascan had laten uitvoeren, waaruit naar voren kwam dat de 5 bomen, die men had willen kappen in de reigerkolonie, in elk geval moesten worden gespaard.
De gemeente had in zijn verweerschrift, tegen mijn bezwaar, aangegeven exoten uit het park te willen verwijderen. Mijn broer merkte op dat er, volgens de opgave, maar 5 exoten op de lijst van te kappen bomen stonden, dus dat dat geen belangrijke beweegreden voor het kappen van 87 bomen kon zijn.
Ik citeer uit het verslag van mijn broer:
'Daarna ben ik ingegaan op de verdeling van de te kappen bomen over de verschillende categorieën. Volgens mijn telling gaat het hier over 5 exoten, 18 bomen in slechte conditie (of dood, maar dat is natuurlijk ook geen beste conditie) en 43 bomen waarvoor mijns inziens de categorie beschoeiing van toepassing was.
Mijn vraag hierover was, of de gemeente kon zeggen welke alternatieven onderzocht waren om deze bomen toch te behouden. Aansluitend heb ik onze zorg geuit over de gevolgen van de werkzaamheden aan de beschoeiing voor het leven in de vijver, onder aanhaling van de catastrofe met de vijver in het Baarnse bos. (Daar is een mooie, natuurlijke vijver, die vol libellen en waterjuffers zat, veranderd in een betonnen hondenzwembad.)
Tenslotte heb ik gezegd dat naar mijn mening de gemeente wel wat lichtvaardig omging met het verlenen van kapvergunningen; dat, als het doel is de biodiversiteit te beschermen en te vergroten, het over het algemeen beter is om de natuur haar gang te laten gaan; dat ik de indruk had, dat er bij de gemeente een overmaat aan beheerdrift was.'
Jullie begrijpen dat ik stilletjes trots was op mijn broer, bij het lezen van zijn verslag. Dit had ik zelf allemaal niet beter kunnen zeggen. Na, zijn verhaal kwam er een gemeenteman aan het woord, ik vermoed de bomenbeheerder. Hij had geen goed antwoord op de vraag waarom er pas een flora- en faunascan gedaan was nadat de kapvergunning verleend was.
Ik citeer weer uit het verhaal van mijn broer:
'Dat de beslissing omtrent de
vergunning moest worden herzien, werd grif toegegeven. Hij zei ook,
dat voor een aantal bomen die ze eigenlijk hadden willen kappen
daarvan was afgezien, omdat daar vogelnesten in zitten.
Over de
bomen die in de weg staan bij de werkzaamheden aan de beschoeiing
(...) werd gemeld, dat gekeken is of het mogelijk is om om de bomen
heen te werken en dat waar dat mogelijk was, al was besloten om
hier niet te kappen. (…)
In de flora- en faunascan is ook gekeken naar de kwaliteit en diversiteit van het leven in de vijver. De conclusie was, dat dit momenteel zeer matig is. De gemeente hoopt, door baggeren en vernieuwing van de beschoeiing (waardoor de doorstroming zou verbeteren) voorwaarden voor verbetering te creëren.
In de tweede en derde ronde heb ik nog gevraagd, of uitdunnen (wat dan op 21 bomen van toepassing zou zijn) niet een verouderd idee is, want dat de natuur conflicten tussen bomen om groeiruimte heel goed zelf kan oplossen; wat de gemeente van plan was met het kap- en snoeihout; en of er enige garantie is dat de gemeente zich aan de richtlijnen in het flora- en faunarapport zal houden.
Op de eerste vraag was het antwoord, dat men deze stelling in zijn algemeenheid wel kon onderschrijven, maar dat er uit esthetische overwegingen in deze gevallen niet voor was gekozen. Wat betreft het kap- en snoeihout, is het plan om dit waar wenselijk af te voeren en voor het overige te laten liggen. Voor een flink aantal bomen wil men de stronk tot een hoogte van vier à vijf meter laten staan.
Er werd verzekerd, dat de gemeente doordrongen is van het belang van de natuurwaarden in het park en zeer zorgvuldig te werk zal gaan. Er werd ons gevraagd, of wij de flora- en faunascan ook hadden ontvangen. Noch de commissie, noch ondergetekende konden dit bevestigen. Hierop werd toegezegd, met excuses, dat deze alsnog zou worden toegezonden.
Jullie zien dat mijn broer van wanten weet. De gemeente, aan de andere kant, komt niet sterk voor de dag. Maar we moeten wel bedenken dat zij de regels hebben gemaakt, de vergunningen verstrekken en in dit geval ook aangevraagd hebben. Onze enige hoop is op de onafhankelijkheid van de bezwaarcommissie.
Die commissie zou na 4 weken uitspraak doen. Dat zou vlak voor de kerst zijn. Maar toen ik voor de 2e keer thuiskwam uit het ziekenhuis, lag er een brief van de gemeente. De beslistermijn is met 6 weken verlengd. Zouden we het ze echt zo moeilijk hebben gemaakt?
Eerdere verhalen over de toestand in het park:
Een telefoontje van de gemeente
De liefde voor en kennis over de natuur zit duidelijk in de familie. Nu afwachten wat de interventie concreet heeft opgeleverd.
BeantwoordenVerwijderenJe weet het maar nooit, maar het is nu al duidelijk dat er minder bomen gekapt gaan worden dan aanvankelijk was gepland. Dat hebben we al binnen.
Verwijderen